S : sabazios - sarpedon

sabazios (sabazius)

Een wezen uit den klein-aziatischen of uit den thrakischen eeredienst door de Grieken overgenomen, doch steeds door hen als eene vreemde, van buitenaf ingevoerde godheid beschouwd. Later smolt zijn dienst samen met dien van Dionysos, zooals deze door de Orphici werd vereerd (Zie Dionysos.), doch had tevens het woeste, orgiastische karakter van de thrakische wijze van vereering van dezen god. Zijn wezen valt dus samen met dat van Zagreus. Hij heet een zoon van Zeus en Persephone, zijne opvoedster heet Nyssa of Nysa, de Titanen scheuren hem in zeven stukken, maar zijn hart wordt door Zeus aan Athena gebracht. -
Zijne feesten werden onder nachtelijke wasschingen en reinigingen, die dikwijls, vooral later, tot grove uitspattingen aanleiding gaven, gevierd. -
In al hetgeen omtrent Sabazios vermeld wordt is iets duisters en verwards. Soms is zijn naam ook een bijnaam van Zeus, die dan bepaaldelijk voorgesteld wordt als de vader van Dionysos en den naam dadelijk bij diens geboorte aan dezen overdraagt.

sabus

Een zoon van Sancus, de nationale god der Sabijnen en tevens hun oudste koning. Men schreef hem ook toe, dat hij het eerst den wijnstok had geplant en daardoor den grond gelegd had tot de beschaving van zijn volk.

sagaritis

Eene der Dryaden, die Attis verleidde om de trouw, welke hij aan Rheia Kybele beloofd had, te breken. Zij werd daarvoor met den dood gestraft, daar Rheia den boom omhieuw, waarin zij leefde. (Zie Dryaden.) Andere mythen noemen haar eene Nymph van de Phrygische rivier Sagaris of Sangarios, terwijl in sommige legenden Nana als degene genoemd wordt, die Attis tot ontrouw durfde verleiden.

saïtis

Een bijnaam van Pallas Athena, onder welken men haar vereerde op den berg Pontinos bij Lerna in Argolis. Hoogstwaarschijnlijk was deze dienst naar Griekenland overgebracht uit Saïs in Egypte, waar men de godin Neith vereerde, die door de Grieken van lateren tijd met hunne Pallas Athena werd gelijkgesteld. Zie Athena.

salacia

Eene personificatie der zilte golven, die men aan Neptunus tot gemalin gaf. Volgens sommigen was zij bij hem de moeder van Triton. (Zie Neptunus.) -
Daar men meende, dat het gebruik van zout de kuischheid in gevaar kon brengen, werd zij ook door vrouwen van een lichtvaardig levensgedrag als hare beschermster aangeroepen. -
Soms is deze naam niets meer dan een bijnaam van
Venus. Zie aldaar.

salamis

Zie Kychreus.

salii

Twee priestercolleges te Rome, ingesteld ter eere van Mars en van Quirinus. Zie Mars, en Quirinus.

salmakis (salmacis)

Salmacis en Hermaphroditos : van Marbuse (16e eeuw)

De Nymph eener bron van denzelfden naam in Karië. Zij vatte eene hevige liefde op voor den schoonen Hermaphroditos, doch deze sloeg geen acht op haar smeeken. Toen hij zich nu eens in het water van hare bron baadde, omvatte zij hem en smeekte de goden, om, zoo hare liefde niet beantwoord konde worden, haar lichaam met dat van dengene, dien zij beminde, tot één lichaam te vereenigen. Haar smeeken werd verhoord en Hermaphroditos, vroeger een man, werd nu een tweeslachtig wezen. Zie Hermaphroditos.

