P : pyramus - python

pyramus en thisbe

Fresco uit het Huis van Loreius Tibertinus, Pompeii. © Susan Bonvallet, 1997

Twee jongelieden uit Babylon, bekend door hunne trouwe liefde en door hun treurig einde. De schoone Thisbe beminde den jongen Pyramus, wiens huis naast het hare gelegen was, maar de ouders van het paar, die met elkander in vijandschap leefden, wilden hunne vereeniging niet toestaan. Daarom konden de minnenden elkander slechts in het geheim zien, en wel door eene spleet in den gemeenschappelijken muur van hun beider huizen. Eindelijk spraken zij eene geheime samenkomst af bij het graf van Ninos, buiten de muren van Babylon. De avond was gevallen en Thisbe kwam het eerst op de afgesproken plaats. Eene leeuwin echter, wier schuimende muil nog bevlekt was met het bloed van pas verscheurde runderen, kwam daar om te drinken uit eene in de nabijheid gelegen bron en joeg het schuchtere meisje zulk eenen schrik aan, dat zij ijlings op de vlucht ging, en in den haast haren sluier van het hoofd verloor. De leeuwin vond dien, toen zij wegging, en scheurde hem met zijnen bloedigen muil in stukken. Kort daarna verscheen Pyramus, en nauwelijks ontdekte hij bij het grafteeken in plaats van zijne beminde den bloedigen sluier, of hij trok zijn zwaard en doorstak zich, in de meening, dat Thisbe aldaar door het wilde dier, waarvan hij de sporen in het diepe zand ontwaarde, verscheurd was. Te laat keerde deze met schroomvallige schreden terug, en toen zij haren minnaar in zijn bloed badende vond, doodde ook zij zich in hare wanhoop met het aan zijne zijde liggend zwaard. Een hooge moerbeiboom, die door hun beider bloed besproeid werd, bewaarde het aandenken aan hun beider treurig lot. Zijne vruchten, die vroeger wit waren, hadden voortaan eene zwarte kleur.

 

pyriphlegethon

Een stroom der onderwereld, meestal Phlegethon genaamd. Zie aldaar.

pyrois

Een van de paarden, waarmede de zonnewagen bespannen was.

pyrrha

(1) De dochter van Epimetheus en Pandora, de gade van Deukalion. (Zie aldaar.)
(2) De meisjesnaam, dien Achilleus droeg aan het hof van koning Lykomedes van Skyros.

pyrrhos (pyrrhus)

Een zoon van Achilleus en de schoone Deïdameia, eene dochter van den koning Lykomedes, die over het eiland Skyros regeerde. Hij werd op Skyros geboren en opgevoed; zijn vader was als aankomend jongeling door Thetis derwaarts gebragt, in vrouwenkleederen gehuld en onder de dochters van den vorst verscholen, opdat hij den vroegtijdigen dood zou ontgaan, die hem in den strijd voor Troje wachtte. Achilleus droeg als meisje den naam van Pyrrha, en daarom heette men zijnen zoon aanvankelijk Pyrrhos, totdat hij later insgelijks naar Troje gehaald en Neoptolemos d.i. "de nieuwe oorlog" genoemd werd, omdat bij zijne komst de krijg alshetware op nieuw ontbrandde. Hij was naar Troje ontboden, omdat Helenos, de zoon van Priamos, die de gave bezat om in de toekomst te zien, aan de Grieken, die hem hadden gevangen genomen, had medegedeeld, dat Troje niet zou vallen, eer Philoktetes en Pyrrhos in het leger waren gekomen. Bij zijne aankomst gaf Odysseus hem dadelijk de wapenen van zijnen vader Achilleus.

Roodfigurige schaal van Douris.
Circa 490 v. Chr. Wien, Kunsthistorisches Museum.

