E : epigonen - ericapaeus

epigonen

D. i. "de nageborenen", de zeven zonen der voor Thebe gevallen zeven helden. Zij ondernamen om hunne vaders te wreken, tien jaren na den eersten thebaanschen oorlog, eenen nieuwen tocht tegen deze stad. Adrastos, de eenige van de zeven in den eersten oorlog tegen Thebe uitgetrokken vorsten, die overgebleven was, voerde hen in dezen strijd aan. Hunne namen waren a. Alkmaion, de zoon van Amphiaraos, b. Aigialeus, de zoon van Adrastos, c. Diomedes, de zoon van Tydeus, d. Promachos, de zoon van Parthenopaios, e. Sthenelos, de zoon van Kapaneus, f. Thersandros, de zoon van Polyneikes, en g. Euryalos, de zoon van Mekisteus. Doch er worden ook nog andere namen genoemd, b. v. die van Amphilochos, een anderen zoon van Amphiaraos, zoodat het getal der Epigonen grooter geweest schijnt te zijn dan dat van de aanvoerders in den eersten oorlog. -
Andere berichten melden evenwel, dat niet Adrastos de aanvoerder is geweest, maar Alkmaion op bevel van het Delphische orakel het bestuur over den tocht op zich heeft genomen. Aan het hoofd van een aanzienlijk leger versloeg deze de Thebanen, die hem onder aanvoering van Laodamas, den zoon van Eteokles, wilden beletten verder te trekken. Laodamas zelf sneuvelde, doch ook Aigialeus. (Zie Adrastos.) De Thebanen trokken zich nu binnen de muren van Thebe terug, doch op raad van den waarzegger Teiresias verlieten zij des nachts heimelijk met hunne vrouwen en kinderen de stad. Toen de verbonden vorsten dit bemerkt hadden, trokken zij de poorten binnen en plunderden de verlaten woningen. Zij gaven daarop de stad aan Thersandros over, tot wien vele der gevluchte inwoners terugkeerden om zich onder zijn bestuur te stellen. De overige vorsten keerden met rijken buit beladen naar Argos terug. Een deel van dien buit zonden zij naar Delphoi tot den god Apollo, en daaronder ook Manto, de schoone dochter van Teiresias.

epikaste (epicaste)

(1) De gade van Klymenos, den koning van Arkadië. Zij schonk hem eene dochter Harpalyke, voor wie haar eigen vader van liefde ontbrandde, zóózeer zelfs, dat hij haar aan haren verloofde ontroofde. Uit wraak hierover slachtte Harpalyke den zoon, dien zij haren vader baarde en zette hem dezen tot spijze voor. Op hare smeekingen veranderden de goden haar in een vogel.
(2) De moeder van Oidipus. Zie Iokaste.

epikurios (epicurius)

D. i. "de hulpaanbrengende", een bijnaam, waaronder men Apollo vereerde te Bassai in Arkadië, waar men hem, daar hij de stad van eene pest bevrijd had, eenen schoonen tempel had opgericht.

Detail van het fries van de cella van de tempel van Apollo Epikourios in Bassae (Amazonomachie; ca. 425 voor Chr.)

