H : herkyna - hermes

herkyna (hercyna)

Eene der speelgenooten van Kora. Met deze bevond zij zich nabij Lebadeia in Boiotië in de nabijheid eener grot, toen eene gans, waarmede zij speelde, haar plotseling ontsnapte, in de grot vluchtte en zich onder eenen steen verborg. Persephone of Kora, die haar nagesneld was, hief den steen op en vond de gans terug en daarbij eene bron, welke plotseling uit de aarde te voorschijn kwam met zulk eene kracht, dat zij weldra eene rivier vormde, welke door Persephone naar den naam harer vriendin de Herkyne werd genoemd. In die rivier moesten zich allen baden, die het orakel van Trophonios (Zie aldaar.) wilden raadplegen. Aan den oever daarvan stond een aan Herkyna gewijde tempel. Zij werd afgebeeld als eene jonkvrouw, die eene gans in hare handen houdt.

hermanubis

De in één persoon vereenigde Hermes der Grieken en Anubis der Egyptenaren, wordt ten teeken zijner Grieksche afkomst voorgesteld met eene menschelijke gedaante en den met twee slangen omwonden staf, maar aan den anderen kant ook met eenen hondenkop, om aanteduiden, dat zijne vereering in Egypte inheemsch was. Een krokodil ligt aan zijne voeten. -
Hij was even als Hermes de bode der goden en voerde de zielen der afgestorvenen naar het doodenrijk. Als de listige god, die door zijne slimheid winst aanbrengt, werd hij wel in hooge mate door de Grieken vereerd; tot den Egyptischen godsdienst behoorde die trek van zijn wezen niet. -
Of het karakter der beide goden oorspronkelijk zoo geheel één was, als deze samensmelting zou doen vermoeden, valt zeer te betwijfelen.

hermaphroditos (hermaphroditus)

Een kind van Hermes en Aphrodite, gelijk reeds de naam aanduidt, vereenigde de schoonheid der beide ouders in zich, maar was een tweeslachtig schepsel, half man, half vrouw.

De kunstenaars, vooral uit den lateren tijd, door wie Hermaphroditos is afgebeeld, poogden in hunne voorstellingen de schoonheid van den jongeling, die den mannelijken leeftijd weldra zal bereiken, te doen samensmelten met de schoone vormen van het volwassen meisje. Hij werd door nymphen op den berg Ida opgevoed, doch trok als knaap naar Karië, waar de nymph der bron Salmakis, toen hij zich op vijftienjarigen ouderdom daarin baadde, eene hevige liefde voor hem opvatte.

Bartholomaeus Spranger, Salmacis en Hermaphroditos, c. 1581

Daar zij van hem geene wederliefde kon verwerven, smeekte zij de goden om haar lichaam met het zijne tot één lichaam te vereenigen, en haar smeeken werd verhoord. De naar haar genoemde bron kreeg tevens de eigenschap om allen, die zich daarin baadden, in dergelijke tweeslachtige wezens te herscheppen.

hermen

Eene eigenaardige soort van beelden van den god Hermes. (Zie aldaar.)

Hoezo eigenaardig?? [Kox]

 

 

