P : paian - palinurus

paian / paion (paean / paeon)

De heelende god, een bijnaam van Apollo en andere godheden, die genezing aanbrachten, zooals Asklepios. Ook Ares werd, toen hij in den Trojaanschen krijg gewond was, door Paion genezen. In eenen ruimeren zin is hij de bevrijder van alle ongemak, en daarom wordt Paion ook gebruikt als bijnaam van Thanatos (den dood), daar hij de geneesmeester is voor de ziekte van het leven. Overal verbreide lyrische gedichten, die in den oudsten tijd gezongen werden, om Apollo tot verzoening te stemmen, wanneer eene besmettelijke ziekte het land teisterde, of die men, na verlossing van de kwaal, uit dankbaarheid ter zijner eere aanhief, droegen den naam van Paianen. (Zie Apollo.) Naderhand werden deze Paianen ook bij den dienst van andere goden bij gewichtige gelegenheden ter hunner verheerlijking gezongen, zoodat b. v. vóór het begin van eenen veldslag, of na de overwinning, Paianen in veelstemmige koren werden aangeheven. Eindelijk werden alle liederen bij feestelijke gelegenheden, inzonderheid bij gastmalen en drinkgelagen, alsmede de liederen, die men bij eene begrafenis, of daarna, tot verzoening van Hades zong, Paianen genoemd. "Io Paian" was bij de latere Grieken een uitroep, die zoowel de hoogste vreugde als de diepste smart uitdrukte. - Somtijds wordt deze god ook Paieon genoemd.

palaimon (palaemon)

De naam, dien Melikertes, de zoon van Athamas en Ino kreeg, toen hij, nadat zijne moeder met hem in zee was gesprongen, onder de zeegoden werd opgenomen. De Romeinen identificeerden hem met hunnen havengod Portunus. Zie Ino en Melikertes.

palaistes (palaestes)

D. i. "de worstelaar", een bijnaam van Zeus. Toen namelijk Herakles zich als mededinger had aangemeld in de Olympische spelen en niemand zich aanbood om het tegen hem optenemen, daalde Zeus van den hemel neder, streed met zijnen zoon en liet zich door hem overwinnen om den roem van Herakles te verhoogen.

palaistra (palaestra)

Eene dochter van den arkadischen koning Chorikos, wiens zonen zich door de uitvinding der kunst van het worstelen hadden beroemd gemaakt. Palaistra genoot de liefde van Hermes en deelde dezen het geheim der nieuwe kunst mede. Hermes gaf daarop de worstelkunst voor eene uitvinding van hem zelven uit en noemde haar naar den naam van het door hem beminde meisje. De broeders van Palaistra echter besloten zich te wreken. Toen zij eens Hermes op den berg Kyllene slapende vonden, hieuwen zij hem de handen af. Zeus genas zijnen zoon en strafte de zonen van Chorikos, zoowel als dezen zelven, omdat hij den raad tot de verminking van Hermes gegeven had.

palamedes

Een zoon van koning Nauplios van Euboia, naar dezen Naupliades genoemd, en van Klymene, eene dochter van Katreus, koning van Kreta. Hij trok, daar hij verwant was met het geslacht der Atriden, met het leger der Grieken onder bevel van Agamemnon tegen Troje op, en was daar een der dapperste en verstandigste aanvoerders. Hij verwierf zich daarenboven den roem van een zeer wijs en vindingrijk kunstenaar te zijn, en men schreef hem de uitvinding van de vuurtorens, van het dobbelspel, van maat en gewicht, en groote vaardigheid in het uit het hoofd rekenen toe; zelfs verhaalde men van hem, dat hij een goed dichter geweest was, en het door Kadmos naar Griekenland gebrachte alphabet met vier nieuwe letters verrijkt had. In weêrwil van dat alles vond hij gedurende dit beleg eenen treurigen dood, die alleen door de wraakzucht van Odysseus werd bewerkt. Palamedes had zich den haat van dien held op den hals gehaald, doordat hij het bedrog openbaarde, dat deze had uitgedacht om de Grieksche vorsten te misleiden, toen zij naar Ithaka kwamen, om hem, overeenkomstig zijne vroeger afgelegde belofte, tot deelneming aan den tocht naar Troje te bewegen. Odysseus kon toen niet langer weigeren om vrouw en kind te verlaten en den langen tocht medetemaken (Zie Odysseus.), maar hij koesterde daarom ook tegen Palamedes voortaan eenen onverzoenlijken haat. Voor Troje nam zijne verbittering nog toe. Eens keerde hij van eenen strooptocht zonder buit terug, en werd daarom door Palamedes bespot, die van denzelfden tocht met buit beladen in het leger was teruggekomen. Thans kende zijn haat geene grenzen meer en hij besloot alles in het werk te stellen om zijnen tegenstander in het verderf te storten. Om zijn doel te bereiken nam hij zijne toevlucht tot een laaghartig middel; hij begroef heimelijk in de tent van Palamedes eene aanzienlijke som gelds, en zond eenen Trojaanschen gevangene uit, die voorgeven moest, dat hij van Troje kwam en eenen brief van koning Priamos moest overbrengen, waaruit bleek, dat Palamedes zich door dezen had laten onkoopen. Deze door Odysseus zelven opgestelde brief werd natuurlijk onderschept, en nu klaagde Odysseus den onschuldigen Palamedes voor eenen krijgsraad, uit de voornaamste aanvoerders van het Grieksche leger bestaande, van verraad aan. Bij het doorzoeken der tent vond men werkelijk de geldsom, waarvan in den brief gesproken werd, en dit stelde de schuld van den aangeklaagde buiten allen twijfel. Vruchteloos waren alle betuigingen zijner onschuld: de bewijzen van het tegendeel schenen te overtuigend, en de onschuldige werd veroordeeld om gesteenigd te worden, vooral ook daar verscheidene andere op zijnen roem naijverige legerhoofden, zooals Agamemnon en Diomedes, zijnen dood wenschten. Palamedes liet zich met de grootste standvastigheid ter strafplaats voeren, en zeide niets anders dan: "Ik beklaag u, o waarheid, want gij zijt lang vóór mij gestorven!" -
Hoe de vader van den onschuldig vermoorden Palamedes voor diens dood op de Grieken wraak nam, zie daarover Nauplios (2). -
Het lot van Palamedes is zeer dikwijls door de dramatische dichters der Grieken tot het onderwerp hunner treurspelen gekozen. -
Voor onze letterkunde heeft de legende van Palamedes dit belang, dat zij Vondel de stof gaf tot zijnen Palamedes of vermoorde onnoozelheid, waarin de dichter het doodvonnis aan Johan van Oldenbarnevelt voltrokken, als een gerechtelijken moord voorstelt. -
In de scholen der rhetoren werden in lateren tijd als een lievelingsonderwerp voor eene pleitrede de beschuldiging en de verdediging van Palamedes opgegeven. -
Op de klein-aziatische kust tegenover het eiland Lesbos stond het beeld van Palamedes in een hem gewijd heiligdom, waar hij als heros werd vereerd.

