S : seirenes - sergestus
seirenes (sirenes) xxxxx
De Muzen der zee, even verleidelijk als
gevaarlijk, een beeld van de spiegelgladde oppervlakte
der zee, waaronder zich klippen en zandbanken, dus
schipbreuk en dood verbergen. Het meest bekend zijn zij
uit de Odysseia van Homeros. Odysseus toch, wetende, dat haar gezang
betooverend schoon was, maar dat hem, die er naar
luisterde en zich verleiden liet, een wisse dood wachtte,
stopte, toen hij met zijn schip de Seirenen naderde,
zijnen makkers de ooren dicht met was en liet zich zelven
aan den mast vastbinden, zoodat zijn schip ongedeerd haar
voorbijvoer, terwijl hij haar gezang hoorde. Ook de Argonauten
kwamen gelukkig langs haar eiland, daar Orpheus hun
een lied voorzong, dat het gezang der Seirenen in
liefelijkheid overtrof. -
Omtrent haar wezen wordt het volgende bericht: als
godheden der zee zijn zij alwetend, en haar gezang is zoo
schoon en betooverend, dat de schippers hun vaderland en
vrouw en kinderen vergeten. Zóó lokken zij hen op haar
eiland, waar zij op grazige weiden liefelijke liederen
zingen, maar vóór hen is het gansche strand vol
beenderen van hare slachtoffers. -
Homeros kent twee Seirenen, maar noemt haar niet. Later
gaf men als hare namen op Aglaopheme, d. i.
"de Seirene met de schitterende stem" en Thelxiëpeia,
d. i. "de door het gezang betooverende". Later
voegde men er nog eene derde, Peisinoë,
bij. Andere mythen noemen haar Parthenope, Ligeia
en Leukosia. Hare woonplaats dacht men zich
gewoonlijk niet ver van de kust van Italië of Sicilië,
in den omtrek van Napels, of in dien van Paestum, of ook
wel bij kaap Pelorum in de zeeëngte, die Sicilië en
Italië scheidt. Maar ook op de kust van Kreta wist men
te verhalen van de Seirenen. Daar was de mythe inheemsch
van eenen wedstrijd, dien zij gehouden hadden met de
Muzen. Toen deze de overwinning behaald hadden, beroofden
zij de Seirenen van hare vederen. -
Ook tot de legende van den roof van Persephone
werden zij in betrekking gebracht. Zij waren de
speelnooten geweest van deze godin, en, nadat zij geroofd
was, hadden zij haar over de gansche aarde gezocht,
totdat zij eindelijk, moedeloos geworden door afmatting
en verdriet, op de kust van Sicilië en Italië waren
gebleven en daar hare liederen zongen. -
Nu eens worden zij dochters genoemd van den riviergod Acheloös,
dan weder van den zeegod Phorkys. -
Somtijds komen zij ook voor als daimonen des doods; dan
is haar gezang een graflied. Dikwijls dienden daarom hare
beelden tot versiering van graven. -
Ook wordt haar naam dikwijls overdrachtelijk gebruikt, om
de gevaren aanteduiden, die de liefde veroorzaakt, zoowel
voor mannen als voor vrouwen. Somtijds worden zij het
zinnebeeld van het ongeoorloofd genot der liefde.
Gewoonlijk worden zij afgebeeld als vogels met
vrouwenhoofden. Langzamerhand trad echter het
menschelijke in haren lichaamsbouw meer en meer op den
voorgrond. -

Die gedaante zouden zij gekregen
hebben, omdat zij hare speelnoot Persephone niet te hulp
waren gekomen, toen Hades haar medenam naar zijn duister
rijk.
seirios (sirius)
De hond, het
sterrebeeld, dat aan den hemel dicht bij het sterrebeeld Orion staat.
Het was òf de hond van dezen geweldigen jager, òf die
van Kephalos òf die van Erigone (Zie Dionysos.), welke door de goden onder de sterren
geplaatst was. Als de hondsster in de morgenschemering
aan den hemel staat, dan is de tijd der brandende hitte
aangebroken, die plant en vee en mensch verschroeit en
doet wegkwijnen. Daarom leerde Aristaios,
de zoon van Apollo, den Grieken de middelen om de
schadelijke gevolgen dier hitte afteweren en stichtte hij
eene eeredienst voor Seirios, die vooral op het eiland
Keos in hoog aanzien stond. (Zie Aristaios.)
Verschillende mythen, zooals die van Aktaion en Linos, die
door honden werden verscheurd, doelen op de vernielende
kracht der hitte van de hondsdagen, welke men door
allerlei godsdienstige gebruiken en plechtigheden
trachtte onschadelijk te maken.
selemnos (selemnus)
Een jonge herder in Achaia.