salmoneus

De zoon van Aiolos en Enarete, de broeder van Sisyphos, eerst gehuwd met Alkidike, die hem eene dochter, Tyro, baarde, en later met Sidero. Hij was koning over Elis en bouwde daar de stad Salmone. Hij was zoo hoogmoedig, dat hij voor Zeus wilde gehouden worden en vereerd evenals deze. Om het volk in den waan te brengen, dat hij werkelijk een god was, beproefde hij de bliksems van Zeus natebootsen. Hij liet brandende fakkels om zich heen van eene hoogte naar beneden werpen en trachtte een geluid voorttebrengen als dat van het geratel van den donder, door met zijnen zwaren strijdwagen over koperen bruggen te rijden of met lucht gevulde zakken, achter zijnen wagen gebonden, medetesleepen. Zelfs liet hij menschen vermoorden, om te kunnen voorwenden, dat hij ze met zijnen bliksem verpletterd had. Eindelijk trof Zeus, deze trotschheid moede, hem met zijnen bliksem en verwoestte de gansche stad Salmone.

salus

Volgens de oud-romeinsche opvatting eene personificatie van de welvaart van den staat en in lateren tijd van die van den keizer. (Salus publica populi Romani, Salus Augusta.) Zij werd voornamelijk aangeroepen bij het begin van het jaar, op verjaardagen en bij andere dergelijke herinneringsfeesten. Doch vooraf moest door de augures uitgemaakt worden, of zulk een gebed der godin aangenaam zou zijn. Dit noemde men augurium Salutis. Daar hiermede echter zeer vele moeilijk te vervullen plechtigheden verbonden waren, werd het dikwijls verzuimd, tot keizer Augustus (30 vóór Chr. tot 14 na Chr.) en na hem Claudius (41 - 54) dit gebruik weder in het leven riepen. Van staatswege werd tot Salus alleen gebeden voor het welzijn van den staat, behoudens enkele uitzonderingen, zooals, toen Pompejus in 49 vóór Chr. gedurende zijnen oorlog met Caesar te Napels zwaar ziek werd, en er door gansch Italië gebeden tot Salus werden uitgeschreven voor zijn behoud. -
Voor de keizers tot Salus te bidden was plicht. Nero (54 - 68) stelde zelfs spelen in, die om de 4 jaren gevierd werden, de Neronia, en dienen moesten om Salus gunstig te stemmen voor zijn welzijn en den duur zijner regeering. Men pleegde zelfs te zweren per Salutem Caesaris, bij de Salus van den keizer. Ook de Christenen achtten dien eed geoorloofd en vermeden daardoor te zweren bij den Genius of de Fortuna van den keizer. Salus had eenen ouden tempel in Rome, die in 302 vóór Chr. tijdens de Samnitische oorlogen werd hersteld. Die tempel was daarom merkwaardig, omdat hij beschilderd was door den ook als geschiedschrijver bekenden Q. Fabius Pictor. Het feest der godin werd op den stichtingsdag van dien tempel, den 5den Augustus, gevierd. Verkeerde de staat in nood, dan vierde men nieuwe feesten ter harer eere of in hare tempel wijdde men geschenken, b. v. een gouden beeld. -
Afbeeldingen (op munten), die haar voorstellen, gelijken op die van
Fortuna. Ook zij houdt een roer vast en ook aan hare voeten ligt een bol. Meermalen wordt zij ook zittende afgebeeld en houdt dan eene schaal in de rechterhand, waaruit zij een plengoffer giet op een altaar, waarom zich een draak naar boven slingert. -
Langzamerhand werd Salus ook eene godin van het lichamelijke welzijn; dan heeft haar beeld veel gelijkenis op
Hygieia (Zie aldaar.) en stelt een jong meisje voor, dat uit eene schaal, die zij in de hand houdt, aan eene slang te drinken geeft.

sancus

Zie Semo Sancus.

sangarios (sangarius)

Een zoon van Okeanos en Tethys, de god van de klein-aziatische rivier van dien naam. Hij was gehuwd met Metope. Volgens sommigen was het zijne dochter Nana, volgens anderen Sa(n)garitis, eene Nymph, die in zijne wateren woonde, welke Attis tot ontrouw aan Rheia Kybele had verleid.

