T : tacita - taurika

tacita

D. i. "de zwijgende", een der namen, waarmede de moeder der Laren genoemd werd. Zie Lares.

tages

Toen een landman nabij de etrurische stad Tarquinii eens den bodem wat dieper omgroef dan gewoonlijk, kwam er een schoone knaap uit den grond te voorschijn, die alras bleek de wijsheid van eenen grijsaard te bezitten. De landman vluchtte, doch op zijn geroep kwamen spoedig eene menigte menschen toeloopen, aan wie Tages zijne wijsheid mededeelde en de kunst, later door de haruspices, (d. i. waarzeggers uit de ingewanden der offerdieren) uitgeoefend, leerde. De zetel van deze kunst bleef altijd Etrurië en vele jonge Romeinen trokken derwaarts om in de geheimen daarvan te worden ingewijd.

talassio / talassius

Een vriend van Romulus, die bij den sabijnschen maagdenroof eene groote rol had gespeeld. -
Volgens anderen een jong Romein, die door een gelukkig toeval de echtgenoot werd van de schoonste onder de geroofde sabijnsche meisjes. Deze was door een van de armere burgers geroofd, die trachtte zijnen buit voor zich te behouden door voortewenden, dat hij haar naar den algemeen beminden Talassius bracht. Doch het gansche volk keurde dit goed en hielp hem onder luid geroep haar naar Talassius voeren. Naar aanleiding dier gebeurtenis werd de naam Talassius een zeer gewone uitroep bij bruiloftsfeesten. -
Sommige houden dien naam echter voor eenen bijnaam van
Romulus / Quirinus.

talos (talus)

Een koperen man, dien Hephaistos aan Minos, den koning van Kreta, ten geschenke had gegeven, om, als hij afwezig was het eiland te bewaken. Driemaal liep hij dagelijks het eiland om en verhinderde de landing van vreemdelingen. Zoodra hij iemand naderen zag, dien hij niet wilde toelaten, sprong hij in een groot vuur, maakte zich gloeiend en drukte dan de aanlandenden in zijne armen, tot zij dood waren. Ook de Argonauten zou dit lot getroffen hebben, maar de list van Medeia redde hen. Deze wist namelijk, dat Talos slechts ééne ader had, die van het hoofd tot de voeten liep, en daar met eenen spijker gesloten was. Dien spijker trok zij uit zijne hiel, zoodat hij doodbloedde. -
Volgens anderen viel hij door de pijlen van
Poias.
(2) De neef van
Daidalos, dien deze uit afgunst op verraderlijke wijze van de akropolis te Athene wierp. (Zie Daidalos.)

talthybios (talthybius)

De heraut van Agamemnon, voor wien te Argos en te Sparta gedenkteekenen waren opgericht, bij welke men hem jaarlijks lijkoffers bracht. Toen de gezanten van den perzischen koning Dareios in Sparta waren vermoord, ontbrandde, zoo meende men, Talthybios in toorn over deze schending van het heilige recht der gezanten en onthield zijnen zegenenden invloed aan den staat, totdat twee Spartanen zich vrijwillig als zoenoffers aan Dareios overleverden.

tantalos (tantalus)

(1) Een zeer rijk koning van Lydië of van Phrygië, een gunsteling der goden. Meestal wordt hem ook goddelijke afkomst toegeschreven. Zijn vader was òf Zeus, òf de lydische berggod Tmolos. Als zijne moeder wordt meestal Pluto, eene personificatie van den rijkdom, genoemd. Hij was een lieveling van Zeus en werd toegelaten tot de maaltijden en raadsvergaderingen der goden, maar hij kon zijn geluk niet verdragen; daarom verloor hij de gunst der goden en werd door hen zwaar gestraft. Omtrent zijne schuld en zijne straf bestaan er verschillende legenden. Hij had de geheime besluiten van Zeus verraden, of hij had van den disch der goden nektar en ambrosia gestolen en die rondgedeeld onder zijne vrienden, of - en dit was het verhaal, dat het meeste geloof vond - de goden ten maaltijd genoodigd, en, om hunne alwetendheid op de proef te stellen, zijnen zoon Pelops gedood, en diens in stukken gehouwen lijk hun als spijze voorgezet. Nog eene andere mythe verhaalde, dat hij eenen gouden hond, dien Pandareos (Zie aldaar.) voor hem uit den tempel van Zeus op Kreta gestolen had, niet had willen teruggeven en zelfs gezworen had, dat die hond niet in zijn bezit was. Tot straf daarvoor zou Zeus hem van het gebergte Sipylos gestort hebben en dien berg zóó boven zijn hoofd hebben doen zweven, dat hij ieder oogenblik dreigde op hem nedertestorten. Soms wordt aan Tantalos zelfs de rol van Atlas toegekend en volgens sommige mythen moet hij dus het gewicht van den hemel op zijne schouders torschen. Maar meestal wordt verhaald, dat hij in den Tartaros in een water staan moest, dat tot aan zijne lippen reikte, terwijl boomtakken met geurige vruchten over zijn hoofd heenhingen. Als hij, door eeuwige honger en dorst gekweld, trachtte het water of de vruchten te bereiken, werden deze onmiddelijk ver van hem verwijderd. -

Paul Hermans : Tantalus

Zijne misdaden werden aan zijne afstammelingen, de Tantaliden, zwaar bezocht. Zijne zonen Atreus en Thyestes vervolgden elkander met eene reeks van zware gruweldaden. Zijne dochter Niobe laadde door haren overmoed den toorn der goden op zich. Tot in het derde en vierde geslacht bleef de vloek van Tantalos rusten op zijn huis. (Zie Agamemnon en Orestes.)
(2) Een der zonen van
Thyestes, wier lichaam door Atreus aan hunnen vader tot spijze werd voorgezet, derhalve een kleinzoon van den onder (1) genoemden Tantalos.

