M : marsyas - medeiamarsyasEen Phrygiër, de zoon van Olympos,
vond de fluit, die Athena had weggeworpen, omdat het blazen daarop
haar gelaat ontsierde, en waagde het eenen wedstrijd
aantegaan met Apollo, die de cither bespeelde, met de
afspraak, dat de overwinnaar den overwonnene zou mogen
behandelen zooals hij wilde. -
mastusios (mastusius)Zie Demiphon. matutaOok wel Mater Matuta
genoemd, eene godin van den dageraad, van het morgenlicht
en dus eene goede en zegen verspreidende godin, die
tevens ook eene der godheden was van de geboorte en
daarom voornamelijk door vrouwen werd aangeroepen. Haar
feest, dat op den 11den Juni gevierd werd, heette de Matralia,
d. i. "het feest der moeders". Bovendien werd
zij ook vereerd als eene godin der zee en der havens en
zij werd later meestal geïdentificeerd met de Grieksche Ino Leukothea,
terwijl de Romeinsche havengod Portunus dan
identisch gedacht werd met Melikertes, den zoon van Leukothea. De dienst van
Matuta schijnt bij de oude bevolking van Italië zeer
verspreid geweest te zijn. Er wordt van verschillende
tempels, die zij door het gansche land had, bij de oude
schrijvers gewag gemaakt. Vooral beroemd was die, welke
te Satricum in het land der Volsci stond. Toen in het
jaar 377 vóór Chr. de Latijnen dien tempel wilden
verwoesten, werd er plotseling eene goddelijke stem
gehoord, die hun dit verbood. Ook later werd die tempel
door de Romeinen gespaard. Te Rome werd haar het eerst
een tempel gesticht door Servius Tullius. Aan haren
dienst mochten geene slavinnen deelnemen behalve ééne,
die dan daarop weder met slagen den tempel werd
uitgedreven. Alleen eene vrouw, die in eersten echt
gehuwd was, mocht het beeld van de godin bekransen. De
vrouwen, die haar vereerden, baden eerst voor de kinderen
harer broeders en zusters en daarna voor hare eigene. De
offerkoeken haar gewijd moesten, volgens oud gebruik,
gekookt en niet gebakken worden. - matutinusMeestal Pater Matutinus geheeten. Zie Matuta. mavorsEen oudere naam voor Mars. medeia (medea)De dochter van koning Aietes van Kolchis en van de Okeanide Eidyia (of volgens sommigen van Hekate), de zuster van Kirke en Absyrtos, was eene der meest beruchte tooveressen van de oudheid. Haar geslacht stamde af van den zonnegod Helios, van wien zij, evenals Kirke, hare bedrevenheid in de tooverkunst ontvangen had. Zij gebruikte echter dat vermogen tot goede doeleinden, zij verhoedde, dat de vreemdelingen, die in Kolchis kwamen, zooals het gebruik van het land was, werden geofferd; zij deed dit, totdat haar vader vreesde, dat zij achter deze handelwijze eerzuchtige bedoelingen verborg en hem naar de kroon wilde staan, en haar daarom in eene gevangenis opsloot, waaruit zij zich slechts door toovermiddelen kon bevrijden. Zij vlood naar een in de nabijheid der zee gelegen tempel van Helios. Daar was zij, toen de Argonauten in Kolchis kwamen. Hoe zij door hare kunstenarijen Iason hielp den gouden vacht aan haren vader te ontrooven, met hem ontvluchtte, haren broeder Absyrtos op de vlucht doodde en in stukken sneed, om daardoor haren vader, die hen vervolgde, optehouden, en hoe zij vervolgens de gemalin des overwinnaars werd, zie daarover Argonauten en Iason. Zij ondersteunde hierop haren gemaal bij zijnen tocht tegen zijnen oom Pelias, die zich vroeger op onwettige wijze van de regeering had meester gemaakt en volgens sommige verhalen ondertusschen de ouders van Iason vermoord had, in de meening, dat de Argonauten wel nimmer zouden terugkeeren, daar zij reeds zoo lang