P : pan

Een arkadische herdersgod, wiens naam "de weidende" beduidt. Zijne afkomst wordt verschillend opgegeven. Volgens de gewone legende was hij een zoon van de Nymph Penelope, eene dochter van Dryops en Hermes. Sommige latere schrijvers hebben deze Penelope verward met de gade van Odysseus. Uit die verwarring zijn allerlei wonderlijke verhalen ontstaan, b. v. dat hij uit de verbintenis van Penelope met alle vrijers, die tijdens de afwezigheid van Odysseus naar hare hand dongen, zou zijn gesproten. Zijne moeder nam na zijne geboorte verschrikt de vlucht, toen zij de afschuwelijke gestalte van haren zoon aanschouwde, waarmede deze bijna geheel volwassen ter wereld kwam; want hij had hoornen, eenen krommen neus, spitse ooren, een met haren begroeid lichaam, eenen geitenstaart en bokspooten. Die eigenaardige lichaamsvorming deed hem ook den bijnaam van Aigipan verwerven. Daarenboven lachte hij voortdurend. Zijn vader schaamde zich niet over hem; hij wikkelde hem in het vel van eenen haas, en bracht hem naar den Olympos, waar al de goden en vooral Dionysos in een schaterend gelach uitbarstten, toen zij den monsterachtigen knaap zagen. Pan keerde echter weldra naar de aarde terug, waar hem niet alleen de zorg over de grazende kudden en hare vruchtbaarheid, maar ook die over de bosschen en weiden werd opgedragen. Bovendien was hij de beschermer der jagers, der vischvangst en der bijenteelt. Zijne lievelingsplaatsen in Arkadië waren de gebergten Lykaion en Mainalon; hier zwierf hij jagend door de wouden en over de hoogten en toppen der bergen, en als hij vermoeid was en de middagzon hem afmatte, legde hij zich in de schaduw van koele grotten ter ruste neder. Dan staakten de herders hun fluitspel uit vrees voor de wraak van den anders blijmoedigen god. Als beschermer der kudden waren hem ook de holen geheiligd, waarin des nachts of bij dreigend onweder het vee werd tesamengedreven. Zulke Pansholen trof men aan op de bovengenoemde gebergten Lykaion en Mainalon, verder op het arkadische gebergte Parthenion, te Athene aan den voet van den Areiopagos en op den Parnassos. Dikwijls mengde hij zich ook in de rijen der Nymphen en poogde dier gunst te winnen. De schoone Echo wist aan zijne vervolgingen te ontsnappen; eene andere nymph Pitys, volgde eveneens het voorbeeld zijner moeder en ontvluchtte den leelijken god. Zij kon evenwel door de goden uit zijne handen alleen hierdoor gered worden, dat zij haar in eenen pijnboom (in het Grieks pitys) veranderden. -
Eene derde Nymph, die door Pan bemind werd, was de
Naiade Syrinx; toen hij deze vervolgde, werd zij aan den oever der rivier Ladon, waar zij van vermoeidheid niet verder kon, door hare zusters, die zij om hulp smeekte, in riet veranderd.

Hendrik van Balen : Pan en Syrinx

De teleurgestelde minnaar sneed daarop tot aandenken aan Syrinx, die hij verloren had, eenige riethalmen af, bracht die aan zijne lippen om ze te kussen, blies er toevallig in en nu deden de rietjes welluidende toonen hooren. Door dit toeval vond Pan de herdersfluit uit, waaraan hij ter gedachtenis aan de door hem beminde Nymph den naam van Syrinx gaf.

