C : caänthus - capaneus

caänthus

Zie Kaänthos.

cabiri / cabiren

Zie Kabeiroi of Kabeiren.

cabiria

Zie Kabeiria.

caca

De zuster van Cacus, die, omdat ze den diefstal van haren broeder (Zie Cacus.) verraden had, goddelijke eer genoot en in wier heiligdom evenals in dat van Vesta een eeuwig vuur brandde.

cacus

Hercules and Cacus
kopie, naar Bandinelli (16e eeuw) - Palazzo Vecchio, Florence

Een zoon van Vulcanus, berucht als een der vreeselijkste roovers van Italië, leefde ten tijde van Hercules, en hield zijn verblijf op den Aventijnschen heuvel, die toen nog met bosschen bedekt was, doch naderhand een deel der stad Rome droeg. Hij was reusachtig groot van gestalte en bezat eene geweldige kracht; hij spuwde vuur en vermoordde alle vreemdelingen, die in zijne handen vielen. Boven den ingang van het hol, waarin hij zijn verblijf hield, eene ijzingwekkende rotskloof, zag men de hoofden en beenderen der verslagenen. Een ontzaggelijke steen, dien twintig stieren niet van de plaats konden bewegen, diende hem tot deur. Hij werd eindelijk door Hercules overwonnen. Toen deze namelijk de runderkudden van Geryon door Italië dreef en het hol voorbijkwam, ontstal Cacus hem eenige runderen, en dreef die, ten einde den held het spoor bijster te doen worden, achterwaarts in de grot. Toen Hercules hem desniettemin verdacht en deswege ondervroeg, loochende hij iets van de gestolene ossen te weten. Cacus had echter eene zuster, Caca, die uit liefde tot den vreemdeling haren broeder verried. - Volgens een ander verhaal leidde Hercules de runderen, die hem overbleven, voorbij het hol, waarop de opgeslotenen begonnen te loeien en aldus den diefstal openbaarden. Nu ontstond er tusschen den roover en den beroofde eene vreeselijke worsteling, waarbij de laatste in den beginne het onderspit scheen te zullen delven, want hij werd in het hol gedrongen en opgesloten. Hercules rukte echter met zijne schouders een gedeelte van het rotsgewelf uitéén, bevrijdde zich alzoo uit den kerker en hernieuwde met verdubbelde kracht het gevecht, waarbij uitgerukte boomstammen en rotsblokken als wapenen gebruikt werden. Eindelijk versloeg de godenzoon Cacus met zijne knods. Hij bouwde daarop een altaar ter eere van zijnen vader Iupiter, en wel onder den naam van Pater Inventor, d.i. "de vinder". Uit dankbaarheid voor de bevrijding van dit monster stichtte de arkadische vorst Evander, die zich in Italië had nedergezet, en in de nabijheid de stad Pallantium bewoonde met zijne herders, voor Hercules eenen eeredienst. Zij brachten hem het eerste offer en voortaan bleef die vereering van Hercules als halfgod bestaan. De geslachten der Potitii en Pinarii waren met de zorg voor en het bestuur over dien dienst belast.

cadmus

Zie Kadmos.

caecias

Zie Kaikias.

caeculus

(1) Een god des doods, die, daar hij de oogen der stervenden doet breken, hen blind maakt. (2) Een Italiaansche heros, die uit een oud priestergeslacht was gesproten. Hij was verwekt door eene vonk, die in den schoot zijner moeder viel, welke aan den haard gezeten was. Na zijne geboorte werd hij te vondeling gelegd en door jonkvrouwen gevonden. Men beschouwde hem als eenen zoon van Vulcanus, en toen hij volwassen geworden was, stichtte hij de stad Praeneste, en noodigde de omwonende stammen uit om feestelijke spelen in zijne stad te komen vieren. Aan zijne goddelijke afkomst wilde men echter niet gelooven, totdat een vuur, hetwelk op zijne bede plotseling de gansche bij die spelen vergaderde menigte bescheen, de waarheid zijner bewering staafde. Men hield hem voor eenen god van den huiselijken haard. - Onwillekeurig doet hetgeen omtrent hem verhaald wordt, denken aan den vuurglans, die den lateren koning Servius Tullius volgens de legende reeds in zijne wieg omscheen, te meer, wanneer men daarbij opmerkt, dat Tanaquil, de pleegmoeder van Servius Tullius ook den Romeinschen naam droeg van Caecilia.

caeneus

Zie Kaineus.

caenis

Zie Kainis.

caieta

De min van Aeneas. De plaats in Italië, waar zij stierf en begraven werd, en waar haar ter eere door Aeneas een gedenkteeken werd opgericht, werd naar haar genoemd (het tegenwoordige Gaëta).

Calaïs

Zie Kalaïs.

calchas

Zie Kalchas.

calculus minervae

Eene bij de Romeinen zeer gewone uitdrukking voor het steentje, dat Pallas Athena, die met de Romeinsche Minerva geïdentificeerd werd, in de bus voor vrijspraak zou hebben geworpen, toen bij het proces van Orestes, op den Areiopagos te Athene gevoerd, de stemmen staakten en zij hem dus hierdoor voor veroordeeling kon behoeden. Zie Orestes.

callinicus

Zie Kallinikos.

calliope

Zie Kalliope en Muzen.

callipygos

Zie Kallipygos.

callirrhoë

Zie Kallirrhoë.

callisto

Zie Kallisto.

