N : nisos - nyx

nisos (nisus)

(1) De zoon van Pandion, een koning, die over Athene en Megara heerschte, en aan Nisos de regeering over Megara naliet. Gedurende zijn bestuur deed koning Minos van Kreta een inval in Attika en sloeg ook het beleg voor Megara, omdat Nisos zich met zijnen broeder Aigeus, koning van Athene, tegen hem verbonden had. De overwinning hing af van eene gouden of purperen haarlok, die Nisos op zijnen schedel droeg, een geschenk der goden, dat hem onsterfelijk maakte, zoo lang het zijn hoofd zou versieren. Slechts Skylla, zijne dochter, kende dit geheim. Ongelukkig vatte zij eene hevige liefde voor den vijandelijken aanvoerder op, dien zij van de stadsmuren dikwijls in de legerplaats zag. Minos maakte van deze omstandigheid gebruik om de maagd omtekoopen; hij zond haar eenen prachtigen gouden halsband en beloofde haar te zullen huwen. Skylla liet zich door het geschenk en de belofte verleiden, sneed, terwijl haar vader des nachts in diepen slaap gedompeld was, hem de kostbare haarlok van het hoofd en leverde haar aan Minos over. Nisos stierf oogenblikkelijk, de vijand veroverde Megara en de verraderlijke Skylla snelde den overwinnaar te gemoet. Deze stiet haar echter met de grootste minachting van zich, en in plaats van haar naar Kreta medetevoeren als zijne gade, beval hij haar aan zijn schip te binden, zoodat zij in het water meêgesleurd werd en jammerlijk moest verdrinken. Volgens anderen sprong zij in zee en zwom het schip van Minos na, toen deze haar vol afschuw verliet. Stervende werd zij door de goden in eenen zeevogel veranderd, die tot aandenken aan de schandelijke daad, welke zij in haar leven gepleegd had, op het hoofd eenen purperrooden vederbos draagt. Eene zeegier, die dezen vogel bestendig vervolgt, is de vader van Skylla, dien de goden in dezen vogel veranderd hadden. Zie verder Skylla. -
Omtrent eene dergelijke legende zie
Komaitho en Amphitryon.
(2) Zie
Euryalos.
(3) Een sterrebeeld. Zie
Engonasi.

nixus

Zie Engonasi.

nomios (nomius)

D. i. "de beschermer der kudden", een bijnaam van Apollo, Pan, Hermes en Aristaios.

nomos (nomus)

D. i. "de wet", eene personificatie der wettelijke orde. Nomos werd de bijzitter genoemd van Zeus.

noodlot

Zie Moiren, Parcen en Fatum.

notos (notus)

De zuidewind, een der zonen van Astraios en Eos, een der vier hoofdwinden, die dikwijls regen, doch tevens warmte aanbrengt. Hij werd voorgesteld als een jongeling in een licht gewaad gekleed met eene omgekeerde kruik, waaruit de regen nederstroomt, in de hand. Bij de Romeinen werd de Zuidewind Auster genoemd.

nox

Zie Nyx.

numeria

Vooreerst eene godin, die tellen leerde, en onder wier hoede dus het rekenonderwijs stond; ten andere eene godin, die eene snelle en gemakkelijke geboorte bevordert. Daarom werden zij, die snel en gemakkelijk ter wereld waren gekomen, Numerii genoemd.

nykteïs (nycteïs)

Eene dochter van Nykteus, de gemalin van koning Polydoros van Thebe, wien zij eenen zoon Labdakos baarde. Zie Labdakos.

nykteus (nycteus)

Koning van Thebe. Hij was de broeder van Lykos en de vader van Antiope. Toen hij bemerkte, dat zijne dochter, die de liefde van Zeus genoten had, zwanger was, verstiet hij haar. Zij vluchtte en kwam bij koning Epopeus van Sikyon, die haar in zijn huis opnam en huwde. Nykteus werd daarover zoo vertoornd, dat hij zich doodde, doch stervende zijnen broeder opdroeg, om Antiope en Epopeus te straffen. Zie Amphion, Antiope, Epopeus en Lykos.

nyktimene (nyctimene)

