H : horos - hypsipyle
horos (horus)
Een god, die eigenlijk tot de Egyptische
godenwereld behoorende, met de Grieksche mythologie in verband is gebracht.
Grieksche schrijvers vermelden, dat hij de laatste god was, die als
koning over Egypte heerschte. Hij was een zoon van Isis
en Osiris en werd door de Grieken
voor identisch gehouden met Apollo. Van
zijne moeder had hij de kunst van waarzegging en de kennis der geneesmiddelen
geleerd en door zijne voorspellingen en het genezen van zieken had hij
zich grooten roem verworven. Toen nu Osiris door den boozen Typhon
was gedood, was deze bevreesd, dat Horos, als hij zijns vaders troon
besteeg, diens dood zou willen wreken. Daarom werd hij overal gezocht
met het doel om hem uit den weg te ruimen, en hoewel hij naar Leto
(eene personificatie van den duisteren nacht) gevlucht was, werd hij
ontdekt en in den Nijl geworpen. Zijne moeder vond zijn lijk en wist
hem door hare kennis in het leven terugteroepen; zij schonk hem zelfs
de onsterfelijkheid en zette hem nu aan, om den dood van Osiris te wreken.
Deze kwam zelf uit zijn graf, om zijnen zoon tot een bekwaam krijgsman
te vormen. Horos trok, toen zijne opleiding voltooid was, tegen Typhon
op, overwon hem en bracht hem als een gevangene bij zijne moeder, die
hem evenwel de vrijheid schonk. Horos was hierover zóó
vertoornd, dat hij Isis de kroon van het hoofd rukte. Typhon maakte
een verraderlijk gebruik van zijne herkregen vrijheid, en kwam met een
groot leger om Horos van de heerschappij te berooven, bewerende, dat
deze niet de zoon van Osiris en Isis, maar een ondergeschoven kind was.
In den oorlog, die hierop ontstond, werd Horos verslagen en gedood.
-
Deze verhalen zijn echter alle eerst in lateren tijd ontstaan, toen
men aan de mythologische legenden een historisch karakter trachtte te
geven. -
Osiris is de bevruchtende kracht der zon en van den Nijl, Isis eene
personificatie der natuur. Hun zoon kan dus niets anders zijn dan de
voorstelling der telken jare op nieuw ontkiemende vruchten, die uit
de aarde ontspruiten. Geheel van gelijke beteekenis is Harpokrates.
horta
Eene beschermende godin, die de
menschen met goeden raad bijstond. Haar tempel moest steeds openstaan.
Men beschouwde haar als de in den kring der goden opgenomen gade van
Romulus, Hersilia.
hyacinthus
Zie Hyakinthos.
hyades (hyaden)
Nymphen, die gewoonlijk tot de Okeaniden
(Zie aldaar.) gerekend worden. Haar aantal wordt zeer verschillend opgegeven.
Sommige schrijvers spreken van twee, andere van zeven.
Omtrent haar waren zeer verschillende legenden in omloop. Sommigen verhaalden,
dat zij de opvoedsters waren geweest van den jongen Dionysos
en dat Zeus haar daarom eene plaats aan
den sterrenhemel had geschonken; andere verhalen noemden haar de zusters
van Hyas, die door een everzwijn was verscheurd. Zij betreurden
haren broeder zóó hartstochtelijk, dat de goden haar uit
medelijden onder de sterren opnamen. Als zij opkwamen, begon het regenachtige
jaargetijde. Vandaar, dat men aan haren naam ook de verklaring van "regensterren"
gegeven heeft.
hyakinthos (hyacinthus)
(1) De zoon van den Spartaanschen
koning Amyklas en Diomede, een jongeling, die om zijne
buitengewone schoonheid door Apollo werd
bemind. Doch ook Zephyros, de Westewind,
had Hyakinthos lief en uit ijverzucht dreef hij eene werpschijf, door
Apollo geworpen, in eene verkeerde richting, zoodat zij Hyakinthos trof
en doodelijk wondde. Toen de god te vergeefs had getracht zijne genezende
kracht aantewenden om den knaap in het leven te behouden, veranderde
hij hem in eene bloem, die den naam van hyacinth kreeg en op hare bladeren
de letters Ai Ai droeg, welke de weeklacht van den god bij zijnen
dood aanduidden. Diezelfde bloem ontstond ook uit het bloed van den
grooten Aias, toen deze zich van het leven
beroofde. We hebben daaronder evenwel eene andere bloem te verstaan,
dan die, welke tegenwoordig den naam van hyacinth draagt, òf
de Iris foetidissima L., òf het Delphinium Aiacis L.
