I - J : iakchos - iason

iakchos

Zie Dionysos en Eleusinia.

ialemos (ialemus)

Eene personificatie van het klaaglied, een zoon van de Muze Kalliope en Apollo. Hij was alshetware geheelenal de tegenstelling van Hymenaios, die de personificatie was van het bruiloftslied.

iambe

Eene dienstmaagd van Metaneira, de gemalin van Keleos. (Zie Demeter.) Zij had hetzelfde vroolijke karakter als hare ouders Pan en Echo, en zij wist zich dan ook, toen Demeter in Eleusis bij Keleos kwam om hare verlorene dochter Persephone te zoeken, zoo koddig voortedoen, dat de godin haar leed vergat en in lachen uitbarstte. Demeter beloonde haar, door haar tot de priesteres van haren tempel te maken en zij voerde als zoodanig het gebruik in, om de feesten van Demeter met vroolijken, maar ook bijtenden scherts te vieren. - Naar haar werd de iambische versmaat genoemd, welke het eerst gebruikt is door dichters, die de verbolgenheid van hun gemoed in bijtende verzen lucht wilden geven.

iana

Zie het volgend artikel.

ianus

 

 

Deze god is dikwijls een mythologisch raadsel genoemd en zeker niet ten onrechte. Hij is zeker een der oudste italische goden en voor de Romeinsche mythologie alshetware de plaatsvervanger van de legenden, die de Grieken bezaten omtrent het ontstaan hunner goden. Reeds vroeg was de eigenlijke beteekenis van den god in het godsdienstig bewustzijn van de Romeinen duister en onverklaarbaar geworden, doch de gebruiken, oorspronkelijk aan zijnen eeredienst verbonden, bleven bestaan. Bij de alleroudste denkbeelden, die men omtrent dien god koesterde, voegden zich in verloop van tijd nieuwe denkbeelden, die op hunne beurt weder de eerbiedwaardigheid kregen van den ouderdom.
De legende noemt hem als den stichter van het maatschappelijk leven en van de maatschappij. Hij was het, die de menschen verloste uit hunnen ruwen en barbaarschen toestand en hen bracht tot samenwoning en een ordelijk leven. Men verhaalt van hem, dat hij geregeerd heeft in de gouden eeuw (Zie
Eeuwen.), en zijne regeering wordt voorgesteld als een tijdperk van geluk en van volmaakten vrede. De heuvel, waarop hij zijne woning had gehad, werd ook in lateren tijd naar hem Ianiculus geheeten. Daar had hij Saturnus, toen deze als vluchteling naar Italië kwam, gastvrij opgenomen. - De naam zijner gade wordt verschillend opgegeven. Nu eens heet zij Iana, een andere naam voor Diana: de godin der maan. De vorm Iana is niets anders dan het vrouwelijk van Ianus. Deze moet derhalve ook beschouwd worden als eene godheid des lichts. Anderen noemden als zijne gade de nymph Camasene (Zie Cameses.) of de zegen aanbrengende godin Iuturna. De sage verhaalde, dat de dienst van Ianus reeds door den eersten koning, door Romulus, was ingevoerd, toen de stad door de hulp van den god uit groot gevaar was gered. In den oorlog met de Sabijnen namelijk, drongen deze de stad binnen door eene poort, die men niettegenstaande alle aangewende pogingen niet had kunnen sluiten. Zij werden echter plotseling teruggedrongen door eene bron van zwavel, die uit den grond opborrelde. Romulus wijdde die bron en die poort aan Ianus, wiens gunst men in deze plotselinge gebeurtenis meende te ontwaren. Zijn eeredienst werd geheelenal geregeld door Numa, die hem eenen tempel bouwde met twee deuren en de eerste maand van het jaar naar hem noemde. Die twee deuren bleven alleen in vredestijd gesloten, maar zoodra er een oorlog uitbrak werden zij geopend. - De legende verhaalt, dat in koning Numa's tijd de tempel van Ianus 43 jaren lang gesloten bleef. Na dien tijd stond hij bijna altijd open. Alleen tusschen den eersten en tweeden Punischen oorlog kon men hem sluiten en toen eerst weêr na den slag bij Actium (31 v. Chr.). Keizer Augustus mocht nog tweemalen het voorrecht genieten den tempel van Ianus te sluiten, den laatsten keer, naar men verhaalt, in het geboortejaar van Christus. Ook Nero roemde er op, dat onder zijne regeering die tempel gesloten was. Dat openen en sluiten geschiedde op plechtige wijze door den consul. Als de god, die te kennen gaf, of er oorlog of vrede was, heette hij Ianus Quirinus.
In het algemeen was Ianus een god van het begin en het einde, van het openen en het sluiten. De deur (ianua) droeg daarom naar hem haren naam. Men vereerde hem als den god, die over het begin van alle dingen het bestuur voert. Bij alle offers en gebeden werd hij het eerst, zelfs vóór
Iupiter genoemd. Daarom draagt ook de eerste maand van het jaar zijnen naam. Op dien dag vermeed men alles, wat eene kwade beteekenis kon hebben voor de toekomst en gaf men, om de vriendschappelijke verhouding te bevestigen, elkander kleine geschenken. Ook de consuls aanvaardden hun ambt, althans in de latere tijden der republiek, op den eersten dag der aan Ianus gewijde maand.
Zeer talrijk zijn de bijnamen, die aan Ianus werden gegeven. Over Ianus Quirinus is reeds gesproken. Als god, die alom vruchtbaarheid verspreidt en leven wekt, noemde men hem Ianus Consivius; als god, die den dag begon, was hij de god van den morgen en heette hij Ianus Matutinus. De naam van Pater Ianus ("vader Ianus") was reeds in den alleroudsten eeredienst van den god een zeer gebruikelijke naam. Ja, men vereerde hem zelfs als Divus Deûm, "den god der goden".
De beelden van Ianus, die hem ten voeten uit voorstelden, droegen in de rechterhand eenen scepter, in de linkerhand een sleutel. Doch de meest gewone voorstelling beeldde alleen het hoofd van den god af, maar dan steeds een dubbel hoofd, dat naar twee tegenovergestelde kanten uitzag. De beteekenis van dat dubbele hoofd is onzeker. Soms treft men beelden aan, waarin het ééne gezicht dat van eenen man, het andere dat van eene vrouw is, waarin men dan Ianus als god der zon en Diana als godin der maan meent te herkennen. Soms, ( ... ), worden de beide hoofden van den god voorgesteld met eenen baard, soms ook beide zonder baard. Soms verklaart men zijne twee aangezichten, dat hij als de god der zon, die 's morgens op- en 's avonds ondergaat naar het Oosten en het Westen ziet. Soms is het ééne gelaat van een jongeling, het andere dat van een grijsaard, om hem aanteduiden als een god, die zoowel in de toekomst als in het verleden ziet.

