I / J : iphikles - iulus

iphikles (iphicles)

(1) De zoon van Amphitryon en Alkmene, de tweelingbroeder van Herakles, één dag na den held geboren. (Zie Herakles.) Hij begeleidde zijnen broeder op verschillende zijner tochten en nam deel aan de Kalydonische jacht. Bij zijne eerste gade, Automedusa, had hij eenen zoon, Iolaos. (Zie aldaar.) Later huwde hij de jongste dochter van Kreon. (Zie Herakles.) Hij kwam om in den strijd tegen de Molioniden.
(2) Een der zonen van
Thestios; hij nam deel aan den tocht der Argonauten en werd met zijne broeders na afloop van de Kalydonische jacht door Meleagros gedood.
(3) Ook een der
Argonauten, de zoon van Phylakos. Hij was beroemd door zijne snelheid in het loopen en door zijne schoone kudden. Hij gaf die echter ten geschenke aan den waarzegger Melampus, toen deze hem de middelen aanwees, waardoor zijn huwelijk met kinderen konde gezegend worden.

iphimede / iphimedeia (iphimedea)

De dochter van Triops en de gade van Aloeus. Zij werd bij Poseidon de moeder van Otos en Ephialtes. (Zie Aloeus.) Toen zij met hare dochter Pankratis door Tyrrheensche zeeroovers was gevangen genomen werd zij door hare zonen bevrijd. Haar graf en dat harer zonen werd, naar men beweerde, te Anthedon in Boiotië aangetroffen.

iphis

(1) Eene dochter van Ligdus en Telethusa, twee arme menschen op Kreta. Ligdus verklaarde aan zijne gade, dat zoo het kind, dat zij ter wereld zou brengen, eene dochter was, hij het zou moeten dooden, daar hij de middelen niet bezat om dochters optevoeden. Toen nu Telethusa werkelijk een meisje baarde, bedroog zij op raad der godin Isis haren echtgenoot, voorgevende, dat zij aan eenen zoon het leven had geschonken. Iphis werd als knaap opgevoed en toen zij volwassen was, wilde haar vader haar uithuwelijken aan een meisje Ianthe genaamd. Isis voorkwam de ontdekking van het gepleegde bedrog door Iphis, die zoo lang een jongeling geschenen had, werkelijk in een man te veranderen.
(2) De zoon van Alektor, koning van Argos. Hij had twee kinderen, een zoon, Eteoklos, die met de zeven vorsten tegen Thebe optrok, doch voor die stad zijnen dood vond, en eene dochter
Euadne, die zich op den brandstapel met het lijk van haren gemaal Kapaneus levend liet verbranden. (Zie Euadne.) Toen zijne beide kinderen dood waren, stond hij de regeering over Argos af aan Sthenelos, den zoon van Kapaneus.
(3) Zie
Anaxarete.

iphitos (iphitus)

(1) De zoon van Eurytos, den koning van Oichalia. Hij werd door Herakles op verraderlijke wijze gedood. (Zie Herakles.)
(2) Een koning van Elis, die gelijktijdig zou geleefd hebben met den Spartaanschen koning Lykurgos. Met dezen herstelde hij op bevel van het Delphische orakel de Olympische spelen, die in onbruik waren geraakt, en offerde daarbij aan
Herakles, den stichter dier spelen.

iphthime

De dochter van den Spartaanschen koning Ikarios en derhalve de zuster van Penelope, de gade van Odysseus. Zij was gehuwd met Eumelos, een rijk man, die te Pherai woonde. Athena nam hare gedaante aan, toen zij tot Penelope kwam, om deze door eenen aangenamen droom te troosten.

ira

Eene personificatie van den toorn. Zij was eene dochter van Aether en Tellus.

irene

Zie Eirene.

