P : paris

paris

Een zoon van den Trojaanschen koning Priamos en diens gemalin Hekabe. Hij droeg ook den naam van Alexandros (Alexander.) (Zie beneden.) Door zijne schuld gingen zijn geheele geslacht en zijne vaderstad te gronde. Reeds vóórdat hij geboren werd, voorspelde een voorteeken de rampen, die door hem over de stad zouden komen. Toen zijne moeder van hem zwanger was, droomde zij op zekeren nacht, dat zij eene brandende fakkel baarde, die langzamerhand zulk eene ontzaglijke vlam werd, dat de geheele stad daardoor aangetast en in de asch gelegd werd. Zij verhaalde dien droom des morgens aan Priamos, die dadelijk de waarzeggers en droomuitleggers, waaronder ook zijn zoon Aisakos (Zie aldaar.), tot zich liet komen, om de verklaring van dien droom te vernemen. Zij deden de schrikwekkende uitspraak, dat Hekabe eenen zoon zou baren, die, zoo hij in leven bleef, bestemd was om zijn vaderland in het verderf te storten. Nauwelijks was de knaap geboren, of de bezorgde vader gaf hem, evenals Laios eenmaal met Oidipus deed, aan zijne dienaren over, met last om hem omtebrengen of in het bosch te vondeling te leggen. Een der bedienden, Agelaos genaamd, bracht den jonggeborene op den boschrijken top van het naburige Idagebergte en legde hem daar neder, opdat hij door honger of door verscheurende dieren zou omkomen. Toen hij evenwel na verloop van vijf dagen wederom op de eenzame plaats kwam, vond hij het kind nog frisch en gezond; eene beerin had het gezoogd. Uit medelijden nam de herder het nu tot zich, bracht het naar zijne woning, gaf het den naam van Paris en voedde het als zijn eigen zoon op. De knaap groeide tot eene schoonen jongeling op, terwijl hij steeds onder de herders leefde, die de koninklijke kudden op den berg weidden, en deze gaven hem den naam van Alexandros d. i. "die de mannen afweert", omdat hij op de kudden op de krachtigste wijze tegen de roovers beschermde. Terwijl hij zoo op het land leefde, gebeurde er iets, dat op zijn eigen lot, en op dat van Troje den noodlottigsten invloed zou uitoefenen. Die gebeurtenis is bekend onder den naam van het oordeel van Paris.

