H : hekatombe - helena
hekatombe (hecatombe)
D. i. een offer van honderd
runderen. Overdrachtelijk wordt deze naam vooral in de
Homerische gedichten gebruikt voor elke openlijke en
plechtige offerande van een grooter aantal dieren, dan
men gewoonlijk offerde. In plaats van runderen werden ook
wel schapen en geiten geofferd. Het grootste gedeelte van
het vleesch werd bij zulke gelegenheden onder het
verzamelde volk uitgedeeld.
hekatoncheiren (hecatoncheiren,
Lat. Centimanen.)
De honderdhandige reuzen,
genaamd Kottos, Aigaion of Briareos en Gyes of Gyges, zonen van Uranos en Gaia. Hun vader sloot hen uit vrees terstond
na hunne geboorte in den Tartaros op. Op raad van Gaia werden zij door Zeus
verlost, en nu namen zij, door nektar en ambrosia
verkwikt, deel aan den strijd tegen de Titanen, die
reeds tien jaren duurde. Zij brachten veel bij tot de
overwinning, die Zeus behaalde, en werden van dien tijd
af de bewakers der Titanen, die in hunne plaats in den
Tartaros werden gestooten. -
Kottos beduidt "de stooter", Aigaion "de
man der golven" en Gyes "de buiger".
hektor (hector)
De beroemde trojaansche held,
die door de hand van Achilleus gedood werd, de oudste zoon van koning Priamos en Hekabe.
Zijne gemalin was Andromache, de dochter van den kilikischen koning Eëtion. Zij
schonk hem eenen zoon, Astyanax genaamd. Gedreven door warme
vaderlandsliefde was hij als het ware een bolwerk voor
zijne stad, de krachtigste held uit het gansche
Trojaansche leger, tegen wien zelfs Achilleus het niet
dan met schroom waagt te strijden. Maar niet alleen als
krijgsman in den oorlog munt hij uit; als zoon, als
echtgenoot staat hij evenzeer boven allen. De
beschrijving, die Homeros geeft van het laatste afscheid,
dat Hektor van Andromache neemt, is wellicht boven alle
andere voortbrengselen van de poëzie der klassieke
oudheid te stellen. Hoe zeer zijne ouders reden hadden
hem lieftehebben, blijkt uit de klachten, die zij uitten
na zijnen dood. -
Evenals Achilleus onder de Grieken, zoo is Hektor onder
de Trojanen de lieveling van Homeros. Zij beiden
overtreffen alle andere helden uit de beide legers in
dapperheid en kracht. -
Overal waar de strijd het heftigst woedt, is Hektor onder
de voorste strijders; Apollo staat hem meer dan éénmaal bij in het
gevaar. De dappersten der Grieken kiest hij zich tot
zijne tegenstanders; hij strijdt met Diomedes en Nestor, en
wondt Teukros. Bij de bestorming van de Grieksche
legerplaats is hij met zijnen wapperenden helmbos,
("de helmschuddende" wordt hij daarom genoemd),
in de voorste rijen, hij verbrijzelt de poort, doch moet,
door Aias gewond, den strijd verlaten. Doch Apollo
geneest hem en hij begint den strijd op nieuw en dringt
door tot aan de schepen der Grieken, die zelfs door de
Trojanen worden in brand gestoken. Met toestemming van
Achilleus komt nu Patroklos in den strijd, sterk door de
wapenrusting, welke Hephaistos voor Achilleus had vervaardigd. Dezen
gelukt het de Trojanen van de schepen naar de stad
terugtedrijven, doch het einde van den strijd is, dat hij
door Hektor wordt gedood. -
Door den dood van Patroklos laat Achilleus zich aan zijne
werkeloosheid onttrekken. Hij verschijnt weder op het
slagveld, maar alleen met het doel om Patroklos te wreken
door Hektor te dooden. Wel wordt Hektor nog door Apollo
bijgestaan, maar zijn laatste uur is gekomen. De beide
vijanden ontmoeten elkander voor de poorten van Troje en Pallas Athena,
die aan Achilleus de overwinning schenken wil, komt tot
Hektor in de gedaante van zijnen broeder Deïphobos,
om hem tot den strijd tegen den Griekschen held
aantezetten. Het komt tot een tweegevecht tusschen de
beide helden. Hektor wil eene bepaling maken, dat het
lijk van dengene, die vallen zal, met eere aan zijne
betrekkingen zal worden teruggegeven, doch Achilleus wil
van geene voorwaarden weten. Valt Hektor, dan zal hij
diens lijk ten prooi toewerpen aan de roofvogels en
honden. De strijd vangt aan. Hektors wapenen missen hun
doel door den machtigen invloed van Athena. De
Trojaansche held wordt overwonnen en door Achilleus
gedood. Aan zijn lijk worden nog vele wonden toegebracht
door Grieken, die hem bij zijn leven hadden gevreesd.
