E : erechtheus - eris

erechtheus / erichthonios (erichthonius)

(1) Dat met deze beide namen dezelfde persoon bedoeld wordt, lijdt geen twijfel. Minder zeker is het, of de beide heroën van dien naam, waarvan dan de een bij voorkeur den naam van Erichthonios en de ander dien van Erechtheus draagt, oorspronkelijk één geweest zijn en eerst door de latere sage van elkander zijn gescheiden. Bij Homeros is slechts sprake van éénen Erechtheus, een zoon der Aarde (een autochthoon), die Pallas Athena had gevoed en haar eenen tempel gesticht. Gewoonlijk heet hij echter een zoon van Hephaistos. Zijne moeder heet Atthis, of wel Hephaistos heeft hem verwekt bij Gaia (de Aarde). Toen deze namelijk voor Hera eenen gouden stoel had vervaardigd met verborgen boeien, die haar vasthielden, zoodra zij er op ging zitten, om haar te straffen, daar zij hem, haren eigen zoon, wegens zijne leelijkheid uit den hemel had geworpen, had Zeus hierin zooveel behagen gevonden, dat hij Hephaistos beloofde, hem te geven wat hij wenschte. Deze vroeg de hand der schoone en kuische Athena. Hoe vermetel die eisch ook was, Zeus wilde zijne belofte nakomen, te meer daar Hephaistos zelf het was geweest, die Zeus had bijgestaan, toen Athena uit zijn hoofd geboren was. De godin werd dus door haren vader tot Hephaistos gezonden, doch weigerde zich aan dezen te onderwerpen en hem te huwen. Toen Hephaistos in den strijd, dien hij daarover met haar voerde, moest onderdoen, bevruchtte hij de Aarde en bracht zoo Erechtheus voort. Athena nam het kind tot zich en borg het in een kistje, dat zij aan Pandrosos de dochter van Kekrops ter bewaring gaf, met het stellige verbod het te openen. De zusters van Pandrosos echter Herse en Aglauros konden hare nieuwsgierigheid niet bedwingen, openden het kistje en vonden daarin het kind door eene slang omslingerd. Onmiddelijk werden zij door waanzin bevangen en stortten zich van eene hooge rots (de Akropolis te Athene). Athena voedde intusschen Erechtheus op. Uit dankbaarheid stichtte hij, toen hij volwassen was, haar eenen tempel en stelde ter harer eere de Panathenaiën in. Hij werd de beheerscher van Athene, nadat hij Amphiktyon had verdreven. (Zie aldaar.) Hij huwde met de Naiade Pasithea, die hem Pandion baarde. Pandion verbond zich met Zeuxippe, die hem twee zonen schonk Erechtheus en Butes, en twee dochters Prokne en Philomela. Deze tweede Erechtheus volgde zijnen vader op als koning, terwijl Butes met de priesterlijke waardigheid werd bekleed. Uit het huwelijk, dat hij met Praxithea aanging, sproten vier zonen Kekrops, Pandoros, Orneos en Metion en vier dochters Prokris, Kreusa, Chthonia en Oreithyia. Toen er nu een oorlog uitbrak tusschen de inwoners van Eleusis, aan wier hoofd Eumolpos stond, de zoon van Poseidon, en de Atheners, vernam Erechtheus van het orakel, dat hij de overwinning zou behalen, zoo hij eene zijner dochters doodde. Deze hadden echter eenen eed gezworen, dat zij te samen zouden sterven, zoodat, toen Erechtheus de jongste doodde, de andere zich van het leven beroofden. In het daarop gevolgde gevecht viel Eumolpos door de hand van Erechtheus, doch deze werd op verzoek van Poseidon door de bliksems van Zeus gedood. -
Latere schrijvers noemen Erechtheus eenen Aegyptenaar, die, toen er een hongersnood heerschte, koren naar Athene bracht en uit dankbaarheid tot koning werd gekozen. Hij voerde er volgens deze berichten de Eleusinische mysteriën en den dienst van Demeter in. -
Erechtheus werd te Athene als heros vereerd en had er eenen prachtigen tempel, op de Akropolis, het Erechtheion, waarvan nog aanzienlijke overblijfselen zijn bewaard gebleven. Binnen de omheining van dezen tempel stond o. a. de heilige olijfboom van Pallas Athena. Met de invoering van den dienst dier godin in Attika en de eerste verspreiding der beschaving onder zijne bewoners schijnen de legenden betreffende Erechtheus of Erichthonios ten nauwste samentehangen.

Het Erechtheion op de Akropolis van Athene (met olijfboom!)