iris

Oorspronkelijk eene godin der natuur, eene personificatie van den regenboog. De regenboog is alshetware de brug, die hemel en aarde verbindt, en vandaar dat Iris geworden is de godin, die de bevelen des hemels naar de aarde overbrengt. Zij heet gewoonlijk eene dochter van den zeegod Thaumas en de Okeanide Elektra. Dat zij de dochter van eenen zeegod genoemd wordt, laat zich hieruit verklaren, dat bij de Grieken de regenboog uit zee scheen optestijgen. In de oudste tijden werd zij beschouwd als de bodin van alle goden, hoewel Zeus en Hera die godheden waren, welke het meest van hare diensten gebruik maakten; later was zij de dienares van Hera alleen. Hare snelheid is verbazend; evenals de hagel of de sneeuw, die uit de wolken nederstort, snelt zij van het ééne uiteinde der wereld naar het andere, ja zelfs tot op den diepsten bodem der zee en tot in de diepten der onderwereld, om de bevelen der goden ten uitvoer te brengen. Latere dichters gaven haar, om hare groote snelheid te verklaren, gouden vleugels. Ook de beeldende kunstenaars versierden daarmede hare beelden, zoodat het moeilijk zou zijn haar te onderkennen van Nike (Zie aldaar.), zoo Iris niet den herautstaf, den caduceus (Zie Hermes.), in de hand droeg. Sommige van hare beelden dragen ook wel eene kan in de hand, want zij was het, zoo meende men, die het water aan de wolken toevoerde. -
Eene afzonderlijke vereering heeft zij slechts in uiterst geringe mate genoten. -
Gewoonlijk denkt men zich haar als eene jonkvrouw, die niet weten wil van het huwelijk. Soms echter is er sprake van hare verbintenis met
Zephyros (Zie aldaar.), waaruit volgens enkele verhalen Eros zou gesproten zijn.

iros (irus)

(1) Een zoon van Aktor, de vader van Eurytion en Eurydamas, die beiden aan den Argonautentocht deelnamen. Peleus, later de vader van Achilleus, had den broeder van Iros, Phokos geheeten, gedood. Iros had hem echter daarvoor vergiffenis geschonken en hem zelfs van de bloedschuld gereinigd. Doch toen Peleus bij de Kalydonische jacht ook zijnen zoon Eurytion bij ongeluk doodde, wilde hij van geene verzoening weten en nam de hem ten zoenoffer aangeboden kudden runderen en schapen niet aan. Op den raad van het orakel liet Peleus ze nu vrij rondloopen. Het grootste gedeelte werd door eenen wolf verscheurd, die tot straf hiervoor in steen veranderd werd en langen tijd in die veranderde gedaante bleef staan op de grenzen van Lokris en Phokis.
(2) Een bedelaar op Ithaka van zeer grooten lichaamsbouw, doch even laf als groot. Zijn eigenlijke naam was Arnaios, doch door de vrijers, die naar de hand van
Penelope dongen en het goed van Odysseus verteerden, werd hij Iros, d. i. "de bode" genoemd. Nadat Odysseus van zijne zwerftochten was teruggekeerd onder de gedaante van eenen bedelaar, wilde Iros hem verdrijven, daar hij niet bereid was de giften, die de vrijers hem schonken, met een ander te deelen, en toen Odysseus niet wilde vertrekken, daagde hij hem tot een vuistgevecht uit. Hoewel Iros, toen het op vechten aankwam, gaarne wilde terugtrekken, dwongen de vrijers hem den strijd te wagen. Odysseus trof hem weldra zoo hard tegen zijne kinnebak, dat de tanden hem uit den mond vielen en hij eenen stroom bloed uitbraakte. Daarop sleepte Odysseus den bedelaar buiten den hof, waar het gevecht had plaats gehad; hij hing hem eene tasch om, waarin hij hetgeen hij door bedelen verworven had zou kunnen bergen, en gaf hem een stok om de honden en zwijnen van zich aftehouden. Voortaan bekleedde Odysseus de plaats, die Iros vroeger bij de vrijers vervuld had, doch - het was slechts voor korten tijd. Zie Odysseus.