uitgebleven waren, en het gerucht verspreid was, dat de helden allen in de Zwarte zee waren verdronken. Toen Iason en de zijnen nu de hoofdstad van het rijk van Pelias, Iolkos, belegerden, besloot Medeia den koning op de eene of andere wijze omtebrengen. Toegerust met eene menigte toovermiddelen, en verkleed en vermomd als eene oude vrouw, begaf zij zich onder een gezocht voorwendsel naar de stad, wist bij den koning toegang te verkrijgen, zijn vertrouwen te winnen en hem overtehalen om zich te laten verjongen. Ten bewijze, dat zij dit kon, trad zij een oogenblik ter zijde, en verscheen weder plotseling voor den grijzen vorst in den vollen bloei der jeugd en van hare verblindende schoonheid. Daar Pelias door dit schitterend bewijs geheel overtuigd werd, beval hij aan zijne dochters met zijn lichaam alles te doen, wat Medeia haar zou voorschrijven. Deze gelastte haar nu, den koning in den slaap te dooden, hem in stukken te snijden, en die stukken vervolgens te koken. Eene tweede proef harer bekwaamheid ontnam aan de dochters het wantrouwen, dat bij zulk een afschuwelijk bevel in haar hart ontwaakt was. Zij sneed namelijk eenen ouden ram in stukken, en bracht uit den ketel, waarin deze gekookt werden, met hare tooverkunst een jong lam te voorschijn. Vaasschildering, roodfigurig, ca. 470 voor Chr.Slechts Alkestis,
die haren vader te teeder beminde, om hem aan zulk eene
gevaarlijke proef bloottestellen, weigerde halsstarig
alle deelneming aan de afschuwelijke tooverij. De drie
andere dochters, Peisidike, Pelopeia en Hippothoë,
misleid door de voor hare oogen verrichte wonderen
sloegen de hand aan het leven haars vaders; zij
overvielen hem in den nacht, doodden hem, sneden hem in
stukken, en toen die nu in eenen ketel op het vuur gezet
waren, klom Medeia op het dak van het paleis, om, zooals
zij voorgaf, ter voltooiing van het tooverwerk gebeden
tot de godin der maan te richten. De argelooze
koningsdochters vergezelden haar op haar verlangen met
brandende fakkels. Het schijnsel der vlammen van de tinne
van het paleis in den donkeren nacht was ondertusschen
het met de Argonauten afgesproken teeken, dat het listige
voornemen der tooveres gelukt was. Iason bestormde
terstond de muren en drong de stad binnen. De
onschuldige, zoo schandelijk bedrogen dochters van Pelias
ondergingen geene andere straf; Iason huwde haar kort
daarop uit, doch moest, om onbekende redenen, den troon
van Iolkos aan Akastos, den zoon van Pelias, afstaan, en zelf
met Medeia naar Korinthe vluchten. - Bernard Safran : Medea (1964)Toen vluchtte zij op eenen
draak, dien zij van Helios gekregen had, uit Korinthe.
Zij begaf zich eerst naar Herakles, die haar beloofd had, haar te zullen
helpen, wanneer Iason ooit verraad aan haar mocht plegen.
Zij vond den held echter in waanzin verzonken, en toen
zij hem genezen had werd hij zóózeer door Eurystheus
tot het ondernemen zijner werken gedreven, dat hij zijne
beloften niet kon nakomen. Toen trok zij naar Athene tot
koning Aigeus; hier werd zij door den zoon van Kreon
aangeklaagd, doch vrijgesproken. Weldra moest zij evenwel
ook deze stad ontvluchten, toen men ontdekte, dat zij aan
Theseus lagen legde; zij begaf zich naar Aria,
waar zij eenen machtigen koning huwde en dezen eenen
zoon, Medos geheeten, baarde. Hij volgde zijnen
vader in de regeering op en de bewoners van zijn land
werden voortaan Meders genoemd. Volgens anderen was deze
Medos een zoon, dien zij Aigeus gebaard had, en was zij
met hem naar Aria vertrokken. -
Evelyn de Morgan : Medea
|