V : vacuna - venus
vacuna
Eene bij de Sabijnen vereerde
godin der aarde. De landlieden offerden haar, als zij bij
het begin van den winter van den veldarbeid of uit den
oorlog naar hunne haardsteden en Penaten
terugkeerden en volgens oud gebruik op lange banken om
den haard gingen zitten. Zij kreeg hierdoor de beteekenis
van eene godin der verpoozing van den arbeid, die door
den levensvoorraad, welken zij schenkt, rust verschaft,
en wordt daarom met Ceres gelijkgesteld. Ook wordt zij
geïdentificeerd met Minerva, de godin van de vreedzame werkzaamheid,
die ook na volbrachten arbeid den geest tijd geeft om tot
zich zelven intekeeren, en soms met Bellona, die
door oorlog en overwinning tot rust voert, of met Venus en Diana. In
Rome zelf schijnt zij geene vereering te hebben genoten.
vagitanus
Eene godheid, die den mond der
pas geboren kinderen tot schreeuwen opende. Somtijds
wordt hij verward met Vaticanus. Zie het volgend artikel.
vaticanus
Eene godheid, naar wien de mons
Vaticanus genoemd is. Waarschijnlijk is zijn naam
afgeleid van de voorspellingen door hem in oude tijden
aldaar gegeven. Hij schijnt ongeveer identisch geweest te
zijn met Faunus. Soms werd hij verward met Vagitanus.
Zie aldaar.
veiovis / diiovis
Eene godheid, die tot de oudste
latijnsche godheden behoort en in wezen zeer nauw verwant
is met Iupiter. Een derde naam, waarmede hij somtijds
werd aangeduid was Vedius. Uit Alba Longa kwam zijn
dienst naar Rome, en het was vooral het geslacht der
Iulii, dat dien dienst schijnt bevorderd te hebben. Hij
had te Rome eenen beroemden tempel tusschen de beide
toppen van den Kapitolijnschen heuvel. Later lag die
tempel tusschen twee bosschen (inter duos lucos). Daar
was de plaats van het asyl, waarheen Romulus de
vreemdelingen, die uit hun vaderland voortvluchtig waren,
zou gelokt hebben, toen hij zijne nieuwe stad wilde
stichten. In dien tempel stond een beeld van den god met
eenen pijlbundel in de hand. Dit attribuut was oorzaak,
dat men hem in verband bracht met den griekschen Apollo, met
wien hij, althans in uiterlijk meer en meer gelijkenis
kreeg. Hierbij kwam, dat als offer aan Veiovis steeds
eene geit werd gebracht, die als zoenoffer
diende, ter vervanging van een verschuldigd
menschenoffer. Na het brengen van dat offer was de
schuldige gereinigd en kon hij zich in de nabijheid van
het asyl, dat de god hem aanbood, eene nieuwe woning
stichten en een nieuw leven beginnen. (Zie Apollo.) -
Behalve dezen dienst "inter duos lucos" bestond
er te Rome nog een tweede dienst van den god, in sommige
punten van geheel anderen aard, waarmede hij in een
heiligdom op het Tibereiland gehuldigd werd. -
Hem werd op den eersten Januari geofferd en tegelijk met
hem aan den genezenden god Aesculapius, hetgeen op zijne heelende, verzoenende
kracht wijst. -
Eene verkeerde opvatting van zijnen naam heeft
veroorzaakt, dat hij soms als identisch beschouwd is met Dis Pater,
den god van den dood en de onderwereld. Eene andere
aanleiding daartoe lag hierin, dat men hem, toen de
juiste begrippen van het oude volksgeloof verdwenen
waren, verklaarde als eene personificatie van de sombere,
schrikwekkende zijde van het wezen van Iupiter. Zijne
eigenlijke beteekenis schijnt dan ook die van eenen
jeugdigen Iupiter geweest te zijn, die tevens als
zonnegod opgevat werd, en daarom vooral in de lente,
wanneer de wederkeerende zonnehitte dikwijls epidemiën
verwekt, met vrees en angst werd vereerd. In lateren
tijd, vooral na den tweeden Punischen oorlog werd zijn
dienst meer en meer door dien van Apollo verdrongen.
venilia
Naar het schijnt eene bronnymph,
verwant met de godin der liefde, Venus. Nu
eens wordt zij de gade van Neptunus genoemd, dan weder die van Ianus, wien
zij eene dochter Canens zou gebaard hebben, dan weder
eene zuster van Amata, de gade van koning Latinus, of
ook wel de moeder van Turnus, den koning der Rutuliërs. -
Soms werd zij geheelenal als eene personificatie opgevat
en heette dan de godin van de stellige hoop en het
onbepaald vertrouwen op datgene, wat komen zal.
