N : naiaden - neleus

naiaden

(Enkelvoud ook Naïs.) De Nymphen der rivieren, beken en bronnen. Gewoonlijk worden zij als jonge, schoone meisjes afgebeeld, zeer dikwijls in gezelschap van andere riviergoden. Zie verder Nymphen. - Tot de Naiaden behoorden ook de Danaïden. Zie aldaar.

napaien (napaeën)

De Nymphen der dalen en kloven, die gewoonlijk tot de Oreaden gerekend worden. Zie verder Nymphen.

narkaios (narcaeus)

Een zoon van Dionysos en Physkoa, een meisje uit Elis, dat de liefde van den god had weten te winnen. Hij werd een dapper en machtig man en bouwde voor de rijkdommen, die hij zich verworven had, eenen tempel ter eere van Pallas Athena, die hij daarin onder den naam van Narkaia vereerde. Ook Dionysos werd het eerst door hem als god vereerd. Zijne moeder genoot ook verscheidene eerbewijzingen; o.a. is een aan Hera geheiligde dans, die door 16 vrouwen uitgevoerd werd, naar haren naam genoemd.

narkissos (narcissus)

echo en narcissus

Een zoon van den riviergod Kephissos en de Nymph Liriope, was een jongeling van buitengewone schoonheid, maar geheel onvatbaar voor den invloed der liefde. Toen hij nog een knaap was, trachtte zijne moeder van den waarzegger Teiresias zijn toekomstig lot te vernemen en kreeg van dezen ten antwoord, dat hij eenen hoogen leeftijd zou bereiken, zoo hij zich zelven niet leerde kennen. De bekoorlijkste van alle Nymphen, de schoone Echo, vatte een hevige liefde voor hem op, doch hij stiet haar met zulk eene hardvochtigheid van zich af, dat de godin Nemesis, of volgens anderen Aphrodite, besloot de gebeden, die Echo tot de goden richtte om haar te wreken, te verhooren. Toen nu Narkissos eens zeer verhit en dorstig van de jacht huiswaarts keerde, bukte hij zich over eene bron, waarvan de heldere waterspiegel hem zijne eigene bekoorlijke beeldtenis te aanschouwen gaf. In den beginne meende hij de gedaante van een ander persoon te aanschouwen, en zijne oogen niet van het beeld kunnende afwenden werd de jongeling hevig op zich zelven verliefd. Te laat zag hij zijne dwaling in, toen hij ook zijne wapenen en zijne kleederen zag. Evenals Echo vroeger van smart verteerd was, zoo verteerde ook thans Narkissos van liefde en vruchteloos verlangen, totdat hij langzamerhand tot eene schim uitteerde en door de goden uit medelijden in de naar hem genoemde bloem narcis veranderd werd, die nog thans hare kroon in smachtend verlangen over den zoom van heldere beken laat hangen en zich in het water spiegelt, en het beeld is van koude, gevoellooze schoonheid. (Zie Echo.) Zoo vonden hem de Nymphen, toen zij den verlorene zochten. Andere legenden stelden in de plaats van Echo eenen schoonen jongeling, Aminias, wiens genegenheid Narkissos zoolang versmaadde, tot de goden hem daarvoor straften. - Latere mythen die naar eene meer geloofwaardige verklaring van het verhaal streefden, meldden, dat Narkissos liefde had opgevat voor zijne tweelingzuster, die zóó sprekend op hem geleek, dat hij, zich zelven in het water ziende, waande haar te zien en van verdriet omkwam bij de vruchtelooze pogingen, die hij aanwendde, om haar te bereiken. - De beeldende kunstenaars hebben Narkissos dikwijls voorgesteld als verzonken in de bewondering zijner eigene schoonheid.

narcissus : door caravaggio

naupliades

Zie Palamedes.

nauplios (nauplius)