Achilleus bindt het aan zijnen wagen en sleept het bij
gelegenheid van de lijkspelen ter eere van Patroklos
driemaal om diens lijk en grafheuvel. Daarop komen de
goden tusschen beide en bevelen Achilleus het lijk aan
Priamos terugtegeven. Door Hermes begeleid komt de grijsaard in de tent
van Achilleus en krijgt van dezen voor eenen grooten
losprijs het lijk van zijnen zoon terug, dat door de
Trojanen met groote plechtigheid wordt begraven. -
Dit is de beschrijving van Hektors leven en dood, zooals
wij die in de Ilias aantreffen. Dat gedicht eindigt met
de beschrijving van zijn begrafenis. -
In Troje werd Hektor als Heros vereerd en er werden hem
doodenoffers gebracht. Later werd op bevel van het orakel
zijne asch naar Thebe overgebracht. -
Dikwijls vormden tooneelen uit Hektors leven het
onderwerp van voortbrengselen der beeldende kunst. De
nevensgaande afbeelding [niet
afgebeeld: Kox] stelt hem
voor, terwijl hij de Grieken van de muren der stad
terugdrijft.
helena
De dochter van Zeus en Leda, de
gade van Tyndareos. Leda had vier kinderen: Helena, Polydeukes
(Pollux), Kastor en Klytaimnestra. Meestal noemde men Zeus als den vader
der beide eersten, terwijl de beide laatsten voor
kinderen van Tyndareos werden gehouden. Zeus zou tot Leda
gekomen zijn in de gedaante van eenen zwaan. -
Eene andere legende omtrent hare geboorte verhaalde, dat Nemesis,
welke door Zeus bemind werd, om diens vervolgingen te
ontgaan zich in eene gans veranderd had, doch dat Zeus
daarop in de gedaante van eenen zwaan haar had opgezocht,
dat zij daarop een ei ter wereld had gebracht, hetwelk
door eenen herder op eene weide was gevonden en aan Leda
gebracht. Deze bewaarde het zorgvuldig en ter bestemder
tijd kwam uit dat ei Helena te voorschijn, die door Leda
als haar eigen kind werd opgevoed. -
Reeds in hare vroege jeugd muntte zij uit door eene
zeldzame, ongeëvenaarde schoonheid. Deze was de oorzaak,
dat zij reeds op zeer jeugdigen leeftijd geschaakt werd
door Theseus van Athene. Spoedig evenwel werd zij
teruggehaald door hare broeders Kastor en Polydeukes (de Dioskuren),
die ook de moeder van Theseus, Aithra,
gevankelijk medevoerden. Latere legenden verhaalden
evenwel, dat uit de korte verbindtenis van Theseus en
Helena eene dochter gesproten was, met name Iphigeneia,
welke hare zuster Klytaimnestra, om de schande van Helena
te verbergen, als haar eigen kind aangenomen en opgevoed
had. -
Met hare jaren nam de schoonheid van Helena toe, zoodat
bijna al de edelste jongelingen van Griekenland naar hare
hand dongen. Tyndareos kon er echter niet toe besluiten
haar aan één van allen aftestaan, daar hij vreesde dan
de jaloezie en den toorn der overigen te zullen opwekken.
Odysseus, de sluwe koning van Ithaka, beloofde
hem een middel te zullen aanwijzen om hierin te voorzien,
zoo Tyndareos hem wilde helpen de hand der schoone Penelope te
verwerven. Tyndareos keurde den voorslag goed en nu ried
Odysseus hem aan alle vrijers een eed te laten zweren,
dat zij dengene, dien Helena zou kiezen, niet zouden
bestrijden, maar hem integendeel zouden helpen, wanneer
hij om harentwil werd aangevallen of beleedigingen te
verduren had. De eed werd afgelegd, en Helena koos tot
haren gemaal Menelaos, den koning van Sparta. In den beginne
was hun huwelijk gelukkig. Zij baarde hem eene dochter Hermione en
volgens anderen ook eenen zoon Nikostratos.
