icarius - io

icarius

Zie Ikarios.

icarus

Zie Ikaros.

ichor

Het bloed der goden, dat van geheel anderen aard was als het bloed der menschen, omdat zij gevoed waren met nektar en ambrosia.

ida

Eene der beide nymphen, aan wie Zeus ter opvoeding werd toevertrouwd. Zie Zeus.

idaioi daktyloi (idaei dactyli)

Zie Daktyloi Idaioi.

idalia

Een dikwijls voorkomende bijnaam van Aphrodite, dien zij droeg naar de stad Idalion op Kypros, waar haar dienst in hooge eer stond.

idas

Een der beide Apharetiden of Aphariden. (Zie Aphareus.) Hij viel, door den bliksem van Zeus getroffen, toen hij Kastor had gedood. Zie Dioskuren. -
Door
Marpessa, de dochter van den aitolischen koning Euenos (Zie aldaar.) werd hij verkoren boven den god Apollo. Zij werd zijne gade. Zie Marpessa.

idmon

Een der waarzeggers, die de Argonauten op hunnen tocht vergezelden. Hij wist, dat hij op dien tocht zou omkomen, maar trok toch mede; toen hij in Bithynië aan land ging, werd hij òf door een everzwijn gewond, òf door eene slang gebeten, ten gevolge waarvan hij stierf.

idomeneus

Een zoon van Deukalion, den koning van Kreta, een kleinzoon van Minos, een man van een zeer schoon uiterlijk en daarbij van eenen edelen inborst. Hoewel hij ook tot degenen behoord had, die naar de hand van Helena hadden gedongen, bleef hij de trouwste vriend van Menelaos, toen deze haar tot gade had verworven. Als bevelhebber van 80 schepen trok hij mede op tegen Troje, waar hij zich door zijne dapperheid grooten roem verwierf. Toen hij op zijnen terugtocht door eenen hevigen storm werd overvallen, deed hij aan Poseidon eene gelofte, dat hij, zoo hij behouden terugkwam, datgene offeren zou, wat hij het eerst in zijn vaderland ontmoette. Toen zijn zoon de eerste was, dien hij ontmoette, volbracht hij toch zijne gelofte. De goden waren echter vertoornd op Idomeneus wegens het dooden van zijnen zoon en zonden daarom eene pestziekte over Kreta. Dientengevolge verdreven de inwoners hunnen koning, die naar Italië ging en daar eene Grieksche kolonie stichtte. Hij keerde later terug en stierf op Kreta. Daar werd hij na zijnen dood als heros vereerd.

idothea

Zie Eidothea.

iduia

Zie Eiduia.

ikarios (icarius)

De zoon van Oibalos, die met zijnen broeder Tyndareos door hunnen halfbroeder Hippokoön uit Lakedaimon verdreven werd. Later, toen de zonen van dezen, de Hippokoöntiden, door Herakles waren verslagen, keerde hij naar zijn vaderstad terug. -
Als zijne dochter wordt genoemd
Penelope. Hij beloofde hare hand aan dengene, die in eenen wedloop de overwinning behalen zou. Zoo werd zij de gade van Odysseus (Ulysses), den koning van Ithaka. Ikarios smeekte Odysseus in Lakedaimon te blijven; toen deze desniettegenstaande met zijne jonge vrouw naar zijn rijk terugtrok, zette hij hen na en nadat hij hen ingehaald had, herhaalde hij zijn verzoek. Odysseus liet aan zijne gade de keuze, om òf hem te volgen, òf met haren vader terugtekeeren. Penelope antwoordde niet, maar hulde zich in haren sluier en volgde haren man. Hierover getroffen wijdde haar vader op die plek een beeld aan Aidos, d. i. "de Schaamte".

ikaros (icarus)

(1) De zoon van Daidalos. (Zie aldaar.)
(2) Zie
Dionysos.

ilithyia

Zie Eileithyia.

ilos (ilus)

Een zoon van Tros en dus een broeder van Assarakos en Ganymedes. Hij kwam in Phrygië, toen daar juist een wedstrijd gehouden werd, en hij behaalde bij het worstelen de overwinning. Als prijs kreeg hij vijftig meisjes en vijftig knapen en, naar het bevel van het orakel, schonk de koning hem ook eene gevlekte koe, met de opdracht om deze te volgen en daar, waar zij zich zou nederleggen, eene stad te stichten. Op den heuvel, waar zij liggen ging, stichtte hij de stad Ilion. Hij bad Zeus om een teeken, dat hem zou bewijzen, dat hij aan het orakel de juiste uitlegging had gegeven. Den volgenden morgen vond hij voor zijne tent het Palladion, (Zie Athena.) waarvoor hij eenen afzonderlijken tempel bouwde. Zijn zoon was Laomedon. (Zie aldaar.)

inachos (inachus)

Een zoon van Okeanos en Tethys, de oudste koning van Argos, die, naar de legende verhaalde, uit Egypte derwaarts zou gekomen zijn; tevens was hij de riviergod van den stroom, die zijnen naam droeg. In den strijd, dien Hera en Poseidon om het bezit van het landschap Argolis voerden, wees hij dit aan eerstgenoemde toe. Uit toorn over die uitspraak onttrok Poseidon aan het gansche landschap al zijn water, zoodat de rivieren dier streek alleen dan stroomen, als ze door den van Zeus hun toegezonden regen, gevuld zijn. Eene zijner kinderen was Io. Zij werd door Zeus bemind. Zie Io en Epaphos.

ingenicula / ingeniculus

Zie Engonasi.