(1) Een zoon van Poseidon en van Amymone, eene der dochters van Danaos. (Zie Amymone.) De Arkadische koning Aleos gaf aan dezen Nauplios zijne dochter Auge over, om haar in zee te werpen, toen hij vernomen had, dat zij eenen zoon, Telephos genaamd, had ter wereld gebracht en dien in den tempel van Athena, wier priesteres zij was, had verborgen. Nauplios bracht haar echter naar koning Teuthras van Mysië. (Zie Auge.)
(2) Een afstammeling van dezen. Zeer dikwijls wordt hij met zijnen voorvader verward. Hij nam deel aan den tocht der
Argonauten, was ook een bekwaam zeeman en vooral bedreven in de sterrekunde.
(3) Een koning van Euboia, aan wien
Katreus van Kreta, de zoon en opvolger van den jongeren Minos, zijne beide dochters overgaf, onder voorwaarde dat hij haar in ververwijderde landstreken zou verkoopen. Een orakel had namelijk dezen vorst verkondigd, dat hij door zijne kinderen zou omkomen. (Zie Althaimenes.) Over de ééne, Aërope, zie Aërope en Atreus. De tweede, Klymene genaamd, koos hij zelf tot gemalin, en zij baarde hem, behalve verscheidene andere kinderen, Palamedes, een der voornaamste helden in het leger der Grieken vóór Troje. Van verraad aangeklaagd door Odysseus, Agamemnon en Diomedes, die hem haatten, werd de jonge held onder de muren dezer stad onschuldig ter dood gebracht. Vruchteloos poogde Nauplios, die zich later zelf naar het leger begaf, de vrijspraak of eene eervolle verontschuldiging voor het zijnen zoon aangedane onrecht te verwerven; daarom besloot de diep beleedigde vader op de naar huis keerende grieksche bevelhebbers eene vreeselijke wraak te nemen. Van Troje teruggekeerd liet hij door Oiax, zijnen tweeden zoon, overal het gerucht verspreiden, dat de zóó lang afwezige veldheeren en koningen van plan waren hunne hen met angst wachtende gemalinnen te verstooten, en zich andere vrouwen uit het Oosten medetebrengen, en verder, dat sommige hunner reeds in den strijd tegen de Trojanen gevallen waren. Dergelijke valsche berichten hadden de gevolgen, die de koning er van verwacht had. De vertoornde gemalinnen wreekten zich op hare echtgenooten, die, naar zij meenden, haar ontrouw waren geworden, deels door zelve ook hare trouw te schenden, deels door hen te vermoorden, toen zij behouden in het vaderland aankwamen. Uit wanhoop verhing zich Antikleia, de moeder van Odysseus, op het hooren van het onware bericht van den dood van haren zoon, terwijl Penelope, diens getrouwe gade, zich in zee stortte, doch van den dood gered werd. De wraak van Nauplios was daarmede echter niet voldaan. Toen de vorsten na de verovering van Troje den steven huiswaarts wendden en Euboia voorbijzeilden, beval hij op het voorgebergte Kaphareus, de gevaarlijkste plaats der kust, lichten aantesteken, waardoor vele schepen in onveilig water komende op die kust verbrijzeld werden. Wie in de golven niet bezweek werd door Nauplios en de zijnen, die de schipbreukelingen opwachtten, op onbarmhartige wijze gedood. Sophokles heeft in deze gebeurtenissen de stof gevonden voor enkele zijner treurspelen, die echter zijn verloren gegaan.

nausikaa (nausicaa)

De dochter van Alkinoos, koning der Phaiaken, en van Arete. Zij ontving Odysseus vriendelijk en bracht hem naar haren vader. (Zie Alkinoos en Odysseus.) Volgens eene veel jongere sage zou zij later met den zoon van Odysseus, Telemachos, gehuwd zijn.

nausinoos (nausinous)

Evenals Nausithoos, de zoon van Odysseus en Kalypso of volgens anderen van Odysseus en Kirke.

nausithoos (nausithous)

(1) Een koning der Phaiaken, de zoon van Poseidon en Periboia, die de dochter was van Eurymedon, den koning der Giganten. Hij was de vader van Alkinoos en Rhexenor.
(2) Zie
Nausinoos.

neaira (neaera)

Eene Nymph, die door den zonnegod werd bemind en hem twee dochters baarde, Phaëthusa en Lampetië, die op het eiland Thrinakria de kudden weidden van haren vader. Zie Helios.