hermes xxxxxxxxxxx

De zoon van Zeus en Maia. Hij werd in een hol van den aan den noordwestelijken uithoek van het landschap Arkadië gelegen berg Kyllene geboren. Vandaar, dat hij vooral bij de Arkadiërs groote vereering genoot. -
Zijne vereering was evenwel van zeer ouden oorsprong. Reeds de Pelasgische stammen, die het eerst Griekenland hadden bevolkt, brachten dien eeredienst mede. Oorspronkelijk was ook Hermes dus een natuurgod, en wel een god van den regen. In verschillende hem betreffende sagen treedt zijn wezen als zoodanig op den voorgrond.
Er zijn weinige goden, van wie de Grieksche mythologie zooveel te verhalen weet als van Hermes. Geen wonder. Hij stond juist meer dan één ander der goden in betrekking tot het dagelijksch leven der menschen. Hij was alshetware de middelaar tusschen den Olympos, waarop de goden in het volle geluk hunner zalige rust woonden, en de aarde, waar de menschen in het zweet huns aanschijns zich hun dagelijksch brood moesten verwerven. Hoe juist de regengod degene is, die deze gemeenschap tot stand brengt, laat zich gemakkelijk begrijpen. (Zie Goden.) -
De uit den hemel vallende regen wekte bij een volk, zoo rijk aan fantasie als de Grieken van zelf het denkbeeld op van eenen bode, die onophoudelijk en ijverig van den hemel komt tot de aarde. Hij was dus de bode, dien Zeus telkens tot de menschheid zond, of door wien hij zich liet vergezellen, wanneer hij de aarde bezocht. Als zoodanig droeg hij den naam van diaktoros, d. i. den "volvoerder" van de bevelen van Zeus. Niet altijd was de taak, hem door Zeus opgedragen, gemakkelijk. Zoo moest hij b. v. Argos dooden, den honderdoogigen wachter, dien Hera bij Io had gesteld. Hij slaagde daarin, door hem met de zoete toonen zijner lier of zijner herdersfluit in slaap te brengen. Ook in deze mythe straalt de beteekenis van Hermes als god der natuur duidelijk door. De honderdoogige Argos is de sterrenhemel, die door den regengod gedood, d. i. onzichtbaar gemaakt wordt. (Zie Argos.) -
Omtrent hetgeen Hermes reeds kort na zijne geboorte verrichtte zijn koddige verhalen in omloop, welke het hoofdonderwerp uitmaken van den hymnus, aan Homeros toegeschreven, waarin de lof van den god bezongen wordt. Reeds vier uren na zijne geboorte kroop hij uit zijne windsels en vond bij den ingang van het hol van den berg Kyllene, waarin hij geboren was, de schaal eener schildpad. Daarover spande hij snaren en maakte er zoo eene lier van. Het eerste lied, dat hij met zijn spel begeleidde, was een lofzang ter eere van de liefde van Zeus en Maia. Op dienzelfden dag bekroop hem de lust om vleesch te eten. Heimelijk verwijderde hij zich uit zijne wieg en begaf zich naar Piërië, dat volgens de meest gewone voorstelling in Thessalië aan den voet van den Olympos gelegen was. Daar weidden de kudden van Apollo. Hermes stal daarvan een vijftigtal, waarvan hij er twee slachtte en opat en de andere in een hol van den berg Kyllene verborg. Ook aan deze legende schijnt zijne beteekenis als natuurgod ten grondslag te liggen. De runderen door Hermes gestolen zijn de wolken, die in éénen nacht uit het noorden van Griekenland naar den Peloponnesos drijven. -
Nog duidelijker blijkt dit uit het verhaal, dat Apollo, toen hij bemerkte, dat Hermes degeen was, die hem bestolen had, de beslissing opdroeg aan Zeus en dus zijnen broeder medenam naar den Olympos. Hoe listig Hermes zich ook wist te verdedigen, toch erkende Zeus de billijkheid der klacht van Apollo en wees hem de runderen toe. De zonnegod liet dus zijn goed recht om aan goden en menschen licht te schenken tegenover den hem bestrijdenden regengod bekrachtigen door den god des hemels. -
Apollo echter ruilde, zoo verhaalt eene latere sage, gaarne die kudden voor de door zijnen broeder uitgevonden lier, en zoo is het gekomen, dat, terwijl Hermes voornamelijk een god der kudden, der weiden en der herders is gebleven, waardoor hij zelfs den bijnaam van Nomios, d. i. "de god der weiden" kreeg, Apollo de muziek en wat daarmede in verband staat, zich als zijn domein heeft toegeëigend.
Als bode van Zeus was hij natuurlijk het voorbeeld en het ideaal van alle aardsche boden en herauten, die in de oudheid de rol vervulden, welke in de nieuwere maatschappelijke toestanden aan gezanten toekomt. Slimheid en behendigheid waren dus hoedanigheden, die de god niet kon ontberen. Juist omdat het Grieksche volk, naast zijn streven naar het ideale, zulk een open oog had voor al wat praktisch was, juist omdat een groot deel der Grieken kooplieden waren, steeds tuk op winstbejag, vond de slimme en behendige god bij hen algemeene vereering. Ja, dat strekte zich zelfs verder uit. Al wat door slimheid en behendigheid verkregen werd, heette eene gave te zijn van Hermes, zoodat, zonder daardoor den god een onzedelijk karakter te willen toeschrijven, de Grieken hem zelfs maakten tot een god der dieven en bedriegers. Ook hier komt zijne betrekking tot de natuur weder in het spel. De regengod, die den hemel met duistere wolken bedekt en het licht in duisternis doet verkeeren, maakt den dieven hun werk gemakkelijk. -
Elke winst, hoe ook behaald, hetzij door eerlijken handel, hetzij door minder geoorloofde middelen, werd beschouwd als een geschenk van Hermes. Hem dankte men daarvoor en zelfs werd eene toevallige winst, b. v. als men iets vond of bij het spel gelukkig was, naar dezen god genoemd met den naam van Hermaion.
Als god der kooplieden heeft hij ook natuurlijk de gave van goed te spreken, en door zijne woorden te kunnen overreden. Ook deze trek van het wezen van Hermes is verder uitgewerkt, en zoodoende is hij de god geworden der welsprekendheid. Ja zelfs golden, althans in lateren tijd, de taal en het letterschrift voor uitvindingen, die men aan hem te danken had. Naar hem heet nog de hermeneutiek, d. i. de kunst om de verschillende talen te verklaren. En de alexandrijnsche geleerden, wier aanzien in de laatste eeuwen vóór het begin onzer jaartelling het hoogste was, schreven aan Hermes zelfs allerlei astronomische en technische uitvindingen toe.
Als bode van Zeus moest hij vlugheid en behendigheid toonen. Vandaar, dat hij ook de beschermer is van die inrichtingen, waar de jongelingen zich deze eigenschappen kunnen verwerven, van de palaistra (het worstelperk) en de gymnasia (de scholen, die voor allerlei soorten van lichaamsoefeningen bestemd waren). Daar stond zijn beeld; daar hield men ter zijner eere wedstrijden, waarnaar hij den naam van Agonios, d. i. "den god der wedstrijden" kreeg. Hij was bekend als de snelste looper, de krachtigste discus- (werpschijf-)werper, de behendigste vuistvechter. -
En die eigenschappen, welke hij zelf bezat, deelde hij ook aan anderen mede. Zóó werd hij een beschermer, een god der jongelingschap. Ook hare geestelijke belangen gingen hem ter harte. Weliswaar was hij niet, zooals zijn broeder Apollo, de vertegenwoordiger van de hoogere geestelijke belangen der jongelingschap, maar wel van dat praktische verstand, dat in staat stelt om op ieder gegeven oogenblik en in iedere omstandigheid het rechte woord op de rechte plaats te vinden. Wie bij de Grieken die gave bezat, had haar aan Hermes dank te weten.
Zoo werkten hij en Apollo, tot op zekere hoogte althans, in dezelfde richting. Trouwens, nadat de twist over het stelen der runderen door hunnen vader was bijgelegd, bestond tusschen deze beide broeders de innigste vriendschap.
Meer dan één gebied was er, waarop zij te samen werkzaam bleven. Wel was het Hermes, die voortaan de kudden deed gedijen en vermeerderen en hun wasdom gaf, maar ook Apollo bleef altijd een god, die tot hetzelfde doel medewerkte. -
Als god der kudden werd Hermes voornamelijk in Arkadië vereerd, zijn geboorteland, op welks hoogvlakten uitgestrekte weiden waren. Vooral de schapenteelt, die in Arkadië een belangrijke tak van bestaan uitmaakte, stond onder zijne hoede. De Trojaan Phorbas, die uitmuntte door zijnen rijkdom, welke grootendeels uit kudden van schapen bestond, heette dan ook zijn bijzondere gunsteling. -
Aan den anderen kant bleef Hermes toch ook de god eener hoogere, geestelijke ontwikkeling, zooals we boven zagen. Ten bewijze der innige vriendschap tusschen hen beiden gaf Apollo aan Hermes eenen gouden tooverstaf, welke uit drie takken bestond, waarvan de ééne tot handvatsel diende en de beide andere na zich eerst gescheiden te hebben, zich later weder vereenigden. De latere kunstenaars hebben in hunne voorstellingen die twee takken in slangen hervormd, die zich om den staf winden. Met dezen staf was Hermes in staat eene groote macht uitoefenen. Hij kon daarmede de menschen in slaap dompelen en hen weder uit dien slaap doen ontwaken. Met dien staf zond hij droomen, zooals hij wilde, en daarom was het ook de gewoonte bij den laatsten beker, dien men des avonds dronk, vóór men ter ruste ging, hem een plengoffer te brengen. -

