Brieven aan Lucilius:
Brief 15 Mos antiquis fuit usque ad meam servatus aetatem, primis epistulae verbis adicere 'Si vales, bene est, ego valeo'. Recte nos dicimus: 'Si philosopharis, bene est'. Valere autem hoc demum est. Sine hoc aeger est animus. Corpus quoque, etiam si magnas habet vires, non aliter quam furiosi aut frenetici validum est. Ergo hanc praecipue valetudinem cura, deinde et illam secundam, quae non magno tibi constabit, si volueris bene valere. Stulta est enim, mi Lucili, et minime conveniens litterato viro occupatio exercendi lacertos et dilatandi cervicem ac latera firmandi. (...) Itaque quantum potes, circumscribe corpus tuum et animo locum laxa. (...) Werkvertaling De mensen van vroeger hadden de gewoonte, die helemaal tot aan mijn tijd bewaard is, om aan de eerste woorden van een brief toe te voegen: ‘Als je gezond bent/het goed met je gaat, is het goed, ik ben gezond.’ Terecht zeggen wij: 'als je volgens filosofische principes leeft/filosofeert, is het goed.’ Dit namelijk is pas gezond zijn. Zonder dit is de geest ziek. Ook het lichaam, zelfs als het grote krachten heeft/heel sterk is, is niet anders gezond dan het lichaam van een razend of waanzinnig mens. Dus zorg vooral voor deze gezondheid, vervolgens ook voor die gezondheid als tweede/op de tweede plaats, die je niet veel (moeite) zal kosten, als je op een goede manier gezond wil zijn [lett.: zult hebben willen zijn]. Dom immers, mijn beste Lucilius, en allerminst passend bij een geletterd/belezen man is de bezigheid om de spieren (van de bovenarm) te ontwikkelen en de nek(spieren) te verbreden en de buikpieren te verstevigen. (...) Dus perk je lichaam in, zoveel als je kunt, en maak plaats vrij voor de geest. (...) |