venus

Oorspronkelijk niet eene
romeinsche, maar eene italiaansche godin. Het schijnt,
dat godinnen van denzelfden aard, die onder verschillende
benamingen in verschillende deelen van Italië werden
vereerd, langzamerhand zijn samengesmolten in één
wezen, en dat verschillende eerediensten zich alle in den
dienst van Venus hebben opgelost. Ooorspronkelijk is zij,
ook volgens de beteekenis van haren naam niets anders dan
de liefelijke godin, d. i. de godin der lente. Al de
bijnamen, die zij oorspronkelijk droeg, hebben op dezen
trek in haar wezen betrekking. En wat men later daaraan
toevoegde, kan niet anders dan uit die grondbeteekenis
verklaard worden. -
Er zijn twee hoofdredenen geweest, die het wezen der
godin geheel gewijzigd hebben, vooreerst de grieksche
invloed, ten andere het daarmede in nauw verband staande
feit, dat zij geworden is eene godin van het geslacht der
Iulii. Van Sicilië op welks noordwestpunt de berg Eryx
eene hoofdplaats was van de vereering der grieksche Aphrodite,
verspreidde zich de dienst dier godin over Italië; hij
vond ingang in Latium en knoopte zich daar vast aan de
oude volkstraditiën. Aeneas, die den grond gelegd had tot de
grootheid van Latium, was immers de zoon van eene
grieksche godin, wier eigenschappen geheelenal met die
van de inheemsche Venus overéénkwamen. Gretig werden de
legenden, die de vereerders van Aphrodite Erikyne (Venus
Ericyna) van Sicilië mede brachten, opgenomen, en met
den dienst en met het volksgeloof, zooals die tot nog toe
bestonden, in verband gebracht. Later leidde het geslacht
der Iulii, dat door de twee groote mannen, die het heeft
voortgebracht C. Iulius Caesar en keizer Augustus
zulk eenen overwegenden invloed op den gang der
wereldgeschiedenis heeft uitgeoefend, zijnen oorsprong
van deze godin af. Geen wonder dus, dat zij van
belangrijken invloed is geweest op het leven der
Romeinen, en dat haar wezen van zeer verschillende zijden
is opgevat. -
De oude latijnsche Venus had te Rome drie
heiligdommen, één aan de helling van den Aventijnschen
heuvel, gewijd aan Venus Murcia. Zóó hoog
stond haar dienst in dat deel der stad, dat zij aan de
gansche wijk haren naam gaf. Daar werden de voornaamste
lentefeesten en ook de feesten, die ter harer eere bij
den wijnoogst plaats hadden, gevierd. Venus Cloacina of Cluacina was de tweede naam,
waaronder zij oudtijds in Rome vereerd werd. In haren
tempel zouden reeds Romulus en T. Tatius het verbond gesloten
hebben, waardoor de Romeinen en Sabijnen tot één volk
vereenigd werden. In haren tempel reinigden zij zich van
den bloedigen strijd tusschen de beide volken gevoerd,
met de aan haar gewijde myrtetakken. (Zie Cloacina.) Ten
derde Venus Libitina, de godin der wijngaarden en van alles,
wat de laatste eer betreft, die men aan de gestorvenen
pleegt te bewijzen, later ook van alle zinnelijke
genietingen. (Zie Libitina.) Deze oudere, echt
italiaansche Venus is geheelenal gelijktestellen met
Aphrodite Pandemos, althans wat een deel van het wezen
dezer laatste betreft. Ook zij is de godin der tuinen en
bloemen (Zie Aphrodite.), der groenten, wijngaarden, en
zoowel op het feest, dat men den 19den Augustus bij den
wijnoogst vierde, als op dat, waarop men zich den 23sten
April bij het eerste proeven van den jongen wijn vroolijk
maakte, werd evenzeer ter eere van Venus als van Iupiter, die
als god van den wijn en den wijnoogst Iupiter Liber
heette, (Zie Iupiter.) gevierd. -
Onder de oudste eerediensten, die van Aphrodite op Venus
overgingen, kan men rekenen hare vereering als Venus
Victrix en Venus Genitrix. Zij komen beide overéén met
de grieksche Aphrodite Urania (Zie Aphrodite.) en smolten
naderhand geheel inéén, vooral toen Caesar den
Venus-dienst te Rome onder zijne bijzondere bescherming
nam. Deze Venus Genitrix, die als Victrix de Romeinen
steeds ter overwinning leidde, was reeds van oudsher,
althans van het einde van den eersten Punischen oorlog
af, toen de Romeinen meester geworden waren van de op
Sicilië gelegen grieksche steden, als de stammoeder van
hun volk vereerd. Later richtte Caesar haar ter eere
eenen tempel op, dien hij in den slag bij Pharsalos (48
v. Chr.) had beloofd en in 46 v. Chr. zelf heeft
ingewijd. Augustus zette de traditiën van zijnen
aangenomen vader voort, en ook de latere keizers volgden
hun voorbeeld, zelfs diegene, welke niet tot het Iulische
geslacht behoorden. Zoo richtte keizer Hadrianus (117 -
138) eenen dubbelen tempel op, die zoowel aan Venus als
aan Roma was gewijd. (Zie Roma.)