Anderen meenen haar in de Iris Germanica of het lilium Martagon
te herkennen. -

In Sparta en in gansch Lakonië
werd Hyakinthos als heros vereerd. Een groot feest, hem ter eere gevierd,
waarbij droefheid en vroolijkheid elkander afwisselden, droeg den naam
van Hyakinthia. Hyakinthos werd meestal afgebeeld als een schoon
jongeling in den bloei zijner jeugd. Er zijn echter oudere beelden,
die hem voorstellen als een gebaard man.

Alexander Ivanov: Apollo, Hyakinthos and Kyparissos
singing and playing. (18311834). Tretyakov Gallery, Moskou.
(2) Een Lakedaimoniër, die
uit Sparta naar Athene was gekomen. Koning Aigeus
van Athene had met schending van het recht der gastvrijheid den jongen
Androgeos, den zoon van koning Minos
van Kreta, laten vermoorden. Toen nu Minos tegen Athene optrok om wraak
te nemen en het orakel, om raad gevraagd, beval de kinderen van eenen
vreemdeling te offeren, kozen de Atheners de schoone dochters van Hyakinthos,
de Hyakinthiden, uit, om dit treurig lot te ondergaan. Doch dat
offer verzoende den toorn der goden niet. Minos overwon de Atheners
en dwong hen een jaarlijksch offer te brengen van negen jongelingen
en negen meisjes, die tot spijze moesten dienen voor den Minotaurus.
Zie aldaar en Theseus.
hydra xxx
Zie het tweede werk van Herakles.
hydrochoös
Zie Aquarius.
hygieia
De vriendelijke godin der gezondheid,
de dochter van Asklepios. Haar eeredienst
dagteekent eerst van lateren tijd. Gewoonlijk werd zij met haren vader
te samen vereerd en stond haar beeld in diens tempel. Ook de gezondheid
van den geest ging haar ter harte; vandaar, dat zij dikwijls in zeer
nauwe betrekking stond tot Athena en haar
naam zelfs een bijnaam dier godin werd. (Athena Hygieia.) Zij
werd door de beeldende kunstenaars zeer dikwijls voorgesteld als eene
schoone, ernstige maagd, met eene zachte en goedige uitdrukking op haar
gelaat, nu eens alleen, dan weêr met haren vader Asklepios. Steeds
verzelt haar de slang, het zinnebeeld der gezondheid. De nevensgaande
afbeelding stelt haar voor, met haren vader Asklepios en haren broeder
Telesphoros. [Niet
afgebeeld; Kox] Veel overeenkomst met Hygieia had de Romeinsche
godin Salus. Zie aldaar.
Asklepios en Hygieia; reliëf,
Louvre.
hylas
De zoon van Theiodamas, een
lieveling van Herakles, die met dezen deelnam
aan den tocht der Argonauten. Toen hij
in Mysië aan land gegaan was om water
te putten, werd hij wegens zijne schoonheid door de bronnymphen geroofd.
Herakles zocht hem, maar bleef bij dat zoeken zóó lang
uit, dat de Argonauten zonder den held aftewachten, verder trokken.
Zie Argonauten.
John William Waterhouse, 1896: Hylas and the Nymphs.
98 x 163 cm., Manchester City Art Gallery.
hyllos (hyllus)
De zoon van Herakles
en Deianeira. Zie Herakles.
hymen / hymenaios (hymenaeus)
Eigenlijk eene personificatie van
het bruiloftslied, een god, die steeds voorkomt in het gezelschap
van Aphrodite en Eros.
