Z : zagreus - zethos

zagreus

De naam, dien Dionysos in de orphische mysteriën droeg. Zie Dionysos.

zarex

Een der oudste mythische zangers en rhapsoden, die zijne kunst van Apollo zelven geleerd had. Pausanias (2de eeuw na Chr.) zag nog zijn graf in Attika.

zelos

Een zoon van den Titan Pallas en de Styx, dus een broeder van Bia, Kratos en Nike. Hij was eene personificatie van den "ijver".

zephyros (zephyrus)

Zephyros op een luchtpostzegel uit Griekenland ...

De zoon van Astraios en Eos, de god van den zuidwestewind, die bij de Grieken de zachtste en aangenaamste wind was. Hij schaakte de schoone Chloris (Zie aldaar.) en gaf haar de heerschappij over het rijk der bloemen. Zij baarde hem eenen zoon Karpos, wien Zeus het bestuur gaf over alle vruchten, daar zijn vader het gedijen daarvan bevorderde. Bij eene der Harpyiën, Podarge, verwekte hij de snelle paarden van Achilleus: Xanthos en Balios. Soms ook wordt hem eene der Horen tot gemalin gegeven. -
Hij beminde ook den schoonen
Hyakinthos, doch deze gaf aan Apollo de voorkeur. Uit yverzucht dreef nu Zephyros, toen Apollo en Hyakinthos zich met het werpen met den discus (werpschijf) vermaakten, de door den god geworpen schijf in eene verkeerde richting, zoodat zij den schoonen knaap trof en hem doodde. (Zie Hyakinthos.) De beeldende kunst stelde Zephyros bijna geheel naakt voor. Alleen droeg hij een los om zijn lichaam geslagen mantel, waarin hij eene menigte bloemen medevoerde. -
De Romeinen noemden den zuidwestewind
Favonius.

zetes

Een der beide zonen van Boreas en de door hem geschaakte atheensche koningsdochter Oreithyia. Met zijnen broeder Kalaïs nam hij deel aan den tocht der Argonauten, en bevrijdde hij Phineus van de kwellingen, welke hem door de Harpyiën werden aangedaan. Zie Boreas, Kalaïs en Phineus.

zethos (zethus)

Zethus en Amphion nemen wraak op Dirce, omdat zij hun moeder Antiope heeft mishandeld. Ze binden haar met heur haar vast aan een stier, die haar zal meesleuren en vertrappen.

Een der beide tweelingzonen van Zeus en Antiope. Hij was ruw van aard en verschilde dus in karakter geheelenal van zijnen broeder Amphion. (Zie Amphion.) Zijn lot was niet gelukkiger dan dat van zijnen broeder, die op éénen dag al zijne kinderen sterven zag. (Zie Niobe.) Hij huwde met Aedon, (d. i. "de nachtegaal"), eene dochter van Pandareos, een vriend en makker van Tantalos, die voor dezen eenen koperen, doch levenden, hond uit den tempel van Zeus op Kreta gestolen had en daarom in steen was veranderd. Zie omtrent het treurig lot, dat Zethos door de yverzucht zijner vrouw trof, Aedon.