Hendrick von Balen: Het oordeel van Paris

Op den Olympos was tusschen drie godinnen een hevige twist ontstaan. Zeus had namelijk besloten Peleus met de Nereïde Thetis in het huwelijk te doen treden; alle goden en godinnen waren op het prachtige bruiloftsmaal genoodigd, dat in Thessalië gehouden werd, en elk bracht voor het bruidspaar geschenken mede. Slechts Eris, de godin der tweedracht, was, uit vrees voor stoornis van de vreugde, niet genoodigd. Om zich over deze beleediging te wreken, wierp zij plotseling op den door de gasten omringden en heerlijk versierden feestdisch eenen gouden appel, met het opschrift: "voor de schoonste!" Hera, Athena en Aphrodite deden hare aanspraken op den appel gelden. Toen zij het niet eens konden worden, wendden zij zich tot Zeus met het verzoek, dat hij in dezen strijd zou beslissen. Deze had echter geen lust zich de wraak van twee der godinnen op den hals te halen. Hij ontweek daarom voorzichtig eene beslissende uitspraak, en verwees haar naar den op den berg Ida wonenden Paris. De godinnen namen hem als scheidsrechter aan, en begaven zich, onder geleide van Hermes, naar den Ida. Paris verklaarde, nadat Hermes hem de oorzaak van de komst der drie godinnen had medegedeeld, aan haar verlangen te willen voldoen. Lang stond hij besluiteloos. Alle drie schenen hem even schoon toe. Hera poogde den jongeling overtehalen om haar den prijs der schoonheid toetekennen, door hem te beloven, dat zij hem de grootste rijkdommen en de heerschappij over geheel Azië schenken zou; Athena beloofde hem grooten krijgsroem en de diepste wijsheid; Aphrodite eindelijk wendde nog krachtiger middelen aan om den scheidsrechter tot haar belang overtehalen; zij streelde zijne eigenliefde, door hem als den schoonsten jongeling van Phrygië te roemen, die ook de schoonste vrouw der aarde waardig was. Tevens beloofde zij hem, dat zij hem zou bijstaan om de liefde te verwerven van de schoonste vrouw der aarde, Helena, de gemalin van Menelaos, den koning van Sparta, wanneer hij haar den prijs der schoonheid toewees. Nu aarzelde Paris niet langer; medegesleept door de verleidelijke voorstellingen en beloften der godin Aphrodite, schonk hij haar den gouden appel. Van dien tijd af waren Hera en Athena verbitterde vijandinnen der Trojanen. -
Paris was echter reeds gehuwd met de Nymph
Oinone, eene dochter van den phrygischen stroomgod Kebren; zij was op het gebergte Ida zijne gade geworden, en had hem zelfs reeds eenen zoon, Korythos genaamd, geschonken. Daar zij de gave bezat om in de toekomst te zien, had zij hem ongeluk voorspeld, wanneer hij zich ooit tot ontrouw jegens haar zou laten verleiden. Paris echter gaf zich geheel aan de hoop op de blijde toekomst over, die hem door de godin der liefde was geopend, en zonder zich om de droefheid zijner gade en hare sombere voorspellingen te bekommeren, besloot hij het gebergte te verlaten, waar hij tot nu toe, onbekend met zijne afstamming, geleefd had. Bij zijn vertrek vermaande hem de verstootene nog - zóóver ging hare trouwe liefde - om zich harer te herinneren en tot haar terugtekeeren, indien hij ooit gewond werd, daar zij alleen in staat was, om hem te genezen. Hij richtte zijne schreden naar Troje, zooals Aphrodite hem geraden had. Juist toen hij wilde vertrekken, was koning Priamos op het denkbeeld gekomen om ter gedachtenis van zijnen dood gewaanden zoon Paris lijkspelen te vieren, waarbij een prachtige stier, dien men uit de koninklijke weiden haalde, tot prijs des overwinnaars bestemd werd. Toevallig zocht men juist den lievelingsstier van Paris uit. Om dezen van den offerdood te redden, verhaastte zij zijnen tocht naar Troje, nam aan den wedstrijd deel, en overwon daarin al zijne tegenstanders. Over dit geluk vertoornd en daarop ijverzuchtig, trok Deïphobos, of Hektor, beiden zonen van Priamos, het zwaard tegenden vreemdeling; deze vluchtte voor zijnen aanvaller in den tempel van Zeus Herkeios, en zocht zijne toevlucht bij het altaar. Daar zag hem zijne zuster, de waarzegster Kassandra; zij herkende hem als haren verloren broeder, en nu weigerde Priamos niet meer hem als zijnen zoon te erkennen, omdat, volgens de vroegere uitlegging van den droom, het gevaar voorbij zou zijn, wanneer dertig jaren verloopen waren. Volgens een ander verhaal maakte Paris zich zelven bekend, terwijl hij zijne afkomst bewees door de kleederen te toonen, waarmede men hem in het bosch gelegd had. Priamos vervulde nu den vurigen wensch van zijnen wedergevonden zoon en liet hem naar Sparta reizen, door hem als gezant derwaarts te zenden. Reeds sedert lang had er eene spanning tusschen Troje en Sparta bestaan. De reden daarvoor wordt verschillend opgegeven. Eene der hierop betrekking hebbende legenden verhaalt, dat Pelops, de stamvader van het Spartaansche vorstengeslacht, door den grootvader van Priamos, Ilos, den vorst van Troje en de stichter van Ilion of Troje, uit Phrygië verdreven was. Door verloop van tijd was echter deze vijandelijkheid een weinig op den achtergrond geraakt, zoodat Paris met zeer groote gastvrijheid door den koning Menelaos, den gemaal der schoone Helena, ontvangen werd. Terwijl Paris nog aan zijn hof verblijf hield, zag de koning zich echter gedwongen eene reis naar Kreta te ondernemen, zonder in het minst de boosaardige oogmerken te vermoeden, waarmede zijn gast naar Sparta gekomen was. Van deze afwezigheid maakte Paris, onder voortdurende medewerking van Aphrodite, gebruik, om de schoone Helena te verleiden. De godin zelve kwam tot hem met hare volgelingen, Eros, den god der liefde, Himeros, den god van het zoet verlangen der liefde, met de Chariten, met Pothos, den god der begeerte, en Hymen, den god des huwelijks. Door Aphrodite bijgestaan haalde Paris eindelijk Helena over om met hem te vluchten; zij volgde hem met een groot deel der aan haren gemaal toebehoorende schatten, vergezeld door hare vriendin (of slavin) Aithra en eene dienares Klymene, vrijwillig op een schip, dat gereed lag om naar Troje wegtezeilen. Andere verhalen berichten, dat zij gewelddadig geroofd of buiten het paleis gelokt werd, terwijl Aphrodite de gestalte van Menelaos aangenomen had, en haar zoo op het schip bracht. -
Op het eiland Kranaë vierde Paris met haar zijn huwelijk en trok over Egypte en Phoinikië met haar naar zijn vaderland terug. -
Intusschen keerde Menelaos naar huis terug, en toorn maakte zich van hem meester, toen hij vernam, hoe het recht der gastvrijheid in zijn huis geschonden was. Dadelijk nam hij toebereidselen om Paris op geduchte wijze voor zijne schandelijke daad te straffen. Hij riep al de vorsten van Griekenland op, om den hem aangedanen hoon op den roover te wreken en Troje te belegeren, opdat hem zijne gemalin en zijne schatten zouden worden teruggegeven. Toen het Grieksche leger voor Troje gekomen was, drongen de meer verstandige bewoners der stad, met
Antenor aan het hoofd, en de onheilspellende uitspraken der waarzeggers op de uitlevering van Helena aan. Priamos en zijne zonen kozen de partij van Paris, en besloten geweld met geweld te keeren. Na eenen hardnekkigen tienjarigen strijd ging de stad Troje in vlammen op. Aan de gevechten, die gedurende dien oorlog plaats hadden, nam Paris slechts weinig deel.