Daarmede toog hij ten strijde. Hij muntte evenzeer uit in den oorlog als in de raadsvergadering. Na Memnon was hij de schoonste held, die in de beide legers gevonden werd. In welsprekendheid behoefde hij alleen ondertedoen voor Nestor en Odysseus. Onder zijne handen viel een groot aantal vijanden, o.a. de dappere Eurypylos, de zoon van Telephos. In zijne vreugde over deze overwinning vond hij eenen nieuwen krijgsdans uit, naar hem de pyrrhichê genaamd. Met Odysseus werd hij uitgezonden om Philoktetes van Lemnos te halen. Zijne dapperheid toonde hij ook, toen hij zich mede in het houten paard verborg. Terwijl de overigen sidderden en weenden, bleef zijn moed ongeschokt. Na de verovering der stad kreeg hij zijn aandeel in den buit. Zonder ook slechts ééne enkele maal gewond te zijn, besteeg hij zijn schip en bij zijne terugkomst in Griekenland huwde hij met Hermione, de dochter van Menelaos, die hem reeds voor Troje door haren vader was toegezegd. -
Zóó luidt de oudste mythe omtrent Pyrrhos. Latere dichters wisten nog veel meer omtrent hem te verhalen. Vooral werd hem een wreed gedrag toegeschreven bij de inneming van Troje. Polites, den zoon van Priamos, zou hij voor de voeten zijns vaders gedood, en, toen de grijsaard zijnen zoon trachtte wreken, ook hem met zijne lans doorboord hebben. Hij wierp Astyanax, den zoon van Hektor en Andromache van eenen toren. Volgens den wensch van zijnen stervenden vader offerde hij Polyxena, de dochter van Priamos, op diens graf. -
Bij de verdeeling der gevangenen viel hem Andromache ten deel. Hij verwekte bij haar vier zonen Molossos, Pielos,Pergamos en Amphialos. -
Omtrent zijnen terugkeer luiden de berichten zeer verschillend. Volgens het verhaal van Homeros kwam hij met zijne Myrmidonen gelukkig terug en zond Menelaos hem Hermione naar Phthia. Volgens anderen keerde hij niet naar Phthia terug, maar naar Skyros en trok van daar naar Sparta om Hermione te halen, toen hij vernam, dat zij inmiddels verloofd was met Orestes, den zoon van Agamemnon. -
Weder andere legenden melden, dat het rijk zijns vaders gedurende den oorlog door anderen in bezit was genomen, en dat hij zich daarom meester maakte van Epeiros, welks bewoners naar hem Pyrrhiden genoemd werden. -
Toen hij daar in den tempel van Zeus te Dodona kwam, om aan het orakel raad te vragen, roofde hij er de kleindochter van Herakles, met name Lanassa en verwekte bij haar acht kinderen. Sommige zijner dochters gaf hij aan naburige koningen ten huwelijk. Het bestuur over de Chaones schonk hij aan Helenos, die hem uit Troje gevolgd was, en, toen hij met Hermione huwde, stond hij dezen ook Andromache af. -
Nog andere verhalen melden, dat hij uit Troje terugkomende op raad van Thetis zijnen grootvader Peleus, die door Akastos van de regeering beroofd was, zijne heerschappij teruggaf. Ook wordt nog gemeld, dat hij eerst van Troje naar Thessalië gevaren was, daar op raad van Thetis zijne schepen had verbrand en zich toen in Epeiros had nedergezet, omdat hij daar menschen vond, die hunne spiesen in den grond hadden gestoken en hunne kleederen als bedekking daarover hadden uitgespannen. Hij meende hierin de vervulling eener voorspelling van Helenos te zien, die hem gezegd had, dat hij zich dáár moest neêrzetten, waar hij een huis aantrof, welks bodem van ijzer, welks wanden van hout, en welks dak van wol was. -
Spoedig na zijn huwelijk met Hermione werd hij door of op last van Orestes gedood, die de hem toegezegde gade tot de zijne wilde maken. Dit geschiedde òf te Phthia, òf, zooals de gewone sage luidde, te Delphoi. Hij was namelijk dadelijk na zijne terugkomst uit Troje derwaarts getrokken, om van Apollo rekenschap te vorderen voor den dood zijns vaders, daar deze god de pijl bestuurd had, waarmede Achilleus door Paris was getroffen. ten tweeden male trok hij er heen om deze vermetelheid door offers weêr goed te maken. Toen werd hij aan het altaar van den god gedood, en men zag hierin eene wraak des hemels, daar hij zelf Priamos voor het altaar van Zeus had gedood. -
Pyrrhos werd in of bij den tempel begraven en men eerde zijne nagedachtenis jaarlijks met offers. Toen de Galliërs onder Brennus den tempel wilden bestormen en plunderen, was zijne schim ook onder degenen, die den tempel beschermden en hen deden vluchten.

pythia

(1) De priesteres, welke te Delphoi de godspraken van Apollo verkondigde. (Zie Apollo.)
(2) De groote spelen, die ter eere van Apollo op de vlakte tusschen Kirrha en Krissa bezuiden Delphoi om de vier jaren gevierd werden.

pythios (pythius)

Een bijnaam van Apollo, dien hij kreeg, nadat hij den draak Python gedood had. Zie het volgend artikel en Apollo.

python

Ook Delphine genaamd, een vreeselijke draak, die na den watervloed van Deukalion uit het achtergebleven slijk geboren werd, en dus een zoon was van Gaia (de Aarde); hij bewaakte de godspraak zijner moeder aan de Kastalische bron bij Delphoi. Door de ijverzuchtige Hera aangehitst en wetende, dat hij door een kind van Leto zijnen dood zou vinden, vervolgde hij deze op de hardnekkigste wijze. Doch slechts weinige dagen, nadat Apollo op Delos geboren was, nam hij wraak voor zijne moeder, doorschoot het monster met zijne nimmer missende pijlen en maakte zich van het orakel meester. Naar deze overwinning kreeg de god den naam van Pythios of den pythischen Apollo, Delphoi den naam van Pytho, en de op den drievoet gezeten priesteres dien van Pythia. Tot aandenken aan de door hem behaalde overwinning stelde de god de pythische spelen in, die ter eere van hem zelven, van zijne zuster Artemis en zijne moeder Leto om de vier jaren te Delphoi werden gevierd.

J. M. W. Turner, Apollo en Python. 1811. Tate Gallery, London.