epimenides

De zoon van een rijken herder uit Phaistos bij Gortyn op het eiland Kreta. Hij weidde eens de talrijke kudden zijns vaders en verloor een zijner runderen, dat hij onverwijld ging zoeken. Vermoeid rustte hij uit in een hol van het gebergte en viel in slaap. Zoodra hij weder ontwaakt was, zette hij het zoeken voort in de meening, dat hij slechts eenen korten tijd geslapen had; hij stond verbaasd, toen hij zag, dat hij zich in eene geheel onbekende streek bevond. Met moeite ontdekte hij eindelijk het huis, waarin hij geboren was, maar ook dit werd door vreemden bewoond. Weldra bemerkte hij, dat hij niet minder dan zes en vijftig jaren geslapen had; zijn vader was lang gestorven, zijn broeder een grijsaard geworden, en alles rondom hem was veranderd. Zoodra deze wonderbare gebeurtenis bekend was geworden, beschouwde ieder Epimenides als eenen lieveling van Apollo, en schreef men hem buitengewone krachten toe: men bediende zich van hem als van eenen vertrouweling der goden en eenen heiligen ziener. De Atheners, door ziekten zwaar bezocht, riepen den door zijne wijsheid en vroomheid beroemden Epimenides tot zich, om zich met de goden te verzoenen wegens den moord door hen in 612 vóór Chr. op de aanhangers van Kylon gepleegd. Bij zijn vertrek weigerde hij alle geschenken, en vroeg alleen eenen tak van den aan Athena gewijden olijfboom tot belooning. Naar men verhaalde, bereikte hij den ouderdom van 150, volgens anderen van 300 jaren. -
In de berichten omtrent Epimenides zijn geschiedenis en sage zóó door elkander gemengd, dat het onmogelijk is geworden ze geheel te scheiden. Het schijnt dat hij een priester is geweest, die tot de secte der Orphici behoorde en zich door zijne vroomheid en het hoog aanzien, waarin hij stond, eenen roem verwierf, die hem lang overleefde. -
Zeer ten onrechte rekent men hem somtijds tot de zeven wijzen; evenzeer is het chronologisch onmogelijk, dat hij een leerling is geweest van den wijsgeer Pythagoras.

Poolse speleologische vereniging...

 

epimetheus

D. i. "die te laat bedenkt", een broeder van Prometheus, d. i. "die vooraf bedenkt". Hij was de zoon van den Titan Iapetos en van Klymene, en huwde, in weerwil van de waarschuwingen zijns broeders, met Pandora, die hem eene dochter schonk, Pyrrha genaamd, welke later de gade werd van Deukalion. Pandora bracht hem als huwelijksgift de doos mede, waarin alle ziekten en onheilen, die de menschheid treffen konden, waren opgesloten. Zie Prometheus en Pandora.

Pandora, Epimetheus, Hermes, Zeus. Volute krater. Oxford, Ash. G.275.

epipole

Eene maagd, welke als man verkleed deelnam aan den strijd tegen Troje. Haar bedrog werd door Palamedes ontdekt en dientengevolge werd zij in weerwil van hare jeugd en hare schoonheid door de Grieken gesteenigd.

epistrophia

Een bijnaam van Aphrodite. Zie aldaar.

epona

Eene beschermgodin der paarden, wier beeld in eene nis in de stallen werd geplaatst of op den muur geschilderd. Onder hare hoede stonden ook de ezels.

eponymoi (eponymi)

De oude heroën van Attika, naar wier namen Kleisthenes de atheensche phylen (stammen) noemde. Hunne beelden stonden in het binnenste gedeelte van den Kerameikos, nabij het raadhuis.

epopeus

(1) De zoon van Poseidon en Kanake, koning van Sikyon. Hij huwde met Antiope uit Thebe, die uit vrees voor den toorn van haren vader Nykteus tot hem vluchtte, doch werd door dezen gedood. Vóór zijnen dood stichtte hij eenen tempel ter eere van Pallas Athena. (Zie Antiope.)
(2) Een van de Tyrrheensche zeeroovers, die door Dionysos in dolfijnen werden veranderd.

epopten

De naam dergenen, die de hoogste wijding hadden ontvangen in de Eleusinische mysteriën. (Zie aldaar.)

epulones

Een priestercollege te Rome, waaraan de taak was opgedragen te zorgen voor de maaltijden (epulae) der goden.

equestris

Een bijnaam, dien de godin Fortuna te Rome droeg, omdat de ridderstand, de stand der equites, dikwerf door zijne dapperheid een hachelijken strijd ten voordeele der Romeinen had beslist. Door Fulvius Flaccus was haar onder dien naam een tempel gebouwd ter herinnering aan eene overwinning, die hij in Spanje op de Celtiberiërs had behaald. -
Verscheidene Grieksche godheden droegen de bijnamen van Hippios of Hippia (Zie aldaar.), welke bij de Latijnsche schrijvers door Equester en Equestris worden vertaald.

erato

(1) De bekoorlijke of lieftallige, eene der negen Muzen. (Zie aldaar.)

