P : phrixos - pithoigiaphrixos (phrixus)Een zoon van Athamas,
den koning van Boiotië, en Nephele,
zou door toedoen zijner stiefmoeder Ino
aan Zeus geofferd worden, omdat volgens
een orakel slechts onder die voorwaarde de onvruchtbaarheid, welke het
land teisterde, zoude ophouden. Athamas bracht hem dus, door zijne onderdanen
daartoe gedwongen, naar het altaar. Doch hij werd door zijne moeder
op wonderdadige wijze gered. Zij zond hem namelijk uit den hemel eenen
ram toe, wiens oorsprong aldus opgegeven wordt. De Thrakiër Bisaltes,
een zoon van den zonnegod Helios en Gaia,
had eene dochter, Theophane genaamd, wier
schoonheid den zeegod Poseidon voor haar
in liefde deed ontvlammen. Hij voerde haar weg naar het eiland Krinissa.
Hare overige minnaars volgden ondertusschen het spoor van het geroofde
meisje en zochten haar op; daarom veranderde Poseidon alle bewoners
van het eiland plotseling in dieren, Theophane in een schaap en zich
zelven in eenen ram. De vrucht hunner zonderlinge vereeniging was een
ram, die naar den naam van zijne huid Chrysomallos,
d.i. "de gouden vacht", geheeten werd. Deze ram had de eigenschap,
dat hij vliegen en zwemmen kon en bezat zelfs de gave om te spreken.
Om hare kinderen - want ook Helle, de zuster
van Phrixos zou geofferd worden - van den dood te redden, vroeg Nephele
dezen ram aan Poseidon ten geschenke. Phrixos plaatste zich met zijne
zuster op den rug van het dier, en ontvluchtte daarmede, over rivieren
en zeeën heen zwevende, naar zijn vaderland. Tusschen Sigeion en
den Chersonnesos echter viel Helle, uit schrik voor de onstuimige golven,
van den tam, en verdronk in de zeeëngte, die naar haar Hellespontos,
d.i. "zee van Helle" geheeten is. Phrixos kwam behouden in
het landschap Kolchis, aan het oosteinde der Zwarte zee gelegen, aan.
De ram, die hem gered had, gebood daarop zelf hem als een offer aan
de goden te slachten, de afgetrokken huid aan den god Ares
te wijden, en die in een heilig bosch aan de kust optehangen. Phrixos
gehoorzaamde en zag zich in het ver verwijderde land van alle vervolging
bevrijd. De aldaar regeerende koning Aietes
gaf hem zelfs zijne dochter Chalkiope ten huwelijk. Uit dezen
echt sproten onderscheidene zonen, die naderhand allen naar Griekenland
trokken, om hunne aanspraken op huns vaders rijk te doen gelden; zij
leden echter onderweg schipbreuk en werden door de Argonauten
op een woest eiland der Zwarte zee aangetroffen, toen deze, onder aanvoering
van Iason, het beroemde gulden vlies uit
Kolchis gehaald hadden. Dat gulden vlies was evenwel na den dood van
Phrixos, die volgens sommige verhalen hoogbejaard in Kolchis stierf,
in handen van den kolchischen koning overgegaan. (Zie verder Argonauten.)
- Andre Alciato: Emblematum liber:Alciati Emblematum liber Dives indoctus Tranat aquas residens pretioso in vellere Phryxus, The ignorant rich man Phryxus, sitting on the priceless fleece, crosses the water. Astride the golden ram he rides fearlessly through the sea. What perchance is this? A man dull of mind, but rich in treasure, governed by the whim of a spouse or servant.
phrontisDe zoon van Onetor, de stuurman van Menelaos, welken Apollo op den terugtocht uit Troje doodde, opdat de koning niet in zijn vaderland zou kunnen terugkeeren. phthiaDe geliefde van Amyntor, den koning der Dolopiërs, meestal Klytia genoemd. Zie Klytia (1). phylakos (phylacus)(1) Zie Melampus.