-

J.L. David : Paris en Helena
Doch de roem van hare schoonheid
verspreidde zich weldra ook buiten Griekenland. Toen de
Trojaansche koningszoon Paris bij afwezigheid van Menelaos Sparta
bezocht, werd hij met liefde voor Helena vervuld. Bij
gelegenheid namelijk dat hij aan Aphrodite
den door Eris op den disch der goden geworpen appel
had toegekend, had deze hem de liefde beloofd van de
schoonste vrouw der aarde, en daarbij het oog gehad op
Helena, die als het ware haar evenbeeld was. Helena
beantwoordde de liefde van Paris en liet zich door hem
schaken. Volgens hunnen eed trokken nu degenen, die
vroeger naar hare hand hadden gedongen, mede tegen Troje
op, om den hoon aan Menelaos aangedaan te wreken en dezen
zijne trouwelooze gade en de schatten, welke zij had
medegenomen, terugtebezorgen. Dit was de aanleiding tot
den Trojaanschen oorlog. Volgens Homeros was de
schoonheid van Helena ook in het tiende jaar van den
krijg nog zóó groot, dat het niet te verwonderen was,
dat de Grieken en Trojanen zóó lange en zóó vele
ontberingen hadden willen verduren om harentwil. Zij was
dan ook hooggeëerd in Troje, vooral daar zij meer moed
toonde dan de verwijfde Paris. Na diens dood huwde zij
met eenen anderen zoon van koning Priamos, met
name Deïphobos. Volgens sommige verhalen verried zij
dezen na de inneming van Troje aan Menelaos, die hem op
wreede wijze doodde. Homeros verhaalt, hoe Helena, toen
het houten paard binnen de muren van Troje gesleept was,
in welks geheim zij schijnt ingewijd te zijn geweest, met
haren gemaal Deïphobos gekomen was om het te zien en te
betasten, en daarbij al de Grieken, die er in verborgen
waren met name had aangeroepen, de stemmen hunner
echtgenooten nabootsende, zoodat deze alleen door den
invloed van Odysseus zich hadden laten weerhouden om toen
reeds te voorschijn te komen. Antiklos
alleen wilde haar antwoorden, doch Odysseus hield dezen
de keel dicht totdat Helena weder vertrokken was.
In de gansche Ilias wordt het beeld van Helena zóó
geschilderd, dat zij de achting, die haar in Troje wordt
toegedragen, en de liefde, waarmede zij door Priamos
behandeld wordt, volkomen verdient. Zij heeft berouw over
de zwakheid, die haar tot ontrouw tegen haren gemaal
verleidde, en denkt dikwijls met smachtend verlangen
terug aan haar huis en haar vaderland, dat zij heeft
verlaten.
Toen Menelaos haar na de inneming van Troje in de stad
terugvond, wilde hij haar eerst tot straf voor hare
ontrouw dooden, doch hare schoonheid redde haar. Zij
keerde mede naar Sparta terug, zwierf lang met Menelaos
rond, doch kwam eindelijk behouden met hem te huis en
leefde lange jaren met hem in vrede, overvloed en geluk.
Het bezoek, dat Telemachos, de zoon van Odysseus, aan het hof van
Menelaos bracht, om kondschap in te winnen betreffende
zijnen vader, geeft Homeros gelegenheid de heerlijkheid,
waarin Helena ook na haren terugkeer in Sparta leefde en
den luister, dien zij aan hare omgeving wist bijtezetten,
te beschrijven. -
Eene latere legende verhaalde, dat Helena in het geheel
niet naar Troje zou gekomen zijn, doch dat Paris met de
geschaakte koningin en de geroofde schatten gekomen was
bij koning Proteus in Egypte, die, het gebeurde vernomen
hebbende, hem alleen naar Troje liet vertrekken en Helena
en de schatten bewaarde, om ze later aan Menelaos terug
te geven. Een schijnbeeld van Helena verving in Troje
hare plaats en zette de Grieken en Trojanen aan tot den
fellen krijg, die volgens den wil der goden gevoerd moest
worden. -
Omtrent den dood van Helena bestaan verschillende
overleveringen. Volgens sommigen zou zij in Sparta
gestorven en in hetzelfde graf als Menelaos zijn
bijgezet. Anderen verhalen echter, dat zij na den dood
van haren echtgenoot door hare stiefzonen Nikostratos
en Megapenthes uit Sparta verdreven werd en naar Rhodos
vluchtte bij hare voormalige vriendin Polyxo.
Deze echter beschouwde Helena als de oorzaak van den
Trojaanschen oorlog, waarin haar echtgenoot Tlepolemos
was omgekomen; zij liet haar daarom in het bad overvallen
en aan eenen boom ophangen. Helena kreeg daardoor den
bijnaam van Dendritis d. i. "de aan een
boom opgehangene" en werd onder dien naam door de
Rhodiërs vereerd. -
Nog eene andere legende verhaalt, dat zij tot het leven
werd teruggeroepen en aan Achilleus, die na zijnen dood naar het eiland Leuke
verplaatst was, werd uitgehuwelijkt. Dezen zou zij dan
eenen zoon gebaard hebben met name Euphorion.
De nevensgaande afbeelding [niet afgebeeld: Kox] stelt
voor, hoe Aphrodite beproeft door vleiende woorden bij
Helena liefde te doen ontwaken voor Paris, die haar door Eros wordt
te gemoet gevoerd.
|