Voor de kinderen : een kleurplaat!
(Colouring Book by Laren - http://www.geocities.com/Athens/2962/colourbook/ )
Maar de voornaamste taak, waarbij hij zijnen staf gebruikte, was het begeleiden van de zielen naar de onderwereld. Als zoodanig had hij den bijnaam van Psychopompos, d. i. "de begeleider der zielen". Doch hij voerde met dienzelfden staf ook soms de dooden naar de bovenwereld terug, wanneer zij daar moesten verschijnen, b. v. om doodenorakels te geven. Zoo is hij weêr de middelaar tusschen het rijk der duisternis en het rijk des lichts. Hij geleidt ook de koningin van het schimmenrijk, Persephone, naar de aarde terug, wanneer zij haren gemaal verlaat om een deel van het jaar bij hare moeder doortebrengen. -
Ook deze trek in het wezen van Hermes laat zich uit zijne beteekenis als natuurgod verklaren. Om de vruchtbaarheid te kunnen verwekken, waardoor hij de gever wordt van alle goede gaven, moet de regengod natuurlijk in den duisteren schoot der aarde afdalen, d. i. de regen moet den grond doordringen. Dat Persephone, die eene personificatie is van den plantengroei door den regengod uit het onderaardsche rijk naar de aarde gevoerd wordt, beteekent niets anders dan dat het regen is, die de sluimerende groeikracht in de aarde ontwikkelt en de planten doet ontkiemen.
Met Apollo had Hermes ook nog dit gemeen, dat hij de beschermer was van wegen en straten. Als zoodanig droeg ook hij de namen van Enodios, d. i. "de god der wegen" en van Aguieus, d. i. "de god der straten". En evenals aan Apollo werden ook voor Hermes langs den weg teekenen van vereering opgericht. Zij bestonden uit steenhoopen, waarbij het de gewoonte was, dat ieder voorbijganger éénen steen voegde, of wel den reeds opgerichten steenhoop met een plengoffer van olie eerde of kransen of offers van eerstelingen der vruchten daarop nederlegde. Uit die steenhoopen zijn de zoogenaamde Hermen ontstaan, beelden van den god, die alleen zijn hoofd voorstelden met den hals en het bovenste gedeelte van de borst, hetwelk uitliep in eenen puntigen, vierkanten steen. Oorspronkelijk was dit bevestigd aan eene houten paal, die in het midden van zulk een aan den weg geplaatsten steenhoop stond. Later heeft men soms voeten gevoegd aan de voorzijde dier spits toeloopende zuil. De teekenen, die hem aanduidden als den god, die door regen vruchtbaarheid schenkt, ontbraken daarbij nooit. Vooral op kruiswegen stonden zulke Hermen. Zij dienden tevens tot wegwijzers. In hoe hooge eer zij gehouden werden, is gebleken tijdens den Peloponnesischen oorlog. Alkibiades, die als een der aanvoerders van de groote vloot, welke de Atheners hadden uitgezonden, om op het eiland Sicilië den strijd voorttezetten, derwaarts was medegegaan, werd onmiddelijk teruggeroepen, daar men hem van het verminken van een groot aantal der Hermen, die in Athene stonden, beschuldigde. -