De dochter van Epopeus, eenen koning van het eiland Lesbos. Zij vatte liefde op voor haar eigen vader en verleidde dezen om zich met haar te verbinden. Zij werd tot straf in eene nachtuil veranderd. -
Volgens andere legenden dwong haar vader haar met geweld om aan zijne booze lusten gehoor te geven. Uit schaamte vlood zij daarop naar de bosschen en werd uit medelijden door
Pallas Athena in eene nachtuil veranderd; als zoodanig schuwt zij nog steeds het licht van den dag.

nyktimos (nyctimus)

De eenige der zonen van Lykaon, den koning van Arkadië, die door Zeus werd gespaard, toen hij diens gansche huis verdelgde. Gaia was zijne voorspraak. Hij volgde zijnen vader in de regeering op en onder zijn bestuur kwam de watervloed van Deukalion over de aarde. -
Volgens sommigen werd Nyktimos door zijnen vader geslacht en zijn vleesch aan Zeus als spijs voorgezet.

nymphen

De Nymphen behooren tot de godheden der aarde en verschijnen evenals de Satyrs, Pans, Panisken en andere wezens van dezelfde soort zeer dikwijls in het gevolg van Dionysos. Het zijn bevallige meisjes, die in de godsdienstige voorstellingen der Grieken eene personificatie waren van het leven en de rustelooze werkzaamheid, die er heerscht in de natuur. Haar werkkring strekt zich dan ook over de gansche natuur uit; zij openbaren zich in het ruischen der bronnen en beken, zoowel als in het ontkiemende plantenleven en in het bosch en op veld en weide. Het zijn teedere, liefelijke jonkvrouwen, die, al zijn zij ook over het algemeen vriendelijk gezind jegens de menschen, toch geen behagen scheppen in de nabijheid van menschelijke woningen en van de gedruisch makende dagelijksche bezigheden der menschen, maar zich schuw terugtrekken in de eenzaamheid van het woud en van het gebergte, die tot stil gepeins en zoete droomerij uitlokt. Daar leven zij een vroolijk, gezellig leven in grotten en bergkloven, die zij bewonen. Nu eens wijden zij zich aan de ééne of andere nuttige werkzaamheid, dan weêr voeren zij hare bevallige reidansen uit en zingen hare vroolijke, lustige liederen, of ze duiken hare teedere ledematen onder in het parelende schuim der eenzame bronnen en beken. Gaarne sluiten zij zich bij de hoogere godheden aan, vooral bij die, welke invloed hebben op het leven der natuur. Zij dienen hen dan met ijver. Daarom zien wij haar ook in de Bakchantische vroolijkheid deelen van het gevolg van Dionysos, die immers ook onder de liefderijke zorg der Nymphen van Nysa was opgegroeid; dan weêr begeleiden zij Aphrodite of zij trekken op de jacht met Artemis.
Van deze Nymphen in den engeren zin des woords, die reeds door de oudste dichters dochters van
Zeus genoemd worden, moet men echter sommige persoonlijkheden, zooals Kalypso, de dochter van Atlas of van Nereus, en Kirke, de dochter van Helios, en andere uitzonderen, die wel is waar ook Nymphen heeten, maar toch in de Grieksche godenwereld eene afzonderlijke plaats innemen.
Volgens de oudere voorstelling van de Nymphen worden zij tot de onsterfelijke goden gerekend, daar zij onder anderen ook aan de vergaderingen der goden deelnemen en van de menschen goddelijke vereering genieten. Eveneens is ook de onsterfelijkheid haar deel en zij zijn in haar doen en laten even vrij, als de in rang en waardigheid boven haar staande goden. Later evenwel ontstond, voornamelijk met betrekking tot een deel der Nymphen, de
Dryaden, de voorstelling, dat haar leven verbonden was aan dat van den boom, waarin zij zetelden, en dat b. v. eene gewelddadige vernieling van dien boom ook haren dood ten gevolge had.
De Nymphen worden onderscheiden naar de verschillende deelen der natuur, waarin zij leefden en werkten en wel in:

