Inleiding De mythen van de Grieken zijn oeroude verhalen waarin mensen veelal bovennatuurlijke verklaringen proberen te geven voor onbegrijpelijke verschijnselen in hun leven en hun omgeving. Ze werden vanuit een ver, prehistorisch verleden langdurig mondeling overgeleverd, uitgebreid en bewerkt door getrainde vertellers met een voortreffelijk geheugen; pas toen omstreeks 900 vóór Christus het schrift in Grieks gebied van de Phoeniciërs was overgenomen en het aan de behoeften van de Griekse taal was aangepast, konden de verhalende teksten op schrijfmateriaal vastgelegd worden. De indrukwekkende literaire kwaliteit van de zo ontwikkelde vertelkunst blijkt uit het werk van Homerus, dat in de loop van de negende eeuw vóór Christus de vorm moet hebben gekregen waarin we het nu kennen; de Europese literatuur begint met een ongeëvenaard meesterwerk. Sinds de verspreiding van het schrift konden mythen vastgelegd worden; tot dan toe varieerden de vertellers waarschijnlijk naar eigen inzicht op thema’s waarvan alleen de grote lijn vaststond. Omdat de verhalen op verschillende momenten en op verschillende plaatsen werden vastgelegd, valt te begrijpen dat allerlei uiteenlopende versies in de overlevering terecht zijn gekomen; mensen in ver uiteen liggende gebieden hadden behoefte aan verhalen waarin de eigen helden en voorouders een vooraanstaande rol speelden. Met name de Trojaanse Oorlog was een gebeurtenis uit een ver verleden waarin men graag de eigen voorouders zag figureren om de eigen streek aanzien te verlenen; desnoods kende de verteller een regionale held een rol toe die hij nooit gespeeld had, als de held al had bestaan. Dit boek is een beknopte versie van een van de verzamelingen die in de Oudheid op schrift zijn gesteld, wellicht om als naslagwerk te dienen. De Apollodorus aan wie het werk wordt toegeschreven, is zeker niet de auteur van het boek zoals het is overgeleverd. Genoemde Apollodorus leefde in de tweede eeuw vóór Christus, terwijl het boek een bron citeert uit de eerste eeuw vóór Christus. Misschien is het werk, dat op zijn vroegst in het begin van onze jaartelling tot stand is gekomen, een samenvatting van een omvangrijker werk dat mogelijkerwijs wel door Apollodorus is geschreven, en is het daarom onder zijn naam overgeleverd. Voor ons hebben we een samenvatting die bestaat uit drie boekdelen, gevolgd door een zogenaamd Epitome, dat een nog beknopter uittreksel met flinke lacunes lijkt te zijn van een samenvatting van resterende mythen. Het werk heeft een onevenwichtig karakter, ook in de drie delen die tot de eerste samenvatting behoren. Sommige mythen worden zeer uitgebreid verteld, andere in enkele korte opmerkingen aangestipt. Regelmatig wordt zeer beknopt verwezen naar afwijkende versies van beroemde mythen, en af en toe kiest de samensteller voor een versie die minder bekend is. Verder bevat het boek informatie die in onze ogen volsterkt zinloos lijkt, zoals de namen van de vijftig zoons en dochters van Priamus, de vijftig zoons van Aegyptus, de vijftig dochters van Danaüs, de meer dan honderd vrijers van Penelope, vijfenveertig dochters van Nereus. Van de meesten is de naam het enige dat in dit boek voorkomt. Het maakt het boek niet tot een literair meesterwerk, eerder tot een curiosum van encyclopedische informatie. De bronnen die in het werk genoemd worden, zijn voor ons grotendeels oncontroleerbaar. Het werk van Pherecydes en Acusilaüs, twee schrijvers uit het begin van de 5e eeuw vóór Christus, die vaak geciteerd worden, is verloren gegaan; van de Epische Cyclus, omvangrijke oude heldendichten die de Trojaanse Oorlog en de nasleep ervan bezongen (de Ilias van Homerus behandelt maar eenenvijftig dagen uit de Trojaanse Oorlog, en zijn Odyssee beperkt zich tot de lotgevallen van één held), zijn slechts kleine fragmenten bewaard gebleven; de verhalen zijn ons wel bekend door geschriften van jongere datum dan deze Mythologische Bibliotheek, die zich op de oude heldendichten baseren. Vele andere werken waarin de mythologie een belangrijke rol speelt, zijn wel bewaard gebleven. De belangstellende lezer kan zich bijvoorbeeld verdiepen in de volgende geschriften, waarvan uitstekende Nederlandse vertalingen bestaan: - Homerus: Ilias en Odyssee - Hesiodus: De geboorte van de goden - De Homerische Hymnen - De tragedies van Aeschylus, Sophocles en Euripides - Apollonius van Rhodos: De tocht van de Argonauten - Ovidius: Metamorphosen Voor een korte beschouwing over mythologie verwijs ik graag naar het boek van Karen Armstrong, zie de bibliografie. |