Dubbele Hermen werden beelden genoemd, die, van denzelfden vorm vorm als de Hermen, twee personen voorstelden, die zich in dezelfde kunst of in hetzelfde vak van wetenschap hadden onderscheiden of eenig ander punt van nauwe overeenkomst hadden. Zoo zijn er b. v. tot op onzen tijd bewaard gebleven dubbele Hermen van de beide treurspeldichters Sophokles en Euripides en van de beide blijspeldichters Euripides en Menandros.
Nog één band was er, die Hermes met Apollo verbond. Hermes had namelijk door zijnen broeder ook deel gekregen aan de gave der voorspelling. Wel was dit niet de hoogere gave der voorspelling, die Zeus aan Apollo verleend had, met het stellige bevel om niemand daarvan deelgenoot te maken, maar door den raad van Apollo, die hem beval naar den Parnassos te gaan tot de drie aldaar wonende gevleugelde jonkvrouwen, de Thriën, (Zie aldaar.) kreeg ook Hermes het vermogen om in de toekomst en in het verborgene te kunnen zien.
De talrijke eigenschappen, die deze god in zich vereenigde laten zich het gevoegelijkst tot de volgende zeven terugbrengen: Hermes was 1. de beschermer der kudden, 2. de god van vele uitvindingen, 3. de god der herauten, 4. de god van welsprekendheid, handel en vertier, 5. de god der wegen en straten, 6. de gids der dooden naar de onderwereld, en 7. de god der palaistrai en gymnasia; dat daardoor zeer verschillende legenden omtrent hem in omloop waren, laat zich gemakkelijk begrijpen. -
Voornamelijk ontstonden deze in Arkadië. Daar werd hij vooral als de god der weiden en kudden vereerd en als zoodanig natuurlijk dikwijls in verband gebracht met de nymphen van het woud. Zelfs verhaalde men, dat hij bij eene van haar, Penelope genaamd, de dochter van Dryops, vader was geworden van den herdersgod Pan en dat eene andere hem den siciliaanschen herder Daphnis (Zie aldaar.) had gebaard. Behalve deze twee werden nog verschillende personen, van wie de oude legenden vele bewijzen van slimheid, listigheid en behendigheid wisten te verhalen, zijne zonen genoemd. Zoo in de voornaamste plaats Autolykos (Zie aldaar.), die zelf als een sluw bedrieger en roover bekend stond en van wien Sisyphos en Odysseus, beide ook bekend door hunne sluwheid, heetten aftestammen. -
In nauwe betrekking stond hij ook tot Peitho, de godin der vleiende overreding, tot de Chariten en tot Aphrodite, wier hulp hij bij de veelvuldige werkzaamheden, welke hij te verrichten had, niet kon ontberen. -
Helden, die door behendigheid, kracht en schranderheid van geest uitmuntten, was hij steeds nabij. Zoo verleende hij zijnen steun aan Herakles en Odysseus.
Eene groote menigte beelden van Hermes is uit de oudheid bewaard gebleven. Evenals de verschillende karaktertrekken en eigenschappen, die zijn wezen uitmaken, zich eerst langzamerhand ontwikkeld hebben, zoo heeft zich uit die oude Hermen, wier grondslag houten palen of steenhoopen vormden, langzamerhand eene voorstelling van den god ontwikkeld, die aan de Grieksche beeldhouwers de stof geleverd heeft tot sommige van hunne schoonste kunstwerken. -
Zijne meest gewone attributen zijn: vooreerst de tooverstaf, caduceus, zooals de Romeinen hem noemden, dien hij van Apollo ten geschenke had gekregen, verder vleugels, die òf aan zijne sandalen bevestigd zijn òf aan zijne enkels uitsteken; meestal draagt hij ook eenen gevleugelden reishoed met breeden rand (petasos). Door die vleugels aan hoed en schoenen had hij het vermogen, om zich sneller dan de wind te bewegen over aarde en zee. Zeer dikwijls draagt hij ook eene beurs in de hand, die hem aanduidt als den beschermer van den koophandel. Ook wordt hij nu en dan omgeven door eene schildpad als symbool der door hem uitgevonden lier, eene fluit, die hem aanduidt als den god der muziek, eene harp of een zwaard, die beide betrekking hebben op het dooden van Argos (Zie boven.), en een hond of een haan, die zijne voortdurende waakzaamheid zinnebeeldig moeten voorstellen.
Onder de beelden, die tot op onzen tijd zijn bewaard gebleven, verdient in de eerste plaats een beeld de aandacht, dat genoemd wordt Hermes Kriophoros, d. i. "de ramdrager". De god wordt daarbij kennelijk voorgesteld als een god der weiden en kudden. Hij draagt eenen ram op zijnen nek. In dit beeld komt hij voor als een reeds bejaard man met zwaren baard en dicht om het hoofd sluitend kroes haar. Het is alsof de beeldhouwer daardoor de grootere rijpheid van het verstand van den god heeft willen uitdrukken. -