ino

De dochter van Kadmos en Harmonia, de tweede gade van Athamas, den koning van een deel van Boiotië, bekend door de wreedheid, waarmede zij hare stiefkinderen Phrixos en Helle, die Nephele aan Athamas gebaard had, mishandelde en naar het leven stond. Haar werd de opvoeding van den jongen Dionysos, den zoon harer zuster Semele, toevertrouwd. Hera, die Dionysos steeds vervolgde, maakte om Ino te straffen, Athamas razend, zoodat hij den oudsten zoon, dien Ino hem gebaard had, Learchos, doodde en haar nazette, toen zij met haren tweeden zoon Melikertes wilde vluchten. Om aan de vervolgingen van haren echtgenoot te ontkomen, stortte zij zich van de aan den Isthmos gelegen rots Moluris in zee. Poseidon nam haar onder de zeegoden op onder den naam van Leukothea, terwijl eveneens de natuur van haren zoon veranderd werd in eene goddelijke en zijn naam Melikertes vervangen werd door dien van Palaimon. Zie Leukothea en Palaimon. -

Jongen, die op een dolfijn zit - Melikertes / Palaimon -
Mimiatuurbrons van de Akropolis van Athene, 5e eeuw voor Chr.
Nationaal Archeologisch Museum, Athene.

Ter eere van Ino vierde men op verschillende plaatsen een feest, de Inoa geheeten.

insulae beatorum

D. i. "de eilanden der zaligen". Zie Elysion.

intercidona

Zie Deverra.

invidia

Afgunst en Jaloezie : een schilderij van Rolando Conti

Eene personificatie van den "nijd". De Romeinsche dichter Ovidius noemt haar eene dochter van Pallas, een der Giganten, en de Styx. Zij woont in den verborgensten schuilhoek der onderwereld, op eene plaats, waar nooit de stralen der zon doordringen en eeuwige duisternis heerscht. Zij voedt zich met het vlees van adders en hare tong is altijd met giftig zwadder bedekt.

inuus

D. i. "de bevruchter". Zie Lupercus.

io

De dochter van Inachos, den oudsten koning van Argos, eigenlijk den god der rivier van dien naam. Zij was eene priesteres van Hera, doch wekte door hare buitengewone schoonheid de liefde op van Zeus. Hoezeer Zeus zich in eene wolk hulde, als hij Io bezocht, werd zijne ontrouw toch door Hera ontdekt en om nu Io aan de vervolgingen zijner gade te onttrekken, veranderde de god het beminde meisje in eene koe, en loochende met eenen eed al wat Hera hem verweet. Deze vroeg echter de koe van haren echtgenoot ten geschenke en plaatste als bewaker den alzienden honderdoogigen Argos (Argos Panoptes) bij haar. Op bevel van Zeus poogde nu Hermes aan Argos de koe te ontstelen, doch zijn voornemen werd door Hierax verraden. (Zie aldaar.) Toen nam de god de gedaante van eenen herder aan en wist Argos bij de zoete toonen zijner fluit in slaap te doen vallen. Daarop doodde Hermes hem en voerde de koe met zich weg. -
Hera plaatste de honderd oogen van Argos op den staart van haren lievelingsvogel, den pauw. -
Io werd nog steeds gekweld door de vervolgingen harer vijandin. Hera zond namelijk op de koe eene horzel af, die niet ophield haar te tergen en natezetten. Zoo werd Io tot razernij gebracht en vluchtte en zwierf over de aarde door de noordelijke landen van Europa en ver verwijderde streken van Azië, tot zij eindelijk in Egypte rust vond, waar Zeus haar hare vroegere gedaante terugschonk. Daar bracht zij eenen zoon ter wereld,
Epaphos genaamd, die koning werd van Egypte en de stad Memphis stichtte. (Zie Epaphos.) Het spreekt van zelf, dat de zwerftochten van Io al verder en verder werden uitgestrekt en meer en meer landen als door haar bezocht werden opgegeven, naarmate de aardrijkskundige kennis der Grieken zich uitbreidde. Alle verhalen komen hierin overeen, dat zij den Thrakischen Bosporos (straat van Konstantinopel) doorwaadde en deze naar haar zijnen naam kreeg. Bosporos beteekent "weg der koe". Uitvoerig worden die tochten beschreven door den treurspeldichter Aischylos in zijnen Prometheus. Deze laat Io op hare zwerftochten tot Prometheus komen, als hij aan den Kaukasos is vastgeketend. Hij voorspelde daar aan Io hare verdere lotgevallen. -
De juiste verklaring van deze mythe schijnt de volgende te zijn: Io, "de gaande" is eene personificatie der maan, wier schijnbaar onregelmatige loop en gedurig verdwijnen voor de oude volken een hoogst merkwaardig schouwspel was. De koe is een oud en zeer verspreid symbool der maan. Ook Isis, de Egyptische maangodin, draagt hoornen. De bewaker der maankoe is de honderdoogige Argos, eene personificatie van den sterrenhemel. Hij wordt gedood door den regengod Hermes, d. i. de sterrenhemel wordt door de wolken onzichtbaar gemaakt. Ook laat zich de razernij, waartoe Io gebracht is, zeer goed verklaren als eene zinnebeeldige voorstelling van de schijnbare storingen in den loop der maan. Ook bij de heroën, die voorstellingen zijn van de zon, bij
Bellerophon en Herakles komen dergelijke vlagen van razernij voor. In het zuidoosten, d. i. voor de Grieken in Egypte, komt Io dan weder als volle maan te voorschijn. In Egypte werd zij met Isis geïdentificeerd. De nevensgaande afbeelding [niet afgebeeld; Kox] stelt Io voor, terwijl ze, in eene koe veranderd, door Argos bewaakt wordt.

'Jupiter en Io' van Correggio (1532)
Kunsthistorisches Museum, Wenen