iapetos (iapetus)

Een der Titanen, een zoon van Uranos en Gaia. Hij was bij zijne gemalin Asia of Klymene, eene der Okeaniden, de vader van Prometheus, Epimetheus, Atlas en Menoitios. Met de overige Titanen werd hij, nadat ze beproefd hadden den hemel te bestormen, in den Tartaros opgesloten.

iapis

Een zoon van Ianus, van wien de Romeinsche dichter Vergilius verhaalt, dat Apollo, die hem liefhad, hem de gave der voorspelling en zijne lier wilde geven. Iapis echter begeerde in de plaats daarvan de kennis van de geneeskunde, om het leven van zijnen vader te kunnen verlengen. - Hij werd ook geroepen om eene wonde van Aeneas te genezen, die dezen was toegebracht in den strijd tegen Turnus. Toen echter de moeder van Aeneas, Venus, zelve die wonde heelen deed, was Iapis eerlijk genoeg, om te erkennen, dat zijne kunst daarbij hare kracht niet had getoond.

iapyx

De mythische stamvader der in het Zuiden van Italië wonende Iapygiërs. De legende noemt hem een' zoon van Daidalos en verhaalt, dat hij van Kreta naar Italië gekomen was.

iarbas

Een koning en priester van de Gaetuliërs in Noord-Afrika, een zoon van Iupiter Ammon (Zeus Ammon) en de lybische nymph Garamantis. Hij bouwde voor zijnen vader 100 prachtige tempels en richtte hem 100 altaren op. Volgens den Romeinschen dichter Vergilius wilde hij zich als gemaal opdringen aan de Karthaagse koningin Dido, zoodat deze zich slechts van hem kon bevrijden door zich te dooden.