Hermes
This bronze statuette, height 25 cm, was made at Sikyon around 530-520 BC.
It represents Hermes, as the god of flocks and herds, and we recognize him from his winged shoes and hat. The god holds in his left hand a small ram and at his right the kerykeion, which is missing.
Boston Museum of Fine Arts.
(Afbeelding en tekst van: Ancient Greek Cities)

De eerste der nevensgaande afbeeldingen [niet afgebeeld; Kox] stelt Hermes ook als gebaarden god voor. Zijn heraut- en tooverstaf, en zijne vleugels aan de voeten zijn daarop duidelijk te herkennen. -
De tweede afbeelding [niet afgebeeld; Kox] toont hem als Psychopompos, die eenen jeugdigen afgestorvene met zich voert naar het schimmenrijk. -
Onder de allerberoemdste beelden van Hermes moet nog een levensgroot beeld in Napels genoemd worden, onder den naam van den "rustenden Hermes" bekend. Op een rotsblok gezeten, schijnt de god in zijne snelle vaart slechts een oogenblik te toeven, om weldra met nieuwen ijver onvermoeid zijnen tocht voorttezetten. -

Rustende Hermes
Als god der welsprekendheid stelt hem een schoon beeld voor, dat aangetroffen wordt op de villa Ludovisi, in Rome. Nog een ander beeld, dat op het Kapitool staat en den god met al zijne attributen als god des koophandels voorstelt, verdient bijzondere vermelding.
Door de Romeinen is Hermes geïdentificeerd met hunnen god Mercurius. (Zie aldaar.)