saön

De zoon van Hermes en Rhene. Hij verzamelde de inwoners van Samothrake in dorpen en steden, verdeelde hen in vijf stammen, die hij naar zijne zonen noemde en gaf hun wetten.

saotes

D. i. "de redder", een bijnaam van Zeus in Thespiai in Boiotië. Daar verwoestte een monsterachtig groote draak het land en een orakel beval aan het ondier jaarlijks eenen knaap te offeren. Toen nu door het lot een knaap, Kleostratos genaamd, werd aangewezen, om den draak te worden toegeworpen, liet zijn vriend Menestratos hem een pantser maken met weêrhaken en scherpe pinnen voorzien. Weliswaar verslond de draak den knaap en doodde hem aldus, doch het monster zelf stierf ook aan de wonden hem door het pantser toegebracht. Men meende deze redding aan Zeus verschuldigd te zijn en richtte hem daarom een beeld op onder den naam van Saotes.

sardos (sardus)

Een zoon van Makeris, die ééne zelfde persoon schijnt te zijn met Herakles. Hij voerde uit Lybië, waar hij te huis behoorde, eene kolonie naar het eiland Ichnusa, dat hij bevolkte, zonder daarom de oorspronkelijke bewoners te verdrijven. De Lybiërs zonden later een koperen beeld van Sardos als wijgeschenk naar den tempel van Delphoi en het eiland werd naar hem Sardo (thans Sardinië) genoemd.

saron

Een koning van Troizen. Hij was een groot liefhebber van de jacht en bouwde eenen tempel voor Artemis. Bij het vervolgen van een hert viel hij in de golf, die naar hem de saronische genoemd werd. Men begroef hem in het heilige bosch van Artemis.

sarpedon

(1) De zoon van Zeus en Europa. Nadat zijn broeder Minos zich van de alleenheerschappij over Kreta had meester gemaakt, geraakte hij met dezen in twist over eenen schoonen knaap, tengevolge waarvan hij Kreta moest verlaten. Hij begaf zich naar den klein-aziatischen koning Kilix, dien hij tegen de Lykiërs bijstond. Zelf werd hij koning over Lydië en Zeus stond hem de gunst toe om drie menschenleeftijden te doorleven.
(2) De zoon van
Zeus en Laodameia, de dochter van Bellerophon. De zonen van Bellerophon betwistten elkander het bezit van de regeering over Lykië. Na langen strijd werd bepaald, dat wie eenen ring van de borst van een kind zou wegschieten, zonder het te wonden, koning zou zijn. Laodameia wilde haren zoon Sarpedon voor die proef beschikbaar stellen. Uit eerbied voor deze grootmoedigheid werd nu de regeering aan Sarpedon opgedragen. -
Bij het begin van den trojaanschen oorlog vroegen zoowel de Grieken als de Trojanen om zijne hulp. Hij besloot zijnen bijstand te verleenen aan koning
Priamos en bracht de Grieken bij hunne landing groot nadeel toe. Hij doodde Tlepolemos, doch werd daarbij zelf zwaar gewond. Toen de Trojanen de legerplaats der Grieken bestormden, voerde hij een deel van het leger aan, besteeg de muren, en baande den Trojanen eenen weg naar binnen. Toen Hektor in den strijd met Aias terneêrgeworpen was, bedekte hij hem met zijn schild, maar eindelijk viel hij onder de handen van Patroklos. Zijne makkers trachtten zijn lijk te behouden. Apollo stond hun bij en redde het. De god reinigde het op bevel van Zeus en zalfde het met ambrosia en hulde het in een ambrosisch kleed. De wapenen echter van Sarpedon vielen in de handen der vijanden. Apollo gaf daarop het lijk aan Hypnos (de Slaap) en Thanatos (de Dood) en deze brachten het naar Lykië, opdat het daar eervol zou begraven worden. Sarpedon werd in de lykische stad Xanthos als heros vereerd. Somtijds wordt hij met zijnen onder (1) vermelden naamgenoot verward.