L : letum - litailetumD. i. "de Dood", die woont aan den ingang van den Tartaros. leukippe (leucippe)(1) Eene der Okeaniden,
die Persephone vergezelden, toen zij door Hades
geroofd werd. leukippidesDe dochters van Leukippos, met name Phoibe en Hilaeira, die door de Dioskuren werden geschaakt. Zie Dioskuren. leukothea (leucothea)De naam, dien Ino, de gade van den boiotischen koning Athamas, droeg, nadat zij door eenen sprong in zee zich eene goddelijke natuur had verworven. (Zie Ino.) Zij en haar zoon Palaimon werden beschouwd als hulpvaardige goden van de stormachtig bewogen zee. Zij kwam o. a. Odysseus te hulp, toen hij op het punt was omtekomen. De feesten haar ter eere gevierd waren deels treurfeesten over haar verdwijnen in zee en den dood van het kind, dat zij medevoerde en deels vreugdefeesten over het heerlijk lot, dat haar was ten deel gevallen. Overal waar in de middellandsche zee Grieksche koloniën gevestigd waren, was haar dienst in eere. Op Rhodos werd zij in betrekking gesteld tot Poseidon. Zij droeg daar den naam van Italia en baarde den zeegod, die haar liefde bewees, zes zonen en ééne dochter. Zie Matuta. leukothoëApollo / Helios verleidt Leukothoë (afbeelding ontleend aan Greek Mythology Link van Carlos Parada)De dochter van den babylonischen koning Orchamos, die door hare schoonheid zóózeer de liefde van Apollo won, dat deze al de andere vrouwen, die hij bemind had, vergat. Een van deze, Klytia, besloot door ijverzucht gedreven, haar in het verderf te storten. En toen Leukothoë, door Apollo, die de gedaante van hare moeder had aangenomen, verrast, den god wederliefde had bewezen, openbaarde zij dit aan haren vader. Orchamos liet in zijnen toorn zijne dochter levend begraven. Hoewel Apollo door zijne stralen het over haar uitgestorte zand verstrooide, kon hij haar niet in het leven terugroepen, en veranderde haar daarom in eene wierookstruik, wier geur nog steeds tot hem opstijgt. levana deaEene godheid, die aangeroepen werd, wanneer de vader zijn pasgeboren kind, dat vóór hem op den grond was gelegd, opnam, ten teeken, dat hij het als het zijne erkende en wilde opvoeden. libentinaEen bijnaam van Venus, als godin der zinnelijke lusten. liberMeestal Liber Pater
genoemd, is eigenlijk de bevrijder, de god van den
scherts en de vroolijke uitgelatenheid. Aan zijne zijde
staat eene godin, die volkomen dezelfde beteekenis heeft
als hij. Zij heet Libera. Beiden zijn zij de godheden der
weelderige groeikracht; daarom wordt tot hen niet alleen
gebeden om zegen voor de akkers, maar ook om
vruchtbaarheid voor het vee en door de gehuwde lieden om
eenen door kinderen gezegenden echt. - liberaZie Liber. libertasEigenlijk eene godin van het vroolijk genieten van een door de goden gezegend leven; later van de vrijheid in den zin van het romeinsche staatsrecht, in tegenstelling met de slavernij. Het beeld van Libertas stelt haar voor als eene schoone vrouw, in eene rijkversierde kleeding gedost. Later gaf men haar in de rechterhand eene langwerpige vrijheidsmuts (den pileus libertatis, die aan de slaven bij hunne vrijlating werd opgezet) en in de linkerhand eene lans of een dolk. libitinaEen bijnaam van Venus, vooreerst haar aanduidende als de godin der zinnelijke genietingen, en dus van gelijke beteekenis als Libentina (Zie aldaar.); ten andere eene godin der tuinen, der wijngaarden en van den wijnoogst, eindelijk eene godin des doods en der gestorvenen. Volgens eene verordening van Servius Tullius moest bij ieder sterfgeval een geldstuk in haren tempel worden geofferd, teneinde zoodoende het aantal gestorvenen te kunnen bepalen. In haren tempel en in het haar gewijde bosch (lucus Libitinae) kon men alles bekomen wat voor eene begrafenisplechtigheid vereischt werd, niet alleen de baar en wat daarbij behoorde, maar ook personen, lijkverzorgers, doodgravers, klagers en klaagvrouwen. libsEene personificatie van den zuidwestewind. Zijn naam beteekent "de druipende god", "de regengod". Te Athene werd hij afgebeeld als een jongeling in eene lichten mantel gekleed en in zijne handen draagt hij de overblijfselen van een verbrijzeld schip. Men geloofde namelijk, dat door hem na den slag van Salamis de wrakken der perzische schepen als zegeteekenen op de kust van Attika werden geworpen. Bij de Romeinen werd deze wind Africus genoemd. libyaDe dochter van Epaphos, koning van Egypte en van de nymph Memphis, de dochter van Neilos. Naar haar kreeg Libyë zijnen naam. Zij genoot de liefde van Poseidon en baarde dezen Agenor, den vader van Kadmos en Belos, en door deze stamden van haar twee machtige koningsgeslachten af, één in Griekenland en één in Egypte. lichasEen bode en heraut van Herakles, door den held in zijnen door pijn veroorzaakten waanzin gedood. Zie Herakles. likymnios (lycymnius)De zoon van Elektryon, den schoonvader van Amphitryon. Toen Amphitryon zijnen schoonvader bij ongeluk had gedood (Zie Amphitryon.), ging hij met zijne gade Alkmene, zijne zuster Perimede en Likymnios naar Thebe, waar Likymnios met Perimede huwde. Als bloedverwant van Herakles vergezelde hij dien dikwijls op zijne tochten. Na den dood van den held, werd hij door Tlepolemos, den zoon van Herakles, gedood, hetzij met opzet, hetzij bij ongeluk, daar hem de slag trof van een stok, waarmede een slaaf getuchtigd zoude worden. Tlepolemos moest vluchten en begaf zich naar Rhodos. ligdos (ligdus)Zie Iphis. limnaia, limnaios (limnaea, limnaeus)Een bijnaam van verschillende godheden, die men zich voorstelde als wonende in meren en moerassen, of die eenen tempel in de nabijheid daarvan hadden, voornamelijk van Dionysos in Athene en van Artemis in Sikyon, bij Epidauros en op andere plaatsen. linos (linus)
Een zoon van Apollo en de
dochter van Krotopos, den koning van Argos, Psamathe
genaamd. De moeder legde den knaap te vondeling; een
herder vond het en voedde het op, doch toen de knaap tot
jongeling was opgegroeid, werd hij door de honden van den
herder verscheurd. Psamathe werd door haren vader gedood.
- litai (litae)Eene personificatie der berouwvolle gebeden. Zij zijn dochters van Zeus en volgen de schuld (Ate) op den voet, om het kwaad, dat geschied is, weêr goedtemaken. Wie haar opneemt, dien genezen zij van alle kwaad, maar wie haar versmaadt, die moet voor zijne schuld boeten en de gevolgen er van in hunne volle kracht dragen. Wat haar uiterlijk betreft worden zij afgeschilderd als kreupel en rimpelig van gelaat.
|