Hendrik Goltzius : Erato

Zij is de personificatie van het zoet verlangen der liefde door het gezang opgewekt en daarom de Muze van de erotische poëzie (het minnedicht); met name geldt zij voor de uitvindster van de elegie, de teedere klacht der liefde. Ook de meetkunde en de mimiek behoorden tot haar gebied. Men stelde haar voor met eene lier in de linkerhand en het stokje of plektron, waarmede zij de snaren tokkelde, in de rechter. Dikwijls ziet men ook bij haar den god Eros, met eene brandende fakkel in de hand. Somtijds wordt zij afgebeeld dansende en hare eigene lier daarbij tokkelende, omdat zij als de uitvindster der mimieke dansen beschouwd werd.


(2) Eene der Nereïden.

erebos (erebus)

De zoon van Chaos en de gemaal van diens zuster Nyx (de Nacht), bij wie hij Aither en Hêmera (de Dag) verwekte. -
Bij Homeros is Erebos de duistere diepte onder de aarde, waar het rijk der dooden is. -
Afgescheiden daarvan is de Tartaros, (dien lateren voorstellen als verblijfplaats der slechten, in tegenoverstelling van den Erebos, waar dan de goeden na hunnen dood wonen), het diepste, donkerste deel van het doodenrijk.

erechtheus

Zie Erichthonios.

ereuthalion

Een held, van wien Nestor gewaagde, toen hij de Grieken berispte, omdat geen hunner het durfde ondernemen tegen Hektor te strijden. Ereuthalion was een Arkadiër en een vriend van den Arkadischen Lykurgos, die den beroemden knodszwaaier Areïthoös, ( ... ) door list gedood en van zijn kostbaar wapen beroofd had. Zijne ijzeren knods vermaakte Lykurgos aan Ereuthalion, en deze op zijn wapen en op zijne kracht vertrouwende daagde alle voornaamste helden ten strijde uit. Het gelukte aan Nestor, die toen jong was, hem te verslaan.

ergane

Een bijnaam van Pallas Athena, waardoor zij aangeduid werd als de beschermster van allen kunstigen arbeid.

erginos (erginus)

(1) De zoon van Klymenos, koning van Orchomenos in Boiotië. Deze Klymenos werd door de Thebanen in een twist gedood en om hem te wreken ondernam Erginos eenen oorlog tegen Thebe. Hij dwong de Thebanen jaarlijks eene schatting van honderd runderen te betalen. Toen zij deze twintig jaren lang hadden opgebracht, bevrijdde Herakles hen daarvan door de gezanten van koning Erginos, die naar Thebe gingen om de runderen te halen, neus en ooren af te snijden en zoo naar hunnen heer terugtezenden. In den oorlog, die het gevolg was van deze beleediging werd Erginos door Herakles verslagen en volgens sommigen gedood. -
Een ander verhaal echter bericht, dat Herakles den koning dwong al hetgeen reeds door de Thebanen als schatting betaald was, terugtegeven. Daardoor verarmde zijn volk geheelenal. Erginos deed alles, wat in zijn vermogen was, om den nood, die hierdoor over het land kwam, te lenigen. Hij dacht slechts aan het heil zijner onderdanen, zoodat, toen hij er eindelijk in geslaagd was de vroegere welvaart in zijn gebied te herstellen, hij oud was en kinderloos. Op raad van het Delphische orakel huwde hij nu met een jong meisje en deze schonk hem twee zonen Agamedes en Trophonios. (Zie aldaar.)
(2) Een der Argonauten, eerst de helper van den stuurman Tiphys en later zijn opvolger. Hij was beroemd door zijne snelheid in het loopen en overtrof daarin zelfs Zetes en Kalaïs, de snelvoetige zonen van Boreas en Oreithyia. Zijn vader was Poseidon, maar hij wordt dikwijls met Erginos, den zoon van Klymenos, verward.

ericapaeus

Zie Erikapaios.