phyleusDe zoon van Augeias. Zie Herakles. phylios (phylius)Een jongeling, die eene vurige genegenheid had opgevat voor den ruwen maar schoonen Kyknos, doch dezen eindelijk verliet, toen hij weigerde hem een voor het volbrengen van vele moeilijke werken bedongen loon uittebetalen. Zie Kyknos (1). phyllisDe dochter van den koning Sithon van Thrakië, schonk den dapperen Demophoön, eenen zoon van Theseus, hare liefde. Zij zag den schoonen held, toen hij van de verwoesting van Troje huiswaarts trok. Demophoön liet hare liefde niet onbeantwoord, doch moest, voor hij haar kon huwen, eerst naar zijne vaderstad Athene reizen om zich van de heerschappij te verzekeren. Hij scheidde van Phyllis met de stellige verzekering, dat hij binnen eenen bepaalden tijd zou terugkeeren. Maar viermaal zooveel tijd verstreek als vastgesteld was, zonder dat hij woord hield; te vergeefs spoedde zich Phyllis, door het vurigst verlangen gedreven, dagelijks negenmaal naar de zeekust, en zag met verlangen uit naar het vaartuig, dat den beminden man tot haar zou terugvoeren. Eindelijk na lang teleurgestelde hoop, waande zij zich op trouwelooze wijze vergeten, en kwijnde weg van droefheid, of sloeg in vertwijfeling de handen aan haar eigen leven. De goden veranderden haar uit medelijden in eenen amandelboom, welks stam Demophoön treurig omarmde, toen hij te laat kwam, om haar te redden, maar toch gevoelde de boom nog zijne nabijheid, en onder klagende toonen ontsproten er bladeren uit de slanke takken. John William Waterhouse: Phyllis en Demophoön (1907)physkoa (physcoa)Een meisje uit Elis, die de liefde genoot van Dionysos en hem eenen zoon, Narkaios, baarde. Zie over de eer, die haar te beurt viel Narkaios. phytalos (phytalus)Een heros uit Eleusis, tot wien Demeter kwam, toen zij rondzwierf om hare dochter Persephone te zoeken. Hij nam haar gastvrij op en kreeg tot loon daarvoor van de godin den vijgeboom ten geschenke. phyxios (phyxius)Een bijnaam, dien Zeus droeg in Thessalië. Hij heet aldus als "de beschermer der vluchtelingen." picumnusZie Picus. picusEene godheid der velden en wouden en als zoodanig somtijds de gemaal van Pomona genoemd. Hij was een van de oudste landelijke italische godheden van gelijken aard als Faunus en Silvanus. Zijn naam beteekent eigenlijk specht en hij wordt dan ook geacht in nauw verband te staan met den picus Martius, den aan Mars geheiligden specht, ja zelfs daarmede identisch te zijn en eerst langzamerhand een eigen goddelijken rang te hebben verworven. De specht is dan ook zijn onafscheidelijke begeleider. - Nooit echter schijnt zijn wezen op het volksgeloof
diepen indruk gemaakt te hebben; althans zijn dienst heeft zich niet
zoolang als die van andere landelijke godheden kunnen staande houden.
Hij wordt evenals Faunus een halfgod genoemd, die met magische kunsten
en wonderbare artsenijën vertrouwd was, doch desniettemin bleef
hij een daemon van wouden en bergen en vooral van bebouwde landerijën.
In die eigenschap heette hij Picumnus en
men schreef hem de uitvinding der bemesting toe. Zijn broeder Pilumnus
had volgens de overlevering het stampen van het koren uitgevonden. Buitendien
werden beiden nog aangeroepen als beschermers der kraamvrouwen en der
kleine kinderen. - pierides(1) De dochters van koning Pieros,
die met de Muzen eenen wedstrijd durfden
aangaan. Zij worden ook Emathides genoemd.
(Zie aldaar.) pieros (pierus)Koning van Emathia, die zijne dochters de namen der Muzen gaf en haar tot eenen wedstrijd met deze aanzette. Zie Emathides. pietasEene personificatie van de liefde tot de menschen
en den eerbied voor de goden. Eerst had zij te Rome slechts een klein
heiligdom, maar in het jaar 151 v. Chr. werd haar op het forum olitorium
een tempel opgericht, toen eene dochter haren tot den hongerdood veroordeelden
vader gered en de waakzaamheid der bewakers bedrogen had door hem met
de melk van haar eigen borsten te voeden. - pilumnusDe broeder van Picus. (Zie aldaar.) Zie verder over zijne betrekking tot de kraamvrouwen en de pasgeboren kinderen ook Deverra. pimpleïdesEen bijnaam der Muzen, dien zij droegen naar eene haar geheiligde stad Pimpleia, in de makedonische landstreek Piërië gelegen. pireneZie Peirene. pirithoüsZie Peirithoös. pisanderZie Peisandros. pisidiceZie Peisidike. pisinoëZie Peisinoë. pisistratusZie Peisistratos. pithoigia (pithoegia)De eerste dag der ter eere van Dionysos gevierde Anthesteriën. Op dien dag werden de vaten met den nieuwen wijn geopend en die wijn het eerst gedronken. De slaven waren dan vrij en gelijk aan hunne meesters. Zie Dionysos.
|