Sallustius
Bellum Jugurthinum, Hfdstk. XVIII-XIX
(vertaald door Kim Wouters)
XVIII
In het begin bewoonden de Gaetuli en de Lybiërs Africa, ruwe en
onbeschaafde volken, die als voedsel wild en de kruiden die op de grond
groeiden aten, als verachtelijke mensen. Ze werden niet door zeden,
wet of oppergezag geregeerd; zwervers waren het, die rondtrokken en
slechts de nacht dwong hen om schuilplaatsen te hebben. Maar -zoals
de Afrikanen menen- toen Hercules in Spanje stierf, viel zijn leger
(dat samengesteld was uit verschillende volkeren) in korte tijd uiteen,
doordat het zijn leider verloren was, en er wijd en zijd velen het commando
voor zichzelf zochten te verkrijgen. Van deze groep zijn de Meden, de
Perzen en de Armeniërs met schepen overgestoken naar Africa, en
ze bezetten kustplaatsen heel dicht bij onze zee.
De Perzen trokken meer naar de Oceaan; zij hielden de boegen van hun
schepen omgedraaid bij, en ze gebruikten hen als hutten, omdat er geen
bouwmateriaal in het land was, en het in Spanje niet gekocht of geruild
kon worden; de grote afstand overzee en het niet-kennen van de taal
verhinderde immers de handel. Geleidelijk mengden ze zich door huwelijken
met de Gaetuli, en omdat ze vaak op verschillende manier probeerden
om land in te palmen en vervolgens naar die andere plaatsen gingen,
noemden zij zichzelf 'Nomaden'. Overigens zijn de huizen van de Numidische
boerenbevolking (die zijzelf 'malapia' noemen) nog altijd lange, van
gekromde wanden voorziene huizen, net alsof het de kielen van schepen
zijn.
De Lybiërs sloten zich aan bij de Meden en de Armeniërs (want
zij woonden dichter bij de Afrikaanse Zee; de Gaetuli woonden meer naar
het zuiden, niet ver van de gloeiende hete streek), en zij hadden spoedig
ommuurde steden; ze waren immers slecht van Spanje gescheiden door een
zee-engte, en ze begonnen zaken te verhandelen. De Lybiërs veranderden
hun naam geleidelijk aan, en in hun barbaarse taal noemden ze hen 'Mauri'
in plaats van 'Meden'.
De macht van de Perzen nam echter in korte tijd steeds maar toe; nadat
de jongere generatie vervolgens onder de naam van 'Numidiërs' weggegaan
was van haar ouders (omwille van overbevolking) bemachtigde ze het gebied
naast Carhago, en dat Numidië genoemd wordt.
Vervolgens dwongen ze met de wapens of met intimidatie (allebei vertrouwend
op de andere) hun buurvolkeren onder hun gezag, en ze vermeerderden
hun naam en glorie, en dan vooral zij die waren opgerukt naar onze zee,
omdat de Lybiërs immers minder strijdlustig waren dan de Gaetuli.
Tenslotte werd het grootste lager gelegen gedeelte van Africa bezet
door Numidië, en alle overwonnenen erkenden het volk en de naam
van zijn leiders.
XIX
Nadien stichtten de Feniciërs Hippo, Hadrumetum, Leptis en andere
steden nabij de zee (sommigen deden dit om de overbevolking in hun thuisland
te verminderen, een deel was begerig naar macht, en moedigde eerst de
bevolking aan, en anderen verlangden naar avontuur), en zij groeiden
snel veel; een deel was ter bescherming van het thuisland en anderen
strekten het thuisland tot roem. En wat Carthago betreft, meen ik dat
het beter is erover te zwijgen dan te weinig te zeggen, omdat de tijd
me eraan herinnert me naar een andere gebeurtenis te haasten.
Dus vanaf bij de Catabathmos (de plek die Egypte van Africa afscheidt),
is de eerste stad langs de zee Cyrene, een kolonie van Thera, en vervolgens
de twee Syrten (Met tussen hen in Lepcis). Vervolgens kom je aan de
Philaenon Arae, de plaats die de Carthagers hanteerden als grens voor
hun rijk met het Egyptische Rijk. Vervolgens kwamen andere Punische
steden. De Numidiërs regeerden de overige plekken helemaal tot
aan Mauretanië; Degenen die vlakbij Spanje wonen, zijn Mauri.
We vernamen dat verder landinwaarts dan Numidië de Gaetuli wonen,
gedeeltelijk in hutten, maar anderen leiden een minder gecultiveerd
nomadenbestaan. Nog verder dan hen leven de Ethiopiërs, en daarachter
ligt de regio die verzengd wordt door de hitte van de zon.
Het Romeinse Volk bestuurde tijdens de Bellum Jughurtinum via magistraten
de meeste Punische steden en het grondgebied van de Carthagers dat dezen
op het laatste regeerden. Een groot deel van de Gaetuli en de Numidae
tot aan de Mullucha-rivier was onder Jughurta's bevel. Koning Bocchus
regeerde over alle Mauri. Hij was -buiten de naam- voor het overige
onwetend wat betreft het Romeinse volk, en andersom was hij ons tevoren
onbekend, zowel wat betreft oorlogszaken als vredeszaken.
Ik denk dat ik nu over Africa en zijn bewoners genoeg gezegd heb, dat
men moet weten voor dit verhaal.
|