K : koios - kreios
koios (coeus)
Een der zes mannelijke Titanen.
(Zie Titanen.) Hij huwde met zijne zuster Phoibe
en uit hunne verbintenis sproten Leto,
de personificatie van den duisteren nacht, en Asteria,
de personificatie van den door sterren verlichten nacht.
kokalos (cocalus)
Een koning op Sicilië, bij wien Daidalos
gastvrije opname vond, toen hij voor koning Minos
van Kreta moest vluchten. Toen Kokalos evenwel geneigdheid toonde om
Daidalos uitteleveren, wist deze de dochter des konings overtehalen
de badkamer van haren vader te zeer te verwarmen, waardoor deze stikte.
Uit dankbaarheid hiervoor gaf Daidalos haar allerlei kunstige werken
ten geschenke. -
Eene andere overlevering meldt, dat Kokalos zijnen beschermeling trouw
bleef en zelfs Minos tot zich lokte, dien hij dan in zijn bad zou hebben
doen omkomen. Tot loon hiervoor zou Daidalos zijn rijk met vele prachtige
gebouwen hebben versierd. - Zie Daidalos.
kokytos (cocytus)
Een troebele, sombere stroom in de onderwereld.
Nu eens heet hij een arm van de Styx, dan
weder vereenigt hij zich daarmede, na negen malen de gansche onderwereld
te hebben omstroomd; soms wordt vermeld, dat hij zich, met den Pyriphlegeton
vereenigd, in den Acheron stort, soms daarentegen,
dat de Acheron in den Kokytos uitloopt. -
Ook de Kokytos wordt meermalen genoemd als de rivier, over welke Charon
met zijn bootje de schimmen naar het doodenrijk brengt. -
De naam Kokytos wordt dikwijls gebruikt, om eene rivier der onderwereld
in het algemeen aanteduiden.
kolophonia (colophonia)
Eene der dochters van den Atheenschen koning
Erechtheus. Toen deze in eenen oorlog met
de inwoners van Eleusis was gewikkeld en zeer in het nauw werd gebracht,
beval het door hem om raad gevraagde orakel hem eene zijner dochters
te offeren. Het lot wees daartoe Kolophonia aan. Volgens eene andere
mythe gaven zich al de dochters des konings vrijwillig voor hare vaderstad
ten offer.
komaitho (comaetho)
(1) De dochter van Pterelaos.
(Zie aldaar.) Uit liefde voor Amphitryon
sneed zij haren vader het gouden haar af, waaraan het behoud van zijn
leven hing. Zij werd echter op last van Amphitryon gedood. Zie Amphitryon.
(2) Eene priesteres van Artemis te Patrae
in Achaia van buitengewone schoonheid. Zij won de liefde van Melanippos,
eenen jongeling, haar in elk opzicht waardig. Daar nu de priesteressen
van Artemis niet levenslang ongehuwd behoefden te blijven, maar alleen
zoolang zij de godin dienden, dong hij naar hare hand, doch noch zijne
ouders, noch die van Komaitho wilden tot hun huwelijk de toestemming
geven. Toen verbond zich het minnend paar tegen hunnen wil en koos den
tempel der godin tot de plaats van hun samenzijn. Artemis werd hevig
vertoornd over deze schennis aan haar heiligdom gepleegd. Komaitho en
Melanippos werden met eenen plotselingen dood gestraft, en de godin
bracht jammer en ellende over het land door onvruchtbaarheid en ziekten.
Het Delphische orakel, om raad gevraagd, openbaarde de oorzaak van den
toorn der godin en beval, dat men haar jaarlijks het meisje en den jongeling,
die men voor het schoonste hield, offeren zou. Daar de godin niet met
den dood der schuldigen tevreden was, maar nog meer offers verlangde,
werd de rivier, die door haren tempel stroomde Ameilichos, d.
i. "de onverzoenlijke" genoemd.
kometes (cometes)
De verleider der gade van Diomedes.
Zie aldaar.
kopreus (copreus)
Deze diende Eurystheus,
tot wien hij wegens het dooden van Iphitos
uit Elis gevlucht was, als heraut, om zijne bevelen aan Herakles,
in wiens tegenwoordigheid Eurystheus zich niet durfde wagen, overtebrengen.