Badende nymphen - Paul Delvaux (1938)

a. de Nymphen der wateren, waartoe ook de Okeaniden en de Nereïden (beide Nymphen der zee) gerekend worden. Maar meer in het bijzonder worden daaronder verstaan de Nymphen van die wateren, welke op de aarde worden aangetroffen, der beken en bronnen, die den algemeenen naam van Naiaden droegen. Zij zijn de weldadige voedsters der planten, aan wie zij verschaffen, wat deze noodig hebben om te leven. Door middel van de planten voeden zij wederom de kudden en zoodoende ook de menschen. Daarom genoten zij eene bijzondere vereering en men richtte haar altaren op aan de door haar bewoonde bronnen. In verscheidene legenden wordt verhaald, dat kinderen der goden haar ter opvoeding werden toevertrouwd. Zoo Dionysos. (Zie boven.) Evenals de zeenymphen hebben zij de gave der voorspelling en evenals deze zijn zij vriendinnen van het gezang en de dichtkunst, zooals dit in het bijzonder het geval is met de Muzen, die oorspronkelijk niets anders dan bronnymphen waren. Onder de Naiaden zijn uit eene argivische legende bijzonder bekend de Danaïden.

Julia Margaret Cameron
The Mountain Nymph
Sweet Liberty
1866
Afbeelding gevonden bij:
Masters of Photography: Julia Margaret Cameron

b. de Nymphen der bergen (Oreaden), waartoe ook de Nymphen der dalen en kloven (Napaien) gerekend worden, een zeer verspreid geslacht van Nymphen, die ook wel naar verschillende bergstreken bijzondere namen dragen. Zij zijn voornamelijk de gezellinnen van Artemis, met wie zij reidansen opvoeren en zich in de jacht verlustigen. Onder haar is wegens haar treurig lot vooral de boiotische Nymph Echo bekend, wier liefde het onderwerp uitmaakte van talrijke dichtwerken en voorstellingen der beeldende kunst. (Zie Echo.)

c. De Dryaden of Hamadryaden, de boomnymphen. Daar deze de onsterfelijkheid niet bezitten, kunnen zij slechts in oneigenlijken zin tot de goden gerekend worden.
De vereering der Nymphen in Griekenland was van zeer oude dagteekening. Tempels hebben zij nooit gehad, maar men wijdde haar holen en grotten, richtte haar altaren op aan bronnen en bouwde haar in grootere steden zoogenaamde Nymphaiën, d. i. rijk versierde fonteinen met zuilengangen. Aan haar geofferd werden geiten en lammeren; voor drankoffers nam men melk en olie, maar nooit wijn. -
De beeldende kunst stelde de Nymphen voor als aanvallige meisjes, zeer dikwijls in het gevolg van Dionysos. Gewoonlijk waren zij met bloemen en kransen gesierd; de Naiaden werden dikwijls voorgesteld als water scheppende of eene mosselschelp voor zich uithoudende of wel met een ander attribuut, dat hare betrekking tot het water aanduidde.
Doorgaans worden zij in een licht gewaad voorgesteld; dikwijls zijn zij ook geheel naakt. De eerste der beide nevensgaande afbeeldingen [niet afgebeeld; Kox] stelt eene Naiade voor, die eenen met water gevulden schotel in hare handen houdt. De tweede stelt eveneens twee bronnymphen voor, die elkander de hand reiken, en heeft wellicht gediend tot symbool van de bescherming, die de Naiaden aan de badhuizen plegen te verleenen.

nysa

De plaats, waar Dionysos werd opgevoed. Zie Dionysos.

nyx (nox)

De godin van den nacht; de dochter van Chaos. Zij was gehuwd met haren broeder Erebos (de duisternis). Tot hunne kinderen behoorden Thanatos, Hypnos, de Droomen, Eris, Nemesis, Apate, Oïzys (de godin van de weeklacht) en dergelijke godheden. Zij woont in de onderwereld en als Hêmera haren tocht voleindigd heeft, maakt zij zich op weg. Door de latere dichters werd Nyx geschilderd als eene personificatie van de nachtelijke duisternis, nu eens op eenen wagen met twee of met vier zwarte paarden rijdende, die door den slaapgod bestuurd wordt, dan weêr zich op eigen vleugelen door de lucht voortbewegende. Zij is dan in een zwart, met sterren bezaaid kleed gehuld en wordt op haren weg door de overige sterren gevolgd. -
Volgens sommige voorstellingen is zij eene machtige godin, die het heelal regeert, daar zij alles tot rust brengt, alle hartstochten doet bedaren en de oorzaak is van het ontstaan aller dingen.