Terwijl hij eens bij zijne kudden sliep vond hem de Nymph Argyra, en
zijne jeugd en schoonheid bewogen haar hem hare liefde te
schenken. Maar zijne bekoorlijkheid was niet altijddurend
zooals de hare, en hij bleef niet eeuwig jong evenals
zij. Daarom verliet zij hem, toen hij oud werd. Aphrodite
zelve trachtte haar hiervan aftehouden, doch te vergeefs.
Selemnos verteerde van minnesmart, totdat de godin, met
zooveel leed begaan, hem in eene rivier veranderde,
waaraan zij de eigenschap gaf, dat allen, die eene
ongelukkige liefde koesterden, zoo zij zich daarin
baadden, hunne smart vergaten.
selene

Nicolas Poussin (1594 - 1665):
Selene en Endymion (ca. 1628; olieverf; 1,2 x 1,7 m.)
Selene en Endymion kunnen elkaar alleen 's nachts
ontmoeten. Als de zonnegod Apollo een nieuwe dag begint,
nemen zij afscheid van elkaar. Rechts trekt de
gevleugelde Nacht het gordijn van duisternis open, dat
het paar beschermt.
Ook somtijds Mene
genoemd, eene personificatie der maan. De
dichters prijzen haar als het stralende oog der nacht, en
hare schoone gestalte, haar schitterende glans, hare
onophoudelijke zwerftochten aan den hemel werden dikwijls
door hen bezongen. Zij was de dochter der Titanen Hyperion en Theia en
derhalve de zuster van Helios. Men stelde zich haar voor met eenen
stralenkrans om het hoofd, waaruit zij haar zacht licht
uitstortte over hemel en aarde. Vooral schittert zij, als
zij na het einde van haren zwerftocht, d. i. bij het
begin der lente, zich gebaad heeft in de wateren van den Okeanos en
dan met hare schitterende paarden als volle maan des
avonds aan den hemel opstijgt. Zóó won zij de liefde
van Zeus, dien zij Pandia baarde, welke
men te Athene bij het begin der lente met feesten eerde.
Soms denkt men zich haar als eene snelle jageres, of als
eene schoone vrouw te paard gezeten. Pheidias had o. a.
twee beelden gemaakt, waarvan het ééne Helios (den
zonnegod) voorstelde, die zijn paard besteeg, en het
andere Selene, die bezig was aftestijgen. -
Daar zij evenwel het heldere licht van den dag schuwt,
zoo wordt haar als karaktertrek schuchterheid
toegeschreven. Vandaar ook hare geheime liefde voor Endymion. De
legende, die hierop betrekking heeft, welke vooral in
Elis en in Karië verspreid was, maakt dezen tot eenen
schoonen koningszoon uit het eerstgenoemde landschap.
Zeus had hem eeuwige jeugd geschonken, maar hem tevens in
eenen eeuwigen slaap gedompeld, of wel Selene zelve had
hem die eeuwige rust verleend, om hem ongemerkt te kunnen
kussen. De schoone slaper rust in eene spelonk van het
gebergte Latmos in Karië, waar Selene hem iederen nacht
bezoekt, om zich in zijne schoonheid te verlustigen. -
Sommige legenden evenwel wisten van een groot aantal
kinderen te gewagen, dat Endymion bij Selene zou verwekt
hebben. Zij is vooral in lateren tijd zeer dikwijls
verward met Artemis, Hekate en Persephone. De beeldende kunst pleegde haar
voortestellen op paarden of op koeien rijdende, of ook
wel op een wagen gezeten met eene fakkel in de hand en op
het hoofd een halve maan, of minder dikwijls hoornen. Van
Artemis onderscheidt zij zich, doordat haar lichaam meer
door hare kleeding bedekt is, en door eenen boogvormigen
sluier boven haar hoofd. -
De Romeinen noemden de godin der maan Luna.