Zooals gezegd is heeft echter bepaaldelijk de dienst van
Aphrodite Erykine eenen overwegenden invloed op den
romeinschen Venusdienst uitgeoefend. In het jaar, nadat
het romeinsche leger bij het Thrasimeensche meer in de
pan was gehakt (217 v. Chr.), werd haar een tempel en een
lectisternium (Zie Lectisternia.) toegezegd. Daarbij
lagen de beelden van Mars en Venus te samen aan, zoodat de invloed
der grieksche legenden, die wisten te verhalen van de
liefde van Ares en Aphrodite hier onmiskenbaar is. Twee
tempels werden weldra voor deze Venus Ericyna opgericht,
één op het Kapitool en één voor de Porta Collina.
(Zie Erikyne.) -
Later voegden zich hierbij verschillende andere vormen
van den eeredienst der godin. Zoo werd in het jaar 295
vóór Chr. een tempel gesticht ter eere van Venus Obsequens,
waarvan de kosten betaald werden uit de boeten, waartoe
overspelige vrouwen waren veroordeeld. Verder werd in 114
vóór Chr. een tempel gesticht voor Venus Verticordia, die met de grieksche Aphrodite
Apostrophia overeenkomt. De aanleiding tot het stichten
van dezen dienst was het toenemend verval van de
zedelijkheid onder de vrouwen en meisjes der hoogere
standen. (Zie Aphrodite en Verticordia.) De dienst eener
Venus Calva, d. i. "de kale", berustte
op legenden, in verschillende steden inheemsch, die van
belegeringen verhaalden, waarbij de vrouwen haar
hoofdhaar zouden afgesneden hebben, om dit bij het
vervaardigen van belegeringswerktuigen te laten
gebruiken. Eene Venus Equestris zou reeds door
Aeneas vereerd zijn. Haar beeld stelde haar voor als te
paard gezeten. Vermoedelijk is dit dezelfde godin, die
vooral in havensteden als Venus Marina en Limnesia
werd aangeroepen, wier dienst later zelfs den dienst van
de eigenlijke havengodin, Mater
Matuta, (Zie aldaar.)
verdrong. Wellicht was deze het ook, die Venus Salacia
genoemd werd en oorspronkelijk tot de zee in betrekking
schijnt gestaan te hebben, maar later vooral de godin
werd der onkuische vrouwen. -
Venus Felix was eene godin der vrouwelijke
vruchtbaarheid. Zij werd voorgesteld als eene gelukkige
moeder met haar kind op den arm. -
Vooral was de dienst van Venus in eere in den omtrek der
golf van Napels, waar jaarlijks eene groote menigte uit
geheel Italië te samen stroomde om zich in een weelderig
leven te verlustigen en zich in allerlei genietingen te
baden. De in Pompeji gevonden inscriptiën en
muurschilderingen toonen, hoe menigvuldig daar de
vereerders waren van Venus, die als Pompeiana de
beschermgodin was der stad. Men omgaf haar daar meer en
meer met dezelfde wezens, die de grieksche Aphrodite
omringden. Eros noemde men Cupido en Peitho werd door de Romeinen Suada
geheeten. -
Geheelenal werd dus de godin der vruchtbaarheid en der
lente door de godin der vrouwelijke schoonheid op den
achtergrond gedrongen. Vooral de 1ste April was haar in
die laatste beteekenis geheiligd. Dan baden de vrouwen
tot de Fortuna Virilis, d. i. eene godin, die haar
gelukkig slagen deed in hare pogingen om de liefde der
mannen te verwerven. Een beeld van Venus werd dan door
een bad gereinigd en daarna met allerlei sieraden en
frissche bloemen versierd, terwijl de vrouwen zich ook
zelve na een bad met myrten tooiden. Het waren vooral de
kuische vrouwen, welke op dezen dag feestvierden, die
tevens aan Venus Genitrix als de stammoeder van het
romeinsche volk geheiligd was. Op den 23sten April gold
haar feest meer de godin der zinnelijke, onkuische
liefde. Zij werd dan onder den naam van Volgivaga
aangeroepen, een naam die overeenkomt met dien van
Aphrodite Pandemos. Dat was de godin, die van den Eryx
naar Rome was overgebracht en die voor de Porta Collina
haren tempel had, waarin op dit feest de vrouwen, die
gewoon waren hare bekoorlijkheden veil te bieden, met
rozen en myrten bekranst, de godin aanriepen. In den
keizertijd was er zelfs een dag, waarop knapen die hun
lichaam aan ontucht overgaven, eenen optocht ter eere der
godin hielden. -
Dat evenwel Venus niet altijd de godin der onkuische
liefde was, blijkt ook nog uit het feit, dat meisjes, die
hadden opgehouden kinderen te zijn, zoowel aan Venus als
aan Diana hare poppen wijdden.

Walter Lieberman
: Venus of Indifference
|