U : ubertas - uranos

ubertas

Eene personificatie van de vruchtbaarheid der aarde. Men stelde haar voor als eene schoone vrouw, die eenen hoorn des overvloeds uitstortte. Dikwijls werd zij zoo afgebeeld op munten van keizers, die de stad Rome verblijd hadden met eenen ruimen toevoer van levensmiddelen.

ukalegon (ucalegon)

Een der oudste en aanzienlijkste Trojanen. Hij werd geëerd om zijne wijsheid in den raad. Zijn huis stond naast dat van Deïphobos en brandde bij de verwoesting van Troje tegelijk daarmede geheelenal af.

ultor

(1) D. i. "de wreker", een bijnaam van Mars, onder welken hij eenen prachtigen tempel had te Rome, hem door Octavianus in 42 v. Chr. bij het verslaan der moordenaars van Caesar beloofd. Eerst in het jaar 2 v. Chr. kon die tempel ingewijd worden. (Zie Mars.) Op de trappen stond beneden het beeld van Augustus, hooger op die van Mars en Venus en terzijde daarvan die van Aeneas en Romulus.
(2) Een bijnaam van
Iupiter, dien hij droeg als de god, die alle misdaden straft. Als zoodanig genoot hij afzonderlijke vereering in het aan alle goden gewijde Pantheum.

ulixes / ulysses

Zie Odysseus.

unxia

Een bijnaam van Iuno als godin van den echt. Zij zelve, zoo heette het, zalfde de deurposten van de woning, in welke de jonggehuwde vrouw zou binnentreden, tot een voorteeken van toekomstig geluk. (Zie Iuno.) Hare vereering had betrekking op de gewoonte der Romeinen om bij de bruiloft de deurpost van de woning, waarin het jonge paar zou binnentrekken, te zalven.

upis

Een bijnaam van Artemis. Zij werd vooral zoo genoemd als de godin, die de barende vrouwen bijstond.

urania

(1) Eene der negen Muzen. Haar naam duidt haar aan als "de hemelsche". Hare taak is de groote daden der goden te bezingen. Zij is de Muze geworden der astronomie en wordt meestal voorgesteld met eenen hemelbol in de ééne en een staafje in de andere hand.
(2) Een bijnaam van
Aphrodite. Zie Aphrodite.

uranos (uranus)

In den beginne bestond alleen de Chaos, eene onmetelijke, duistere en ledige ruimte. Uit den schoot van den Chaos kwam het eerst Gaia (de Aarde) te voorschijn met hare breede borsten. Deze bracht Uranos (den Hemel) voort. Met hem verbond zij zich en uit hunne verbintenis sproot eene gansche reeks van goddelijke wezens, de Titanen, die het eerste godengeslacht uitmaakten, en behalve deze de drie Kyklopen Brontes, Steropes en Arges en de drie Hekatoncheiren. Zoowel de Kyklopen als de Hekatoncheiren werden echter door Uranos in den Tartaros geworpen, daar hij vreesde, dat zij hem zijne heerschappij over de wereld zouden ontrukken. Gaia, hierover vertoornd, stookte hare oudere zonen, de Titanen, op tegen hunnen vader. Niemand hunner was bereid iets gewelddadigs tegen hem te ondernemen behalve de jongste en listigste onder hen, Kronos. Deze wachtte, in eene hinderlaag verscholen zijnen vader op. Met eenen sikkel gewapend, overviel hij Uranos, toen deze niets kwaads vermoedde, verminkte hem op eene gruwelijke wijze en beroofde hem van de heerschappij. Uranos sprak zijnen vloek tegen zijnen misdadigen zoon uit, en die vloek kwam weldra in vervulling. (Zie Kronos en Titanen.) De lichaamsdeelen, waarvan Kronos met zijne sikkel zijnen vader beroofde, vielen in zee en verwekten daar het schuim, waaruit later Aphrodite ontstond. Uit de bloeddroppels, welke uit zijn lichaam op de aarde vielen, ontstonden de Erinnyën, de Giganten en de melische Nymphen.

Uranus