semele

De dochter van Kadmos, den
koning van Thebe, en Harmonia, en dus de zuster van Ino, Agaue en Autonoë en
van Polydoros. Zij werd door Zeus bemind
en deze verwekte bij haar Dionysos. Yverzucht bewoog Hera, om tot
Semele te gaan onder de gedaante van hare voedster Beroë en
haar overtehalen om van Zeus te vragen, dat hij haar zou
bezoeken in dezelfde gedaante, waarin hij gewoon was tot
Hera te komen. Toen Zeus plechtig beloofd had, dat hij
het verzoek, dat Semele hem doen zou, niet zou afslaan,
kwam hij in volle majesteit op zijnen wagen onder bliksem
en donder, en Semele werd door zijnen gloed gedood. Het
kind, dat zij eerlang ter wereld zou brengen, werd echter
door Zeus gered, die het in zijne heup opnam en daar
bewaarde, totdat de tijd zijner geboorte zou gekomen
zijn. (Zie Dionysos.) -
Eene andere mythe verhaalt, dat zij ook Aktaion (Zie
aldaar.) bemind heeft, en dat Artemis
dezen door zijne eigene honden had laten verscheuren,
opdat Semele niet met hem zou huwen. -
Te Brasiai in het landschap Lakonië verhaalde men, dat
Kadmos haar, nadat zij Dionysos had ter wereld gebracht,
tot straf met haar kind in eene kist gesloten en deze in
zee geworpen had. De kist was in Brasiai komen
aandrijven. Semele was reeds gestorven en zij werd door
de inwoners begraven. Dionysos echter leefde nog en werd
bij hen opgenomen en opgevoed. -
Na haren dood werd zij door haren zoon uit de onderwereld
naar den Olympos gevoerd onder den naam van Thyone. (Zie
Dionysos.) Te Thebe stond haar beeld en meende men haar
graf te kunnen aanwijzen.
semo sancus
Een goddelijk wezen, dat in rang
gelijk stond met de Genii, in beteekenis geheelenal overeenkomende
met Dius Fidius. (Zie aldaar.) Oorspronkelijk was hij de
beschermende en voortbrengende Genius van de velden, die
tot Rome behoorden. In zijnen naam ligt die beteekenis
opgesloten. Hij werd ook beschouwd als een god, die
waakte over den echt. In zijnen oudsten tempel werd het
spinrokken van Tanequil, de gade van Tarquinius
Priscus, bewaard en ook verscheidene
staatsoorkonden, b. v. een verdrag, dat Servius
Tullius met de Latijnen had gesloten. In lateren
tijd had hij eenen tempel op het eiland in Rome in den
Tiber gelegen en ook een heiligdom op den collis
Quirinalis. -
In het volksgeloof was of werd hij geheel identisch met Hercules.
(Zie Herakles.) Merkwaardig is de vergissing, die de
Christelijke kerkvaders omtrent Semo Sancus begaan
hebben. Door het niet begrijpen van sommige opschriften
zijner beelden hebben zij ter goeder trouw gemeend, dat
te Rome goddelijke eer bewezen werd aan Simon, den
toovenaar. -
Ook wordt er melding gemaakt van meerdere Semones. Deze
zijn wezens gelijk in beteekenis aan de Lares,
derhalve goden, die in eene vrij nauwe betrekking staan
tot de menschen en alshetware eene brug slaan over de
kloof, die er tusschen de onsterfelijke goden en de
sterfelijke menschen bestaat. Zoowel zij als Semo Sancus
waren geheel van sabijnschen oorsprong en hebben in den
romeinschen eeredienst eene plaats gekregen, toen de
Romeinen en de Sabijnen zich tot één volk vereenigden.
senatusconsultum de
bacchanalibus
De feesten, die ter eere van Dionysos of Bakchos
onder woest rumoer en groote opgewondenheid gevierd
werden (Zie Dionysos.) vonden door de grieksche koloniën
ook ingang in Italië en verspreidden zich vandaar naar
Rome. In de nabijheid van Rome's havenstad Ostia werd in
een bosch, gewijd aan Stimula, die identisch was met Semele, de
moeder van Dionysos, een feest gevierd, eerst plechtig en
waardig van karakter, later met eenen geheimen eeredienst
verbonden, die de dekmantel werd voor zóó groote
uitspattingen en zóó verregaande onzedelijkheid, dat
daardoor zelfs het bestaan van den romeinschen staat in
gevaar werd gebracht. De Senaat kwam dan ook tusschen
beide en besloot deze Bacchanalia, die over geheel
Italië vertakkingen hadden, uitteroeien. Niet minder dan
7000 personen hadden zich wegens hunne deelneming aan die
feesten voor de rechters te verantwoorden. Een groot
aantal daarvan werd ter dood gebracht, en in 186 vóór
Chr. nam de Senaat een besluit, waarbij alle feesten ter
eere van Bacchus door geheel Italië ten strengste
verboden werden. Uitgezonderd werden alleen plaatsen,
waar de dienst van den god reeds van zeer oude tijden
inheemsch was geweest, of waar zeer sterke
gemoedsbezwaren de opheffing van dien dienst te moeilijk
maakten. Ook daar werden echter zeer beperkende
bepalingen in het leven geroepen.
sergestus
Een der makkers van Aeneas, die
deelnam aan den wedstrijd in het roeien door dezen
ingesteld. Zijn schip bleef op eene klip zitten. Toch
eerde Aeneas hem door hem eene slavin tot prijs te geven.
|