Zijne vereering dagteekent eerst van lateren tijd en men riep hem aan
als den beschermer van het huwelijk, vooral in het bruiloftslied, dat
ook den naam van Hymenaios droeg. Nu eens heet hij een zoon van eene
der beide Muzen Urania
of Kalliope, terwijl Apollo
zijn vader genoemd wordt, dan weer wordt
hij gezegd ontsproten te zijn uit Dionysos
en Ariadne. -
De meeste op hem betrekking hebbende sagen verhalen,
dat hij een jongeling is geweest, die eerst later onder de goden werd
opgenomen. Uit Argos afkomstig, zou hij Attische jonkvrouwen, die op
het punt waren om door pelasgische zeeroovers weggevoerd te worden,
hebben bevrijd, en door haar bij haar huwelijk het eerst in het bruiloftslied
als god zijn aangeroepen. -
In Attika verhaalde men van hem, dat hij een atheensch jongeling was
geweest, die zulk een schoon en zacht uiterlijk had, dat hij voor een
meisje kon doorgaan. Zich in het gewaad van een meisje gekleed hebbende
volgde hij eens eene jonkvrouw, die hij beminde, zonder wederliefde
te ontvangen, naar Eleusis, waar feesten gevierd werden ter eere van
Demeter. Van daar werd hij met haar, die
hij liefhad, en andere meisjes geroofd en weggevoerd, naar verre, eenzame
streken. Toen de roovers in slaap gedompeld waren, doodde Hymenaios
hen en hij voerde zijne gezellinnen naar hare ouders terug. Tot belooning
daarvoor kreeg hij de door hem beminde jonkvrouw tot gade en werd hij
sinds dien tijd in het bruilofslied aangeroepen. -
Nog eene andere sage verhaalde, dat Hymenaios een jongeling was, die
op den dag van zijn huwelijk door het instorten zijner woning was gedood
en op bruiloften werd aangeroepen, om dergelijke ongelukken van de jonggehuwden
te weren. Dit en andere verhalen betreffende den vroegen dood van Hymenaios
schijnen betrekking te hebben op de sombere zijde van het huwelijk.
De bruid, die haren maagdelijken staat verlaat, neemt tevens afscheid
van de vroolijke, onbezorgde jaren harer jeugd. -
Zelden werd hij door de kunstenaars voorgesteld, en dan als
een schoon jongeling, evenals Eros van vleugels voorzien, maar grooter
en ernstiger dan deze, met rozen bekranst, of eenen krans van rozen
in de hand houdende. Altijd heeft hij eene bruiloftsfakkel bij zich.
De nevensgaande afbeelding [Niet afgebeeld; Kox]
stelt voor, hoe hij Amor (Eros) en Psyche
naar hunne huwelijkssponde geleidt. (Zie Psyche.)
De Romeinen noemden hunnen bruiloftsgod Talassio.
(Zie aldaar.)

hyperboreërs
Een mythisch volk, dat ondersteld
werd in het verre noorden te wonen en daar een gelukkig leven te slijten.
Zij waren beroemd wegens hunne wijsheid. Hoe meer nu de aardrijkskundige
kennis der ouden toenam, in des te noordelijker streken plaatste men
de Hyperboreërs. Doch men dacht zich hun land niet als een oord,
waar eeuwige koude heerschte, integendeel alle levensbehoeften werden
er in ruime mate voortgebracht en er was een altoosdurende, door geen
nacht afgebroken zonneschijn. De Hyperboreërs bereikten eenen ouderdom
van verscheidene honderdtallen, ja soms van duizend jaren. Met de moedermelk
reeds zogen zij elke deugd en alle wijsheid in. Vooral genoten zij de
gunst van Apollo, die gedurende een deel
van elk jaar bij hen zijn verblijf hield. Zie Apollon.
hyperion
Een van de Titanen,
en dus een zoon van Uranos en Gaia.
Hij huwde met zijne zuster, de Titanide Theia.
Zij baarde hem Helios, Selene
en Eos, (de zon, de maan
en het morgenrood). Zijn naam beteekent "de in de hoogte
wandelende". -
Dikwijls is Hyperion ook een bijnaam van den zonnegod Helios.
hypermnestra
De eenige der dochters van Danaos,
die haren echtgenoot in den bruiloftsnacht spaarde. Deze, Lynkeus
geheeten, werd naderhand de opvolger van Danaos. Zie Danaos en Danaïden.
hypnos
De god van den slaap, een zoon van
Nyx (de Nacht) en een tweelingbroeder
van Thanatos (de Dood). Zijne woning
is in de onderwereld. Hij is eene der machtigste goden, want voor zijne
macht buigen zich niet alleen de stervelingen, maar ook alle goden;
zelfs Zeus moet zich aan hem onderwerpen.
