E : enkelados - epeigeusenkelados (enceladus)De zoon van Tartaros en Gê (de
Aarde), een der Giganten, die met de goden streden. In dien
strijd werd hij door Pallas
Athena met haren wagen
overreden, of deze godin wierp het eiland Sicilië op
hem, toen hij wilde ontvluchten. - ennosigaiosD. i. "de aardschudder", een bijnaam van Poseidon. Volkomen dezelfde beteekenis had een andere bijnaam van den god Enosichthon. enodiaD. i. "die op de wegen vertoeft", een bijnaam van Artemis, Hekate en Persephone. enosichthonZie Ennosigaios. entoriaDe dochter van eenen Romeinschen landman, die toen haar vader den god Saturnus gastvrij bij zich had opgenomen, dezen haren liefde schonk en hem vier zonen baarde: Ianus, Hymnus, Felix en Faustus, en hunnen vader leerde wijn te bereiden, met het bevel ook onder zijne omgeving die kunst te verspreiden. Toen men van den nieuwen drank gebruikt had en allen daardoor dronken waren geworden, werd de landman òf door zijne buren, òf door zijne kleinzonen gedood. Deze benamen zich daarna uit wanhoop alle vier het leven. Toen naderhand de Romeinen door eene pestziekte werden bezocht, beval het Delphische orakel Saturnus en de schimmen der zonen van Entoria te verzoenen. Lutatius Catulus liet hierop eenen tempel voor Saturnus bouwen op de Tarpeïsche rots en plaatste daarin een altaar met vier aangezichten. enyaliosOorspronkelijk een bijnaam van den god des oorlogs Ares, later een afzonderlijk goddelijk wezen, een zoon van Ares en Enyo, dat ook als god des oorlogs werd vereerd. enyo(1) Eene der drie Graiën.
(Zie aldaar.) eos xxx
De schoone godin van den
dageraad of het morgenrood, eene dochter van den Titan Hyperion en
zijne zuster Theia, of van Euryphaëssa. Zij rijst des morgens uit hare
legerstede op, trekt voor den uit den Oceaan opstijgenden
zonnegod uit, opent hem met hare rozenvingeren de gouden
poorten des hemels, heft den sluier van den nacht op en
strooit rozen op zijne baan, terwijl zij zelve, in eenen
fladderenden doorzichtigen sluier gehuld, op haren
saffraankleurigen wagen die met de goddelijke rossen Lampos en Phaëthon
bespannen is, door het luchtruim zweeft. De zonnegod Helios, dien
zij zoo getrouw vergezelt, is haar broeder; Selene, de
godin der maan, hare zuster. Somtijds ook stelt men zich
haar voor als met een vierspan rijdende, of ook wel op
het paard Pegasos, dat zij van Zeus had
gekregen, nadat het Bellerophon had afgeworpen, of men geeft haar
vleugels, waarmede zij zich door de lucht beweegt. - Reliëf : Eos in haar vierspan, en rechts: Tithonus, of Cephalus (107 x 149 cm; gevonden in Herculaneum; nu in het museum van Lissabon)eoraZie Aiora. epaphos (epaphus)Een zoon van Zeus en Io, dien deze in Egypte ter wereld bracht, nadat zij hare menschelijke gedaante teruggekregen had. Op aansporing van Hera roofden hem de Kureten terstond na zijne geboorte, doch zij werden door de bliksems van Zeus gedood, en Io vond haren zoon op de grenzen van Aithiopië bij de koningin van Byblos weder en voerde hem naar Egypte terug. Hier werd hij koning en huwde met Memphis, de dochter van Neilos, naar wie hij eene door hem gebouwde stad noemde. Zij schonk hem eene dochter, Libya geheeten, naar welke hij Lybië zijnen naam gegeven heeft. Zie Io. eperitos (eperitus)Zoo noemde Odysseus zich, toen hij, na eene twintigjarige afwezigheid op Ithaka teruggekeerd, voor het eerst zijnen vader Laërtes wederzag. Hij gaf voor de zoon te zijn van Apheidas en in Alybas (in klein-Azië) Odysseus, toen hij op zijne zwerftochten daar was aangeland, gastvrij te hebben ontvangen, en nu bij toeval naar Ithaka gekomen te zijn. epeios (epeus)De zoon van Panopeus,
was met dertig schepen van de Kykladische eilanden naar
Troje getrokken, en bouwde met hulp der godin Athena het
houten paard, door middel waarvan de stad genomen werd.
Zelf behoorde hij tot degenen, die zich in dat paard
opsloten. Bij de lijkspelen, die Achilleus
ter eere van den gesneuvelden Patroklos
houden liet, behaalde hij in het vuistgevecht de
overwinning op Euryalos. Hij beroemde zich
daarbij de beste vuistvechter in het leger te zijn, doch
erkende geen roem in den oorlog behaald te hebben, daar
één zelfde man niet alles vermag. - ephesia(1) Een bijnaam van Artemis naar
haren beroemden tempel te Ephesos. ephesische lettersOude figuren, die heilige, raadselachtige woorden voorstelden, welke ingegrift waren op den gordel, de kroon en de voeten van de Ephesische Artemis. Men droeg ze in gouden plaatjes of in kostbare steenen gesneden bij zich tot afwering van den invloed van booze daimonen en hechtte aan hare werking zooveel waarde, dat zij dikwijls met ontzaglijke prijzen werden betaald. ephialtes(1) Een der Aloïden of
Aloaden. Zie Alöeus. ephyraDe oude naam der stad Korinthe, die aldus genoemd werd naar de Okeanide Ephyra, welke hare gewone verblijfplaats had in de in den omtrek dier stad gelegen zee. epibomiosDe naam van den altaarpriester in de Eleusinische mysteriën. epicasteZie Epikaste. epidemiaEen familiefeest, dat gevierd werd, wanneer iemand behouden van eene reis was teruggekeerd, en waarbij aan de goden, onder wier hoede de wegen staan, een dankoffer werd gebracht. Ook gaf men dien naam aan een feest, dat te Delphoi gevierd werd ter herinnering aan Apollo's terugkeer van de Hyperborëers. epeigeusDe zoon van Agakles, een van de dappersten der Myrmidonen, die met Achilleus naar Troje waren getrokken. Vroeger had hij in de Thessalische stad Budeion gewoond, maar wegens den moord aan eenen neef gepleegd, was hij van daar gevlucht naar Peleus, die hem met Achilleus naar Troje zond. Daar viel hij door de hand van Hektor, terwijl hij bezig was het lijk van Sarpedon van de wapenrusting te berooven.
|