R : rediculus deus - rhea silvia

rediculus deus

Ook wel Tutanus genoemd, eene godheid, wier tempel op den Appischen weg vóór de porta Capena stond op de plaats, waar Hannibal, naar men zeide, daartoe door wonderbare visioenen bewogen, omgekeerd was, toen hij op Rome losrukte. De naam moet dus verklaard worden als "de god, die door den terugkeer beschermt". Deze god is een treffend voorbeeld van de gewoonte der Romeinen om bij eene buitengewone gebeurtenis een afzonderlijk, maar niet nader bepaald goddelijk wezen als den bewerker daarvan aantenemen, en den naam voor de nieuwe godheid uit de gebeurtenis zelve te putten.

redux

Een bijnaam van Fortuna, welke haar vooral gegeven werd door veldheeren en keizers, die als overwinnaars uit den krijg terugkeerden en haar dan tempels en altaren bouwden. Zie Fortuna.

regina

Een bijnaam van Iuno. (Zie Iuno.) Camillus bouwde haar op den Aventijnschen heuvel eenen tempel en plaatste daarin het beeld der godin, dat hij uit de burgt der veroverde stad Veii had medegenomen.

remulus

Ook Numanus genoemd. Hij was een der grootste helden van de Rutuliërs en zeer bevriend met hunnen koning Turnus, wiens jongere zuster hij gehuwd had, kort vóórdat Aeneas en de overige Trojanen in Italië waren gekomen. Trotsch op zijne nauwe betrekking tot het koninklijk huis, snoefde hij geweldig tegen de Trojanen en beweerde, dat zij als verwijfd en zwak verre moesten achterstaan bij de Rutuliërs, die gehard werden bijna van het uur hunner geboorte af aan. Hij noemde hen vrouwen en raadde hun aan de wapenen nederteleggen en den strijd overtelaten aan de mannen. Dat kon Ascanius niet verdragen; hij bad tot Iupiter om hulp, en de god verhoorde zijn gebed. De door hem afgeschoten pijl doorboorde de beide slapen van Remulus.

remus

De broeder van Romulus en door dezen gedood. (Zie Romulus.) Zijn geest verscheen aan zijne pleegouders en verlangde, dat er een feest zou worden ingesteld om hem te verzoenen. Dientengevolge werd ter zijner eere het feest der Remuria gevierd, dat later den naam kreeg van Lemuria. Zie echter Lemures.

rhadamanthos (rhadamanthus) / rhadamanthys

Een zoon van Zeus en Europa, de broeder van Sarpedon en Minos. Alle drie woonden op Kreta; doch Sarpedon en Rhadamanthys moesten vluchten, toen Minos zich van de heerschappij over het gansche eiland meester maakte. Rhadamanthys ging naar Okaleia in Boiotië en huwde daar na den dood van Amphitryon met Alkmene. Na zijnen dood werd hij wegens zijne rechtvaardigheid een van de rechters in de onderwereld en leefde in de Elysische velden. Zie Elysion.

rhakios (rhacius)

Een Kretenser, die uit Kreta eene kolonie naar klein-Azië voerde en daar huwde met Manto, de dochter van den waarzegger Teiresias, welke door hare verbintenis met Apollo de moeder was van den waarzegger Mopsos. Zie Manto en Klarios.

rhamnusia

Een bijnaam van Nemesis, dien zij droeg naar het attische vlek Rhamnus, de voornaamste plaats van hare vereering. Zie Nemesis.

rhea silvia

Mars "verrast" Rhea Silvia - een schilderij van Rubens

De moeder van Romulus en Remus. In de oudste legenden heet zij eene dochter van Aeneas. Dit kwam echter niet uit met de chronologie, die later omtrent de stichting van Rome aangenomen werd, zoodat men eene gansche reeks van Albaansche koningen tusschen Aeneas en Rhea Silvia inlaschte. Zóódoende kwamen sommigen er toe om twee personen aantenemen, die den naam van Rhea Silvia hadden gedragen, ééne oudere, de dochter van Aeneas, en ééne jongere, de moeder van Romulus en Remus. De oudere wordt dikwijls met den naam van Ilia bestempeld, de jongere is in de Romeinsche legende beroemd geworden. Zij was de dochter van den albaanschen koning Numitor. Deze werd echter door zijnen broeder Amulius van den troon gestooten en Rhea Silvia daarop gedwongen Vestaalsche maagd te worden, zoodat zij de gelofte moest afleggen van ongehuwd te zullen blijven. De god Mars verraste haar evenwel in den slaap en zij werd zwanger van tweelingen. Toen Amulius bemerkte, dat zij moeder zou worden, sloot hij haar in eene gevangenis op. Nadat zij hare kinderen ter wereld had gebracht, werd zij òf gedood, òf volgens eene andere legende gevangen gehouden, totdat zij later door hare zonen werd bevrijd. Nog andere legenden verhaalden, dat zij tot straf voor het schenden harer gelofte in den Tiber geworpen werd, of wel dat zij zich zelve uit wanhoop daarin stortte, doch dat de god dier rivier haar in zijne armen opving en haar tot zijne gemalin maakte.