(2) Een andere Erichthonios was een van de stamvaders van het Trojaansche koningsgeslacht. Hij was de zoon van Dardanos en Bateia, de dochter van Teukros. Door zijn huwelijk kwam Dardanos in het bezit der heerschappij. Toen zijn broeder Ilos kinderloos stierf, trad Erichthonios als erfgenaam zijns vaders op en huwde met Astyoche, de dochter van den riviergod Simoïs, die hem eenen zoon baarde, Tros genaamd. Hij was vermaard om zijnen rijkdom. Vooral zijne drie duizend merriën, alle door zeldzame schoonheid uitmuntende, maakten hem zeer beroemd.

eridanos (eridanus)

(1) Eene rivier in de onderwereld. In die rivier staat Tantalos, tot aan zijne kin in het water gedompeld, dat hij evenmin bereiken kan als de appelen, die onmiddelijk boven zijn hoofd hangen. De god dezer rivier had eene dochter Zeuxippe, welke aan Teleon eenen zoon baarde, Butes geheeten, die den Argonautentocht medemaakte. Zie Butes.
(2) De eigenlijke naam van Phaëthon. De rivier, waarin deze nederviel, toen hij van den zonnewagen stortte, werd naar den ongelukkigen knaap Eridanos genoemd. Het is de latere Padus (thans Po). Phaëthon kreeg dezen nieuwen naam om den glans, dien hij bij zijnen val verspreidde. -
Het beeld van de rivier Eridanos prijkt aan den sterrenhemel in het zuidelijk halfrond.

erigone

(1) Toen Dionysos onder de regeering van Pandion in Attika kwam, werd hij gastvrij opgenomen bij Ikarios, wien hij tot dank daarvoor den wijnbouw leerde; maar tevens verleidde hij diens dochter Erigone, die den god eenen zoon baarde, Staphylos genaamd. (Staphyle beteekent druif.) -
Na haars vaders dood (Zie Dionysos.) zwierf zij overal rond om hem te zoeken en kreeg van daar den bijnaam van Aletis, d. i. "de zwervende". Op het vernemen van den moord aan haren vader gepleegd, hing zij zich op. Dionysos verplaatste haar naar den sterrenhemel, waar zij nog schittert als het sterrebeeld de Maagd. Omtrent de feesten ter harer eere te Athene gevierd, zie Aiora.
(2) De dochter van Klytaimnestra en Aigisthos. Omtrent haar zijn de verhalen zeer uiteenloopend. Zij werd òf door Orestes tegelijk met hare moeder gedood, òf Orestes werd hierin verhinderd door Artemis, die Erigone tot hare priesteres in Attika aanstelde, òf wel zij hing zich zelve op, toen zij vernam, dat Orestes door de rechtbank van den Areiopagos was vrijgesproken. Nog een ander verhaal laat haar de slavin of de gade worden van Orestes, dien zij dan eenen zoon zou gebaard hebben, Penthilos genaamd.

erikapaios (ericapaeus)

Zie Eros.

erinnyes (erinnyën)

John K. Snyder III
Female Furies card painting (11x17, acrylic)

D. i. "de godinnen van den vloek," de toornige wraakgodinnen, die alle kwaad, inzonderheid meineed, schending van het gastrecht en aan bloedverwanten gepleegden moord straften; bovendien was het hare taak de besluiten van het Noodlot uittevoeren. -
Zij waren de afgrijselijke dochters van Acheron en Nyx (de Nacht). Zij vervolgen niet alleen den levenden misdadiger, maar laten ook zelfs na den dood niet van hem af, jagen hem door de gansche wereld heen, zuigen hem het bloed uit en bereiden hem de grootst mogelijke kwellingen. Somtijds is er sprake van ééne enkele Erinnys, dan weder noemde men er drie, die zusters waren en Alekto, Megaira en Tisiphone heetten, en zelfs werd haar aantal later tot een geheele schare vermenigvuldigd. In zijn treurspel "de Eumeniden" voerde Aischylos een koor van vijftig Erinnyën ten tooneele. -
Over het geheel zijn het vooral de tragische dichters geweest, die in hunne gedichten van deze godheden melding maakten. Zij werden, evenals de Gorgonen, voorgesteld als afschuwelijke vrouwen, met schrik inboezemende gelaatstrekken, vlammen schietende oogen, met slangen op het hoofd in plaats van haren, door slangen omgord, en in hare klauwen nu eens slangen, dan eens geesels, die uit slangen gevlochten waren, en dan weder flikkerende fakkels dragende. De giftige droppelen, die uit hare oogen vielen, verzengden de vruchten der aarde, wanneer zij daarop nederdruppelden. -
Zoodra zij door hare alwetendheid met eene misdaad in de bovenwereld bekend worden, heffen zij een onheilspellend gezang aan en verlaten den donkeren afgrond van den Erebos, waarin haar somber verblijf gelegen is, om den boosdoener te overvallen, hem met alle kwellingen der bloedschuld te pijnigen en hem, door de bewustheid zijner misdaad voortgejaagd, ver van huis en hof in den vreemde rusteloos te doen omdolen. -
Zij bewonen in de onderwereld een ijzeren paleis, en daar martelen zij degenen, die wegens hunne misdaden in den Tartaros komen zonder met de goden verzoend te zijn zóó, dat hunne jammerkreten door de gansche onderwereld worden gehoord. Te Athene, waar de plechtigheden haar ter eere, evenals dit bij alle onderaardsche goden het geval was, met de grootste stilzwijgendheid gevierd werden, genoten zij bijzondere eer. -