iasion

Een zoon van Zeus, die door Demeter werd bemind. Zij schonk hem eenen zoon, Plutos genaamd. Uit jaloezy werd hij echter door zijnen vader met eenen bliksemstraal gedood, terwijl hij op een driemaal omgeploegd zaadveld Demeter omarmde. - De zin van deze mythe is, dat door de bebouwing der aarde (Demeter) de rijkdom (Plutos) wordt voortgebracht, doch dat de hoop des landmans somtijds door het ingrijpen der geweldige krachten van de natuur (den bliksem van Zeus) wordt teleurgesteld.

iason

 

[afbeelding van de hoes van VHS Videocassette van Jason and the Argonauts (1963), starring Todd Armstrong en Nancy Kovack, onder regie van Don Chaffey]

De zoon van Aison en Polymede of Alkimede, de aanvoerder van den tocht der Argonauten. (Zie aldaar.) De nevensgaande afbeelding [ontbreekt; Kox] stelt hem voor, terwijl hij het gulden vlies beschouwt, dat door den draak, die zich om den boom slingert, wordt bewaakt. Toen hij door de hulp van Medeia, de dochter van Aietes, den koning van Kolchis, de gouden vacht in zijn bezit had gekregen en met haar vluchtende in het land der Phaiaken gekomen was, (Zie Argonauten.) werd hij daar ingehaald door degenen, die Aietes, de vader van Medeia, had uitgezonden, om hem natezetten. De koning der Phaiaken, Alkinoös wilde het recht der gastvrijheid niet schenden en wist daarom met de Kolchiërs een verdrag aantegaan, waarbij bepaald werd, dat op den volgenden dag Medeia, zoo zij nog niet de gade van Iason was, aan hen zou overgeleverd worden. De gemalin des konings Arete, dit vernemende, bewerkte, dat nog in dienzelfden nacht het huwelijk tusschen Iason en Medeia werd voltrokken. De Kolchiërs moesten dus onverrichter zake aftrekken. - Te samen trokken zij naar Pelias, die over Iolkos regeerde, terwijl het bestuur daarover rechtens aan Iason toekwam. (Zie Argonauten.) Medeia wist op listige wijze Pelias uit den weg te ruimen, en gaf, toen zij hem gedood had, haren gemaal door eene brandende fakkel een teeken, waarop deze zich van de regeering over de op geen tegenweer bedachte stad meester maakte. Hij gaf het bestuur evenwel spoedig, hetzij vrijwillig of gedwongen, over aan den zoon van Pelias, Akastos. (Zie aldaar.) Hij zelf trok met zijne gade naar Korinthe. Daar vatte hij liefde op voor de dochter van Kreon, den koning dier stad, door sommigen Glauke (Zie aldaar.), door anderen Kreusa genoemd. Medeia wreekte zich op vreeselijke wijze over de ontrouw van haren echtgenoot, door zijne nieuwe bruid en de kinderen, die zij zelve hem gebaard had, te vermoorden. - Omtrent den dood van Iason zeggen sommige legenden, dat hij uit smart over de daad van Medeia zich heeft omgebracht, andere, dat hij op den Isthmos van Korinthe, terwijl hij onder de Argo, die hij daarheen had gebracht, te slapen lag, door het instorten van het vermolmde schip is gedood. - De beteekenis der mythe van Iason is niet volkomen zeker. Twee punten schijnen te kunnen worden vastgesteld; vooreerst, dat bij de Grieken het besef levendig was, dat hunne beschaving samenhing met die van westelijk Azië en dat reeds in de oudste tijden tusschen hen en de daar wonende volken een nauwe band had bestaan; ten andere zijn er in den mythus van Iason en den ganschen Argonautentocht verschillende aanduidingen, die er op wijzen, dat die beschaving uit het Oosten medegebracht of ontvangen, berustte op den landbouw. Den stier voor den ploeg te spannen en de voren met zaad te vullen, was het voornaamste werk, dat Iason volbrengen moest, eer hij de gouden vacht, een zinnebeeld van de zegen en welvaart verspreidende regenwolk, kon bemachtigen.