taphios (taphius)

Een zoon van Poseidon en Hippothoë, eene kleindochter van Pelops. Poseidon schaakte haar en bracht haar uit klein-Azië naar eene der Echinaden, de kleine eilanden, die voor de kust van klein-Azië gelegen zijn. Daar bracht zij eenen zoon, Taphios, ter wereld, die de stad Taphos stichtte, en de daar wonende menschen met den naam van Teleboiërs, d. i. "de vèr roependen", bestempelde omdat zijne moeder uit een verafgelegen land gekomen was. Taphios had eenen zoon, Pterelaos, die van zijnen grootvader Poseidon een gouden haar kreeg, dat hem onsterfelijk maakte. Zie Pterelaos.

taras

De zoon van Poseidon en eene Nymph. Hij kwam op eenen dolfijn van het voorgebergte Tainaron (een der zuidelijkste punten van Griekenland) naar zuid-Italië en stichtte daar de stad Tarentum, die door de Grieken Taras genoemd werd.

taraxippos (taraxippus)

D. i. "die de paarden schuw maakt". Zoo heette een rond altaar in de renbaan te Elis op de plaats, waar de paarden dikwijls schuw werden. Dat altaar was bestemd voor de offers, die daar aan een boozen geest, welke die schuwheid veroorzaakte, gebracht werden. Men hield het er voor, dat dit òf de geest van Myrtilos was, die zoo dikwijls zijnen wagen door die renbaan had gestuurd, òf van Oinomaos, die daar begraven was. -
Ook op den isthmos was zulk een Taraxippos, dien men voor den geest van
Glaukos, den zoon van Sisyphos hield. (Zie Glaukos (3).) -
Te Olympia wist men te verhalen van zekeren Ischenos, die, om Griekenland van eene pestziekte te verlossen, zich vrijwillig had opgeofferd. Na zijnen dood viel hem de eer te beurt naast de renbaan, waarin de olympische spelen gehouden werden, begraven te worden. Daar waarde hij later bij de wedrennen ook als Taraxippos rond.

tarchon

De zoon van Telephos, den zoon van Herakles, die met zijnen broeder Tyrrhenos [??Kox.] uit Griekenland naar Etrurië trok. Daar stichtten zij te samen twaalf steden, en ééne daarvan werd naar Tarchon Tarchonion, later Tarquinii, genoemd. Hij kwam met eene schare Etruriërs Aeneas te hulp in diens strijd tegen Turnus en de Rutuliërs.

tarpeius

Een bijnaam van Iupiter Kapitolinus, dien hij droeg, omdat de Tarpeïsche rots nabij zijnen tempel gelegen was.

tarquitus

Een zoon van den god Faunus en de Nymph Dryope. Hij was een aanvoerder in het leger van Turnus en werd door Aeneas gedood.

tartaros (tartarus)

Eene personificatie van den oorspronkelijk ledigen, duisteren afgrond onder de aarde. Hij is òf een zoon van Aither en Gaia, òf heet uit den Chaos ontstaan te zijn. Hij verbond zich met Gaia en deze baarde hem Typhöeus en Echidna en volgens sommige verhalen ook de Giganten. In den Tartaros zijn de woningen van den Slaap, van de Droomen, van den Nacht, en ook van de Gorgonen en de Erinnyën. Eene koperen muur was er om heen gebouwd en met koperen poorten, die door de vreeselijkste monsters bewaakt werden, was hij gesloten. Door Kronos werden de Kyklopen en de Hekatoncheiren, door Zeus de Titanen in den Tartaros geworpen, waaruit het hun onmogelijk was zich door eigen kracht te bevrijden. De Styx, de Acheron en de Kokytos stroomden door den Tartaros heen. Hij was zoover onder de aarde als de hemel boven de aarde is, d. i. zoover als een ijzeren aambeeld in tien dagen vallen kan. Men heeft berekend, dat dit een afstand wezen zou van 27 millioen mijlen, doch de ouden hebben zich stellig den Tartaros naderbij gedacht, daar b. v. Theseus, Orpheus, Herakles derwaarts afdaalden en weder naar de aarde terugkeerden. Daar was ook het oord, waar de gestorvenen boetten voor hetgeen zij bij hun leven hadden misdreven: de Danaïden schepten dáár zonder ophouden water in haar vat zonder bodem, dáár werden Theseus en Peirithoös aan eene rots vastgeklonken, omdat zij Persephone hadden willen rooven, dáár ondergingen Sisyphos, Ixion en Tantalos de straffen, die de goden over hen beschoren hadden. Andere schimmen werden door de Erinnyën met slangen gegeeseld. Eene eeuwige duisternis heerschte er, want driedubbele nacht bedekte den Tartaros, zoodat er geen zonnestraal kon doordringen. -
Niet ver van daar lag het
Elysion, dat weliswaar volgens deze voorstelling ook onder de aarde gelegen is, maar eene eigen zon heeft, die er eeuwig licht verspreidt. Zie verder Elysion.

taurika (taurica)

Een bijnaam van Artemis, dien zij droeg naar den bloedigen eeredienst, waarmede men haar in haren tempel in Tauris (de Krim) huldigde. Derwaarts ontvoerde zij Iphigeneia. Zie Artemis.