Dat hij muziek en zang hartstochtelijk beminde, was bij een landelijken herdersgod, die den geheelen dag het zingen der landlieden en herders hoorde, natuurlijk: hij leerde ook op de door hem uitgevonden herdersfluit zóó meesterlijk spelen, dat hij zelfs Apollo durfde uitdagen om eenen wedstrijd met hen aantegaan, waarbij deze op zijne lier en hij zelf op zijne fluit zou spelen. Midas werd tot scheidsrechter in dien strijd verkozen; toen hij aan Pan den prijs der overwinning toewees, gaf Apollo hem tot straf voor zijnen slechten smaak een paar ezelsooren. -
Uit zijn geboorteland Arkadië verbreidde zich de dienst van Pan langzamerhand over geheel Griekenland. Hij deed zich steeds kennen als eenen vroolijken en dartelen god, die gaarne bij landelijke feesten de reiën ten dans aanvoerde, en de koren bij het gezang opleidde en bestuurde. Hij was een hartstochtelijk liefhebber van den dans en heette zelfs "de beste danser onder de goden". Het liefste danste hij op bloemrijke weiden te midden der
Oreaden, buiten wier gezelschap men zich den god bijna niet denken kan. Dan vermaakt hij allen door zijne potsierlijke sprongen, en tot het gelach, dat hij onder hen verwekt, draagt zijne boksgedaante niet weinig bij. -
Daarom volgde hij dan ook Dionysos op zijnen zegetocht naar Indië, en bleef steeds een van diens trouwste medgezellen. -
Pan had onderscheidene kinderen, die allen dezelfde gestalte en geaardheid hadden als hun vader; op hunne bokspooten huppelden zij lachend en vol vroolijkheid door bosch en veld. Het bleef aldus niet bij eenen enkelen Pan, maar men telde er later eene menigte, eerst zijne twaalf zonen, die naar hem Panen genoemd werden, en vervolgens weder de kinderen van deze, een groot aantal Panisken (kleine Panen), die met de
Satyrs (Zie aldaar.) veel overeenkomst hadden en eindelijk met deze geheel inéénsmolten. De Atheners werden eerst door de overwinning bij Marathon tot de vereering van den herdersgod gebracht. Zij geloofden, dat zij door zijnen persoonlijken bijstand over hunne vijanden, de Perzen, hadden gezegepraald, en zij richtten daarom aan den voet hunner burgt een heiligdom voor hem op, waar zij jaarlijksche feesten ter zijner eere vierden. In den strijd kon hij vooral groote diensten bewijzen door zijne vervaarlijke stem, waarvan de ouden wonderen verhaalden. Als boschgod joeg hij den schuldeloozen boschbewoners, houthakkers en herders door zijn vreeselijk geluid somtijds den grootsten schrik aan, zoodat zij in groote ontsteltenis her- en derwaarts vluchtten. Men noemde en noemt nog elken plotselingen schrik eenen panischen schrik. Wellicht is die naam echter eerder hiervan afteleiden, dat Pan als een god der geheimzinnige, eenzame wouden, door zijn wezen eenigermate vrees en huivering opwekte. -
Pan heeft ook eene trompet uitgevonden, die hij uit zeeschelpen vervaardigde, en door het op deze trompet voortgebrachte geraas gelukte het hem in den strijd der goden met de
Titanen deze laatsten zóózeer te verschrikken, dat zij op de vlucht sloegen. Volkomen hetzelfde wordt omtrent den zeegod Triton verhaald in de mythe der Gigantomachie. Zoo redde hij ook eenmaal de schare, die Dionysos vergezelde, uit een groot en dreigend gevaar, door plotseling met zijne vreeselijke, door wouden en rotsen duizendvoudig teruggekaatste stem in de rijen der vijanden schrik te verspreiden. -
De offers, die men aan Pan bracht, bestonden uit lammeren, bokken, kalveren, melk, honig en most. De steeneik en de pijnboom waren hem geheiligd, en hij zelf werd dikwijls met eenen krans van pijntakken afgebeeld ter herinnering aan de nymph Pitys. (Zie boven.) Gewoonlijk draagt hij eenen herdersstaf, terwijl hijtevens gemakkelijk aan zijne bokgestalte te herkennen is. -
Het voornaamste heiligdom, dat aan zijnen dienst gewijd was, lag bij de stad Akakesion in Arkadië; daar had hij een orakel. Hij werd ook als een god der droomen vereerd, omdat hij somtijds in droomen het verborgene of de toekomst openbaarde. -
Den ouden herdersgod Pan werd eene veel hoogere en gewichtigere beteekenis gegeven, toen de dienst van Dionysos mede de grondslag werd van sommige mysteriën en toen Pan ook in den kring van
Rheia Kybele getrokken werd. Men zag toen in hem eene personificatie van de levenwekkende kracht der natuur; de Orphici beschouwden hem zelfs als een god van het heelal, daarbij uitgaande van de etymologische verklaring van den naam Pan, die "alles" beteekent. Al de mythen, die op hem betrekking hadden, werden door hen volgens die opvatting verklaard. Zijn dans werd het symbool van de beweging van het heelal, zijn fluitspel beteekende de harmonie der sferen, zijne hoornen en zijn lang neerhangende baard stelden het zonnelicht voor, welks stralen zich gelijkelijk naar den hemel en naar de aarde richten, en dergelijke gekunstelde verklaringen bestonden er nog meer. -
De Romeinen identificeerden Pan met
Faunus, Inuus en Lupercus. (Zie aldaar.)
Hoewel de eeredienst van Pan zich voornamelijk tot Arkadië bepaalde, was deze toch ook over geheel Griekenland verspreid. Zijn voornaamste tempel was het reeds genoemde heiligdom te Akakesion. Daar had hij een orakel, waarin een eeuwig vuur onderhouden werd. In Athene werd hem ter eere jaarlijks een feest door eenen optocht met fakkels gevierd. -
De oudste beelden van den god geven hem eene geheel menschelijke gedaante. Eerst de latere kunstenaars stelden hem voor met eenen langen geitenbaard en bokspooten en kleine horens.-
Hij zelf of een zijner afstammelingen werd onder de sterren geplaatst onder den naam van "den Steenbok". Zie
Capricornus.

Afrodite dreigt Pan met haar sandaal te slaan, als hij haar niet met rust laat ...