ischys

Een zoon van Elatos uit Arkadië, die van daar naar Thessalië trok. Hier won hij de liefde van Koronis, de dochter van den Thessalischen koning Phlegyas, die vroeger door Apollo bemind was en dezen weldra eenen zoon, Asklepios, zou baren. Apollo over de trouweloosheid van Koronis vertoornd, doodde haar zoowel als Ischys, of liet hen dooden door zijne zuster Artemis. Zijn nog niet geboren kind werd door den god gered. Zie Asklepios.

isis

Eene egyptische godheid, die in sommige opzichten op verschillende mythen der Grieken eenen belangrijken invloed heeft uitgeoefend en wier dienst in de laatste tijden der Romeinsche republiek en onder het keizerrijk te Rome eene groote uitbreiding heeft gekregen.

ismene

Eene dochter van Oidipus en diens eigen moeder Iokaste. Volgens anderen heet hare moeder Euryganeia. Zie aldaar.

ismenios (ismenius)

(1) Een bijnaam van Apollo, die aan de boiotische rivier Ismenos eenen tempel had.
(2) Een zoon van
Apollo en de nymph Melia, die zijnen naam gaf aan de bovengenoemde rivier, vroeger de Ladon geheeten. Jaarlijks werd de schoonste en krachtigste knaap tot priester aangewezen van den tempel, dien de god in de nabijheid dier rivier had. Zoolang hij dat priesterschap bekleedde, droeg hij eenen krans van laurierbladeren en heette daarom Daphnephoros. Het feest ter eere van Apollo door Ismenios ingesteld droeg den naam van Daphnephoriën.

isthmios (isthmius)

Een bijnaam van Poseidon, die op den isthmus van Korinthe eenen beroemden tempel had en ter wiens eere aldaar de isthmische spelen werden gevierd.

italus

Een koning van de Oenotriërs of van de Siculi (oude italische volksstammen), naar wien Italië zijnen naam draagt. Volgens sommigen zou hij gesproten zijn uit eene verbintenis na den dood van Odysseus aangegaan door Telegonus, den zoon, dien deze bij Kirke verwekt had, en Penelope. Italus huwde Elektra, de dochter van koning Latinus en zij schonk hem eenen zoon met name Remus, die de stichter werd van Rome. Andere berichten evenwel schrijven het bouwen dier stad toe aan de dochter van Italus, Roma geheeten. Evenals in bijna alle verhalen omtrent de stichting van Rome heerscht ook in de legenden, die op Italus betrekking hebben eene groote verwarring.

itylos (itylus)

De zoon van Aëdon, die door zijne moeder werd gedood. Zie Aëdon.

itys

Procne doodt haar eigen kind. Uit Ovidius, Metamorphoses, ed. Johann Spreng, ill. Virgil Solis (Frankfurt-am-Main, 1563). (Afbeelding van : The Abraham Cowley Text and Image Archive)

De mythe van Itys komt bijna geheel met die van Itylos overeen. Tereus, zijn vader, onteerde Philomela, de zuster zijner moeder Prokne. Hij sloot haar op en sneed haar de tong uit, doch Philomela wist door een kunstig weefsel aan hare zuster het bericht te doen toekomen van haar lijden. De beide zusters smeedden nu een plan van wraak, doodden Itys, den zoon van Tereus en Prokne en zetten diens gekookte ledematen den vader tot spijze voor. Nadat zij hem medegedeeld hadden, wat voor spijze zij hem hadden toebereid, vluchtten zij. Hij zette haar na met eene bijl en haalde haar in, doch toen hij op het punt was haar te treffen, veranderden de goden hem in eenen havik, Philomela in eene zwaluw en Prokne in eenen nachtegaal. Latere schrijvers keeren de rollen der beide zusters om, en in het gewone spraakgebruik heeft ook de nachtegaal den naam van Philomela behouden.

iulus

Zie Ascanius.