calva

Een bijnaam van Venus in Rome, die door sommigen afgeleid wordt van het woord calvere, d.i. "foppen" en dan betrekking heeft op de luimen der verliefden. - Volgens anderen werd door den koning Ancus Martius een aan Venus Calva gewijde tempel gesticht in de nabijheid van het Capitool, toen zijne gemalin haar hoofdhaar begon te verliezen. Hier wordt dus Calva opgevat in de beteekenis van "de kale". - Eene derde overlevering liet de vereering dezer godin dagteekenen van den tijd van den Gallischen oorlog, toen de vrouwen de haren afsneden om er peezen voor de bogen van te laten maken. Het schijnt, dat de dienst van Venus Calva in verband staat met het werkelijk of symbolisch afscheeren van het hoofdhaar door de vrouwen op den dag van haar huwelijk.

calydonische jacht

Zie Kalydonische jacht.

calypso

Zie Kalypso.

camasene

Zie Cameses.

camenae

De naam van oud-Italiaansche godheden, waaronder de nymph Egeria de voornaamste was. De Romeinen hebben haar later geïdentificeerd met de Muzen. Te Rome lag voor de Porta Capena een aan haar gewijd bosch, waar zij als de gezellinnen van Egeria werden vereerd. Oorspronkelijk schijnen zij evenals deze godinnen geweest te zijn, die aan de vrouwen het baren gemakkelijk maakten. Haar gezang schijnt dan ook oorspronkelijk in tooverformulieren bestaan te hebben. Eerst later werden ze beschouwd als godinnen, die de dichters met een heilig vuur bezielden. - Evenals de Grieksche Muzen waren zij oorspronkelijk bronnymphen. Haar bosch, gelegen in een liefelijk dal met grazige weiden, schaduwrijke boomen, koele grotten, met een overvloed van water, lag vlak voor de porta Capena, doch later, toen de stad zich zeer uitbreidde, werd het al nauwer en nauwer door de huizen ingesloten. Reeds koning Numa, zoo luidde de legende, had in dat bosch een kleine bronzen kapel voor de Camenen gesticht. Deze was echter door den bliksem getroffen en vervolgens in nabijgelegen tempels bewaard. Een andere tempel ter eere der Camenen zou gesticht zijn door den dichter Accius, die daarin zijn eigen levensgroot standbeeld had opgericht. - Ook de gave der voorspelling was aan de Camenae eigen. Zij worden ook Casmenae of Carmenae genoemd, waaruit blijkt, dat zij in verband moeten gebracht worden met de nymph Carmenta of Carmentis, de moeder van Evander, die tot geestdrift vervoeren kon en tevens eene godin was der geboorte. (Zie Carmenta.) - Ook werd door de Romeinen Camena genoemd die godin, welke het bestuur had over de zangoefeningen van jonge kinderen en hen zingen leerde.

cameses

De mons Ianiculus, de aan den god Ianus gewijde berg, heette oorspronkelijk Camasene. Toen nu Ianus zelf in de sage tot een koning uit den ouden tijd hervormd werd, kreeg hij ook een broeder of mederegent, die naar den oorspronkelijken naam van den hem gewijden berg Cameses, of eene zuster of gade die Camasene geheeten werd.

camilla

De dochter van koning Metabus en Casmilla, uit de Volscische stad Privernum, werd, toen haar vader, door de Volscen verdreven, moest vluchten, op wonderbare wijze gered en door een merrie gezoogd. Zij groeide op tot eene krachtige, dappere jonkvrouw, die de jacht beminde, en werd eene dienares van Diana. Zij nam deel aan den krijg, die tusschen Aeneas en Turnus gevoerd werd, maar werd na haren moed op de schitterendste wijze te hebben getoond door Aruns gedood. Deze viel daarop volgens een bevel van Diana door de hand van Opis.

camilli, camillae

Heetten in Rome knapen en meisjes, die bij het offer behulpzaam waren.

campe

Zie Kampe.

canace

Zie Kanake.

cancer

De Latijnsche naam voor het sterrebeeld van den dierenriem "de Kreeft". De Grieksche mythe verhaalde, dat de kreeft door Hera onder de sterren was verplaatst, omdat zij tegen Herakles hulp had verleend aan de Hydra van Lerna. Zij beet Herakles in den voet, doch werd daarop door hem gedood. - In dit sterrebeeld zijn eenige sterren, die door de Grieken "de ezels bij de krib" genoemd worden. Hephaistos en Dionysos namelijk zouden, toen zij ten strijde trokken tegen de Giganten dien tocht ondernomen hebben, op ezels gezeten. Maar nog eer zij de Giganten bereikt hadden, begonnen de ezels zoo luide te balken, dat deze door dit geluid verschrikt, op de vlucht gingen. Om dit feit werden die ezels onder de sterren geplaatst.

canens

Zie Picus en Venilia.

canephorae

Zie Kanephoroi.

canis maior

D.i. "de groote hond", de Latijnsche naam van het sterrebeeld, dat met den Draak, die ook als ster aan den hemel staat, door Zeus tot wachter werd gegeven aan Europa. Beide werden naderhand eigendom van Minos. Deze gaf den hond aan Prokris, toen hij van eene zware ziekte genezen was, en Prokris gaf hem wederom aan haren gemaal Kephalos. Deze leende hem aan Amphitryon (Zie aldaar.) om eenen vos natezitten, die het land van Thebe verwoestte en nooit kon ingehaald worden. De hond echter had de eigenschap, dat hij alles inhaalde, wat hij vervolgde. Om deze tegenstrijdigheid optelossen veranderde Zeus beiden te midden van hunnen loop in steenen. De hond werd daarop onder de sterren opgenomen. - Volgens anderen was dit sterrebeeld een hond, die den jager Orion op de jacht had vergezeld en na diens dood onder de sterren was opgenomen.

canis minor

D.i. "de kleine hond", volgens de Grieksche mythe ook een der honden van den jager Orion, die na diens dood tot de ster verheven werd, welke met dezen Latijnschen naam wordt aangeduid.

canobus

Zie Kanobos.

capaneus

Zie Kapaneus.