Dali: De Furiën

Doch langzamerhand werd de vreeselijke voorstelling dier wraakgodinnen verzacht. Het schrikwekkende verdween en in de plaats van de Erinnyën traden als weldoende godheden de Eumeniden, de genadigen, de welwillenden. Dit werden zij, toen Orestes door bemiddeling van Apollo en Athena aan hare vervolging ontrukt en van de schuld van moedermoord vrijgesproken werd. (Zie Orestes.) Het was bij die gelegenheid, dat te Athene de rechtbank van den Areiopagos werd gesticht, die als het ware de taak om de misdaad te wreken en de schuld te doen boeten van de Erinnyën overnam. -
Wat de naam Eumeniden betreft, wellicht werd die reeds aan de Erinnyën gegeven vóór men tot de zachtere opvatting van haar wezen kwam, omdat men zich steeds onthield van het uitspreken van onheilspellende woorden en die door woorden met eene gunstige beteekenis trachtte te vervangen. -
Eene afzonderlijke godin van den vloek kenden de Grieken ook onder den naam van Ara. (Zie aldaar.) -
De Romeinen bestempelden deze godinnen met den naam van Furiae of Dirae.

eriphos (eriphus)

D. i. "het bokje," een bijnaam van Dionysos. Zeus had zijnen zoon aan Ino, de gade van Athamas, ter opvoeding gegeven en Hera had daarom Athamas razend gemaakt, zoodat hij zijne gade en hare kinderen wilde dooden. Om Dionysos te behoeden voor de gevaren, die daaraan verbonden waren, en om hem te onttrekken aan de vervolgingen van Hera, veranderde Zeus den knaap in een bokje en liet hem door Hermes aan de Hyaden te Nysa brengen, waar hij zijne vorige gedaante terugkreeg en verder door de nymphen verpleegd en opgevoed werd.

eriphyle

De gade van Amphiaraos. Zij verried, omgekocht door den halsketting van Harmonia, de plaats, waar haar echtgenoot zich verborgen had, om zich aan de deelneming aan den tocht tegen Thebe te onttrekken, daar hij wist, dat hij op dien tocht zou omkomen. -

Eriphyle laat zich overhalen door Polyneikes. Roodfigurige oinochoe. Paris, Louvre G442.

Later verried zij voor den mantel van Harmonia haren zoon Alkmaion, en beloofde te zullen bewerken, dat hij met de Epigonen in den tweeden oorlog tegen Thebe zou optrekken. Alkmaion had echter van zijnen vader vóór diens dood bevel gekregen om wraak te nemen op Eriphyle, wegens het verraad, dat zij aan haren echtgenoot gepleegd had. Hij had het niet gewaagd haar te dooden, daar zij zijne moeder was, doch nu vroeg hij raad bij het Delphische orakel. Dit beval hem den last zijns vaders te volbrengen en zoo stierf Eriphyle door de hand van haren zoon. (Zie Amphiaraos en Alkmaion.)

eris

De godin der tweedracht, eene dochter van Nyx (de Nacht) en de moeder van allerlei onheilen, als honger, pest, moord, logen, enz. Zij is door nauwe vriendschap verbonden met Ares, zij wordt zelfs zijne zuster genoemd, die altijd en overal strijd en twist verspreidt. Zij wordt door Zeus uitgezonden en haar krijgsgeschreeuw, even ontzettend als dat van Ares, zet de mannen tot den strijd aan. Zij vertoeft nog op het slagveld, als de andere goden zich terugtrekken en ziet met blijde fierheid op al het onheil, dat ze heeft aangericht. Zij is vooral bekend door den gouden appel, dien zij onder de aan den bruiloftsdisch van Peleus en Thetis aangezeten goden wierp, waardoor zij eenen strijd verwekte, die den ondergang van Troje ten gevolge had. Zie Paris.