Tot tweemalen toe wist hij op aandrang van Hera
de oogen van den koning des hemels te sluiten. Geen oog blijft open,
wanneer hij daarin water druppelt, geput uit de rivier de Lethe,
of wanneer hij door een zacht waaien zijner vleugels den slaap verwekt.
Hij rust op eene legerstede van ebbenhout en om hem staan de Droomen.
Alles in zijne nabijheid is doodstil. In de omgeving zijner woning groeien
de papaver en andere slaapverwekkende planten. Aan zijne zijde staat
steeds zijne zuster Lethe, d. i. "de
vergetelheid". Hij had vier kinderen Morpheus,
Ikelos, Phobetor en Phantasos,
die den mensch nu eens sombere en dan weer vroolijke droomen brachten,
naarmate zij zijn paleis door de lichte of door de donkere poort verlaten.
-
In de wijze, waarop Hypnos door de dichters beschreven en door de beeldende
kunstenaars voorgesteld werd, bestaat groot verschil. Nu eens wordt
hij afgebeeld als een slapende knaap of jongeling, met papaver bekranst,
dan weêr als een plompe, logge god, in wiens woning nooit een
lichtstraal doordringt, soms als een vlugge, bevallige, gevleugelde
knaap, nu eens alleen, dan weêr te samen met zijnen broeder Thanatos.
Zoo is er eene beroemde groep uit de oudheid overgebleven, die Hypnos
en Thanatos beide voorstelt als jongelingen in de volle kracht hunner
jeugd. Hypnos ziet met zachten, treurigen blik ter aarde en slaat zijnen
arm om de schouders van zijnen broeder Thanatos. Deze heeft in zijne
rechterhand eene fakkel, die hij op een naast hem staand altaar uitbluscht;
eene tweede fakkel houdt hij in zijne linkerhand achterwaarts over zijnen
schouder. Dit beroemde beeld draagt den naam van de groep van Ildefonso
(een slot nabij Madrid, waar het bewaard wordt).

De groep van Ildefonso,
tegenwoordig in het Prado te Madrid.
De slaapgod der Romeinen droeg den
naam van Somnus. (Zie aldaar.)
hypsipyle
De Argonauten
kwamen op hunnen tocht op het eiland Lemnos, dat te dier tijde alleen
door vrouwen bewoond en door eene koningin, Hypsipyle genaamd, bestuurd
werd. De reden daarvan was de volgende: Aphrodite
had de Lemnische vrouwen, welke haren dienst veronachtzaamd hadden,
met eene zware straf bezocht. Zij had hare mannen zóó
afkeerig van haar gemaakt, dat deze uit het naburige Thrakië meisjes
roofden, haar naar het eiland brachten en zich met haar verbonden. Uit
wraak hierover smeedden de Lemnische vrouwen het plan alle mannen in
éénen nacht te vermoorden. Dit geschiedde, doch Hypsipyle
wist haren grijzen vader Thoas te redden.
-
De Argonauten vertoefden op het eiland langer dan een jaar, totdat Herakles,
vreezende, dat verwijfdheid en zingenot hen van de kracht zouden berooven,
die zij noodig hadden voor het volvoeren hunner grootsche onderneming,
hen dwong om verder te trekken. -
Intusschen was Hypsipyle bij Iason, den
aanvoerder der Argonauten, de moeder geworden van twee zonen. -
Later, zoo meldt eene andere sage, kwam het aan het licht, dat de koningin
haren vader had laten ontsnappen. Zij werd daarom in ballingschap gedreven.
Zij kwam aan het hof van den arkadischen koning Lykurgos
en werd de opvoedster van diens zoon Opheltes.
Toen nu de zeven vorsten onder aanvoering van Adrastos
tegen Thebe optrokken, wees zij aan deze eene bron; doch terwijl zij
zich tot dat einde verwijderd had, doodde eene slang het haar toevertrouwde
kind.

Opheltes, brons,
uit Nemea.
De helden hielden dit voor een slecht
voorteeken, en vierden ter eere van den gestorven knaap lijkspelen.
(Zie Archemoros.) Hypsipyle werd door de
moeder van Opheltes in den kerker geworpen, waaruit zij evenwel door
hare zonen werd bevrijd.
|