necessitas

Eene personificatie van de noodzakelijkheid. Zij komt voor in het gevolg van Fortuna en slaat de spijkers in, die het noodlot bepalen. In wezen komt zij overéén met de Grieksche Anankê. Zie Anankê.

neda

Zie Hagno.

neilos (nilus)

De stroomgod van de egyptische rivier den Nijl. Hij was een zoon van Okeanos en Tethys, de vader van de Nymph Memphis, die met Epaphos, den koning van Egypte huwde en bij hem de moeder werd van Libya. (Zie aldaar.) Daar hij aan het land den zegen der vruchtbaarheid schonk, werd hij door de Egyptenaren gelijkgesteld met hunnen zonnegod Osiris. Op de nevensgaande afbeelding [ontbreekt; Kox] wordt hij voorgesteld, leunende tegen een rivierpaard, met eenen hoorn des overvloeds, die met veldvruchten is gevuld, in de rechter-, en eenen korenhalm in de linkerhand. Somtijds beeldde men hem af omringd door zestien geniën, die doelden op de zestien ellen, welke de rivier wassen moest, om Egypte vruchtbaar te maken.

nektar (nectar)

De drank der goden, evenals Ambrosia hunne spijs is. (Zie Ambrosia.) Wat het uiterlijke betreft gelijkt hij geheelenal op wijn en heeft eene roode kleur. Ook wordt hij door de goden, evenals de wijn door de menschen, met water vermengd gedronken. Met de ambrosia vermengd, doet hij in hunne aderen het godenbloed, ichor, ontstaan, dat de oorzaak is hunner onsterfelijkheid en hunner eeuwige jeugd. Odysseus wil er niet van proeven, omdat hij een sterveling blijven wil. Doch het was noodig geregeld nektar te blijven gebruiken om de onsterfelijkheid deelachtig te worden. Achilleus werd er slechts oogenblikkelijk door gesterkt. Alleen Apollo kreeg na éénmaal nektar gedronken te hebben terstond eene goddelijke natuur. - Thetis bewaarde het lijk van Patroklos voor bederf door het met nektar te besprenkelen. - Een bijzonder liefelijke geur werd aan den nektar toegeschreven. - Later werd de naam overdrachtelijk gebruikt voor alle bijzonder geurige en lekkere dranken.

neleus

De tweelingbroeder van Pelias, de zoon van de schoone Tyro, eene dochter van Salmoneus, en van Poseidon, den god der zee, die tot haar gekomen was onder de gedaante van Enipeus, eenen thessalischen riviergod. (Zie Enipeus.) Door zijne moeder werd hij met zijnen broeder te vondeling gelegd, maar door herders gevonden en opgevoed. Eerst toen zij volwassen waren, vernamen zij, wie hunne moeder was. Daarop was hunne eerste daad de wreede stiefmoeder van deze, Sidero, die Tyro de vreeselijkste mishandelingen deed ondergaan, te dooden. Tyro huwde later met Kretheus, den stichter van de Thessalische stad Iolkos. Toen deze gestorven was, kregen de beide broeders twist over de heerschappij over Iolkos; Neleus werd door zijnen broeder verdreven, en vluchtte naar Messenië, waar hij de stad Pylos bouwde of veroverde. Aldaar huwde hij met Chloris, eene dochter van Amphion, die hem twaalf zonen en ééne dochter, Pero genaamd, schonk; Bias verwierf hare hand, met behulp zijns broeders Melampus. (Zie Melampus.) Al deze zonen werden in éénen strijd door Herakles gedood, met uitzondering van Nestor, die toevallig van huis afwezig was. De oorlog was daardoor ontstaan, dat Neleus Herakles, nadat deze Iphitos vermoord had, niet door een zoenoffer reinigen wilde. Alle zonen van Neleus hadden hunnen vader tot die weigering aangezet behalve Nestor, en volgens sommigen was dit de reden, waarom de held dezen spaarde. Ook Neleus viel in den slag; volgens anderen stierf hij na eenen gelukkigen oorlog met de Epeërs gevoerd te hebben te Korinthe, waar hem door Sisyphos een grafteeken werd opgericht.