Zijn roem als held was niet zeergroot, want Homeros noemt zijnen zoon
Periphetes "den beteren zoon eens slechteren vaders."
kora (cora)
D. i. "het meisje", "de dochter",
de naam, dien Persephone gewoonlijk droeg
in Attika, vooral in de Eleusinische mysteriën. Zie Eleusinia
en Persephone.
koresos (coresus)
Een priester van Dionysos
in Kalydon, die zich opofferde voor de schoone Kallirrhoë,
hoewel zij zijne liefde versmaadde. Zie Kallirrhoë.
koroibos (coroebus)
(1) Een zoon van koning Mygdon
uit Phrygië, wien Priamos in zijne
jeugd tegen de Amazonen hielp. Ter vergelding
daarvoor zond Mygdon zijnen zoon Koroibos aan de Trojanen tot hulp,
toen de Grieken tegen Troje optrokken. Deze vatte liefde op voor de
dochter van koning Priamos, Kassandra,
en viel, toen hij haar wilde verdedigen, niettegenstaande zijne buitengewone
dapperheid (die spreekwoordelijk werd) door de hand van Neoptolemos.
Hij was onder degenen, die den laatsten strijd waagden en volgde Aeneas,
toen deze, terwijl Troje reeds brandde, de weinige nog overgebleven
strijders verzamelde, niettegenstaande Kassandra hem voorspeld had,
dat hij daarbij zou omkomen.
(2) Een heros uit Megara. Toen Psamathe,
de dochter van koning Krotopos van Argos
een kind, dat zij aan Apollo gebaard had,
te vondeling legde, zond de god een vreeselijk monster, Poina,
in het land, dat de kinderen roofde en verslond. Koroibos doodde dit,
doch moest daarvoor boete doen in Delphoi en kreeg van het orakel bevel
eenen tempel te stichten om den god te verzoenen.
koronides (coronides)
De dochters van Orion:
Metioche en Menippe,
die beide in hooge gunst stonden bij Athena,
beide ervaren in kunst en wetenschap, beide van zeldzame schoonheid.
Toen haar vader door Artemis gedood was,
kwam er eene pestziekte over het land. Het om raad gevraagde orakel
beval twee jonkvrouwen aan de onderaardsche goden te offeren. Toen boden
zich Metioche en Menippe vrijwillig aan, om voor haar vaderland te sterven,
doch Hades en zijne gade veranderden haar
in twee kometen. De dankbare onderdanen van haren vader bouwden haar
onder den naam van Koronides eenen tempel.
koronis (coronis)
Eene dochter van Koroneus, een koning
in Phokis, die terwijl zij aan het strand der zee wandelde, door Poseidon
werd gezien en vervolgd. Zij smeekte Athena
om hulp; deze veranderde haar in eene kraai en maakte die tot haren
lievelingsvogel. Toen zij echter aan de godin verried, dat de dochters
van Kekrops de mand, waarin de jonge Erichthonios
(Zie aldaar.) lag, geopend hadden, strafte zij deze wel, maar de dienst
door Koronis bewezen, was haar zóó onaangenaam, dat zij
de kraai verstiet en in hare plaats den uil tot lievelingsvogel nam.
(2) De dochter van den Thessalischen koning Phlegyas,
bij Apollo de moeder van Asklepios.
Zie Asklepios en Ischys.

Hendrik Goltzius, Apollo en Coronis, ets, ± 1590
korybantes (corybantes)
Priesters van Rheia
Kybele, die onder woest geschreeuw, met
krijgsdansen en het tegen elkander slaan en stooten van schilden en
zwaarden hunne feesten ter eere der godin vierden. Zij schijnen evenals
de Kureten, de Idaiische
Daktylen en de samothrakische Kabeiren
oorspronkelijk zelf goddelijke wezens geweest te zijn, evenals de boomen,
uit de aarde zelve ontsproten. Men dacht zich hen als de eerste aller
schepselen en tevens als de eerste vereerders en priesters van Rheia
Kybele. In Lydië noemde men als hun hoofd en voorganger, als den
eersten der Korybanten Korybas, die in wezen identisch schijnt
te zijn met Attis. De Korybanten en hun
dans schijnen eene voorstelling te zijn van den zich in het gebergte
weerkaatsenden donder. - Zie Attis en Rheia.
korynetes (corynetes)
D. i. "de knodsdrager", een bijnaam
van Periphetes, een´ beruchten roover,
die door Theseus werd gedood. Zie Periphetes
en Theseus.
korythos (corythus)
(1) Een zoon van Paris
bij zijne eerste gade, de nymph Oinone.