palatinus

Een bijnaam van Apollo, dien hij droeg naar den tempel, welken Augustus hem na den slag bij Actium op den Palatijnschen berg had laten oprichten.

pales

Eene godheid der Romeinsche herders, die de kudden voedde, onderhield en vruchtbaar maakte. Vooral werd zij vereerd op den Palatijnschen heuvel. Het schijnt, dat zelfs de naam van dien heuvel, Palatium, niets anders beduidt dan "eene nederzetting, eene kolonie van herders". Van het Palatium is de oorsprong en de bloei van Rome uitgegaan. Daarom werd Pales ook in nauw verband gebracht met de stichting der stad en het feest, haar ter eere op den 21sten April gevierd, de Palilia, of zooals men gewoonlijk, hoewel ten onrechte zeide, de Parilia, werd dan ook als het stichtingsfeest der stad beschouwd. Het ging gepaard met groot gejubel, luidruchtige vroolijkheid en allerlei eigenaardige gebruiken. Zoowel de vruchtbaarheid en zegen schenkende kracht der godin, als hare macht om te reinigen lagen aan die gebruiken ten grondslag. Een sprong, dien de herders deden door het in brand gestoken stroo, een sprong, dien zij zelfs somtijds lieten doen door hunne schapen, moest die reiniging symbolisch voorstellen. -
Somtijds werd Pales als eene mannelijke godheid beschouwd, doch ook als een god, die de vruchtbaarheid in de natuur opwekt. Hij heeft dan veel overeenkomst met den Griekschen god der weiden en kudden,
Pan.

palikoi (palici)

Daimonen, die op Sicilië werden vereerd. Men noemde hen tweelingzonen van Zeus en eene siciliaansche Nymph, hetzij Aitna, hetzij Thaleia geheeten. Toen de tijd naderde, waarop deze moeder zou worden, smeekte zij uit vrees voor Hera, dat het haar geoorloofd zou zijn zich in den diepen schoot der aarde te verbergen. Dit werd haar toegestaan, doch toen de kinderen ter wereld gekomen waren, opende zich de aarde weder en liet hun den toegang tot het licht van den dag vrij. Zij werden Palikoi, d. i. "teruggekomenen" genoemd. Dicht bij de plaats, waar zij op de aarde waren verschenen, lagen twee kleine meeren, die geacht werden tot hen in betrekking te staan. In de nabijheid daarvan lag ook een hun gewijde tempel, welke een toevluchtsoord was voor slaven, die door hunne meesters te hard behandeld werden. Zij vonden daar verzorging, totdat door dengeen, wien zij toebehoorden, een eed was afgelegd, dat hij voortaan een goed meester voor hen zou zijn. Zulk een eed werd altijd trouw nagekomen, want de Palikoi waakten ook over de heiligheid van den eed. Wie daarom, wanneer hij aangeklaagd was van eene misdaad, durfde zweren, dat hij onschuldig was, werd bij de meren der Paliken gebracht. Daar werd de eed op een schrijftafeltje geschreven en in het water, dat steeds zwaveldampen uitwasemde, geworpen. Bleef het drijven, dan achtte men de onschuld bewezen; zonk het daarentegen, dan werd degeen, die den eed gezworen had, onmiddelijk in den zwavelpoel geworpen, of, waren er verzachtende omstandigheden aanwezig, van het gezicht beroofd. Meermalen waren deze Paliken ook het onderwerp van voorstellingen der beeldende kunst.

palilia

Zie Pales.

palinurus

Palinurus sp. behoort tot het genus der Crustacea

De stuurman van het schip van Aeneas, toen deze naar Italië trok. Door de goden in eenen diepen slaap gedompeld, viel hij in zee, toen zij dicht bij het eiland der Seirenen waren. Aeneas trof hem naderhand weder aan in de onderwereld en beklaagde zich over de bedriegelijkheid der orakels, daar Apollo hem voorspeld had, dat Palinurus Italië zou aanschouwen. Diens schim deelde daarop mede, dat hij, drijvende op zijn roer, levend aan de kust was gekomen, maar daar door de Lucaniërs vermoord. De plaats, waar dit geschied was, kreeg naar Palinurus haren naam. Om zijne schim te verzoenen werden daar later lijkspelen ter zijner eere gevierd.