J.L.David: Paris en Helena

Homerus schildert zijn karakter als verwijfd, lafhartig, het zinnelijk genot najagende en meer tot vreedzame bezigheden geneigd; somwijlen laat hij hem echter, wanneer zijne eerzucht sterk geprikkeld is, niet zonder dapperheid en geluk op het slagveld verschijnen. De mythe verhaalt verder, dat hij, inzonderheid na den val van Hektor, toen het gevaar, waarin de stad verkeerde, iederen dag toenam, zich dikwijls in den strijd mengde en zich als een bekwaam boogschutter deed kennen, zonder daardoor den wrok der inwoners, die hem als de oorzaak van den krijg beschouwden, te kunnen verminderen. Hij was het, die den held Achilleus door een pijlschot in zijnen kwetsbaren hiel van het leven beroofde, of, naar een andere mythe, hem in eenen tempel van Apollo op verraderlijke wijze ombracht. Hem zelven wachtte evenwel kort daarop de dood, en wel nog vóórdat de stad ingenomen werd. Philoktetes, die den boog en de pijlen van Herakles geërfd had, wondde hem met zijne nimmer missende pijlen. De wonde van Paris was doodelijk, daar het gif der Hydra van Lerna, waarin Herakles deze pijlen gedoopt had, nog altijd zijne doodaanbrengende kracht had behouden. Van het slagveld in de stad gedragen, dacht Paris thans eerst aan datgene, wat hem door zijne eerste gemakin Oinone voorspeld was, dat hij namelijk alleen door haar genezen zou kunnen worden. Hij liet zich daarom naar het gebergte Ida brengen, waar de verlaten nymph bij haren vader was blijven wonen: alles was evenwel vruchteloos. In haren wrok over de diepe beleediging, die zij van haren echtgenoot ondervonden had, weigerde Oinone hem te genezen. Paris werd daarop stervende naar Troje teruggebracht, waar hij weinige dagen daarna den geest gaf. Nauwelijks had hij evenwel de hoogten van het gebergte verlaten, of Oinone snelde hem, vol berouw over hare hardvochtigheid, na; zij kwam echter te laat, haar vroegere echtgenoot was reeds gestorven. Reeds was de brandstapel aangestoken, die zijn lijk moest verbranden, toen zij aankwam, en nu stortte zij zich, op het gezicht van den doode, dien zij nog steeds bleef liefhebben, zelve in de vlammen, om met hem te sterven. Volgens anderen wierp zij zich van eenen toren, of maakte een einde aan hare droefheid, door zich door ophanging van het leven te berooven. De door Paris bij Helena verwekte zonen kwamen, volgens sommige verhalen, om, door het instorten eener kamer, kort na hun vaders dood. -
Paris wordt door de beeldende kunstenaars voorgesteld als eene jeugdige schoone gestalte, zonder baard, in phrygische kleeding, en eenen appel in de hand, dien hij aan de godin der schoonheid, Aphrodite, overreikt. Zie verder Helena en Menelaos.