Zijne moeder zond hem tot Helena, om de
ijverzucht van Paris optewekken, doch toen deze eenen schoonen jongeling
bij Helena aantrof, verstiet hij haar niet, maar doodde zonder het te
weten zijn eigen zoon.
(2) Een italische heros. De Pleiade Elektra
was door Zeus met geweld naar den hemel
ontvoerd. Daar nam zij hare toevlucht tot het Palladion,
dat Athena pas had voltooid. De godin werd
toornig, omdat eene onteerde haar heilig beeld had aangeraakt en wierp
het met Elektra zelve uit den hemel. Het beeld kwam in Troje neder;
de val van Elektra werd door Zeus voor haar onschadelijk gemaakt. In
Italië bereikte zij de aarde. Daar huwde koning Korythos met haar.
Zij baarde Zeus eenen zoon, Dardanos genaamd,
en haren gade eenen tweeden zoon, met name Iasios.
Korythos stichtte eene stad, die hij naar zijnen naam noemde. Later
werd zij Cortona geheeten. Hij werd begraven onder eenen berg, die eveneens
zijnen naam droeg.
kottos (cottus)
Een der honderdarmige reuzen. (Hekatoncheiren,
Centimani.)

kotys (cotys)
Eene thrakische godin, wier dienst waarschijnlijk
uit Phrygië afkomstig was. De gebruiken daarbij hadden veel overeenkomst
met die, welke bij den dienst van Rheia
Kybele in zwang waren. Zij kenmerkten zich
door luidruchtigheid, later door grove buitensporigheden.
kragaleus (cragaleus)
Een zoon van Dryops,
den stamvader der Dryopes. Toen hij eens zijne kudden weidde, kwamen
Apollo, Artemis
en Herakles tot hem, opdat hij, die als
een rechtvaardig man bekend stond, zou beslissen, wie van hen recht
had op de stad Ambrakia. Toen Kragaleus ten voordeele van Herakles besliste,
veranderde Apollo hem in zijnen toorn in eene rots. Desniettegenstaande
werd hij evenals zijn vader met offers geëerd.
kranaia (cranaea)
Een bijnaam van Athena
te Elatea in Phokis. Ongeveer 20 stadiën (nog niet 3/4
uur gaans) van de stad lag op den top van dien heuvel een tempel
der godin met vele bijgebouwen. De opperste priester in dien tempel
was altijd een knaap. Hij moest de godin vijf jaren dienen en werd altijd
in zulk eenen leeftijd gekozen, dat hij nog niet tot jongeling opgegroeid
was, als zijn diensttijd ten einde liep.
kranaos (cranaus)
Een voornaam Athener, die volgens sommige legenden
na den dood van Kekrops met de regeering
werd bekleed. Hij had drie dochters Kranaë, Kranaichme
en Atthis. Eene der beide eersten huwde met Amphiktyon.
Van de laatste zegt men, dat zij aan het landschap Attika haren naam
gegeven heeft. Kranaos werd na een kort bestuur door zijnen schoonzoon
Amphiktyon van den troon gestooten en verdreven. -
Volgens sommige verhalen zou onder zijne regeering de watervloed van
Deukalion over de aarde gekomen zijn.
kratos
D. i. "de kracht", een zoon van den
Titan Pallas en de Styx.
In den strijd der Titanen tegen de goden
stond hij met zijne zusters Bia (het geweld)
en Nike (de overwinning) aan de zijde der
goden. Daarom stonden zij bij Zeus in hooge
eer en waren zij meestal in de omgeving van zijnen troon. Met hunne
moeder hadden zij een groot uit rotsen gehouwen paleis in de nabijheid
van den Tartaros.
kreios (crius)
Een der zes mannelijke Titanen.
|