E : eukleia - euploia

eukleia (euclea)

D. i. "de roemvolle",
(1) een bijnaam, dien Artemis in Boiotië droeg. In den tempel, welken zij onder dien naam in Plataiai had, lag een inwoner dier stad, Euchidas, begraven, die, nadat het door de Perzen ontwijde vuur op de altaren der goden was uitgebluscht, naar Delphoi was gegaan, om van het altaar van Apollo nieuw vuur te halen. Hij legde den weg heen en terug, een afstand van 1000 stadiën (d. i. ruim 30 uren) op éénen dag af, doch viel dood neder, toen hij het heilige vuur had overgegeven. -
(2) Eukleia heette ook eene dochter van Herakles en Myrto, die bij de Boiotiërs en Lokriërs vereerd werd. Zij was als maagd gestorven, maar op ieder marktplein stond haar altaar, waarop door hen, die in het huwelijk traden een offer gebracht werd.
(3) Na de overwinning bij Marathon behaald richtten de Atheners, die zich beroemen konden alleen met de Plataiërs gansch Griekenland gered te hebben, uit den buit eenen tempel op ter eere van Eukleia, die eeuwen lang bestaan heeft. -
Deze Eukleia schijnt niets anders geweest te zijn dan eene personificatie van den roem, die de overwinning begeleidt en volgt.

euippe

(1) De moeder der dochters van Pieros, die met de Muzen eenen wedstrijd durfden aangaan.
(2) Zie Melanippe.
(3) Zie Eteokles (2).

eumaios (eumaeus) xxxxx

De zwijnenherder van koning Odysseus van Ithaka, de zoon van koning Ktesios, die heerschte over het eiland Syria. Eene phoenicische slavin ontvoerde hem aan zijne ouders en ontsnapte tegelijk zelve, gedreven door liefde voor eenen koopman uit haar vaderland, die met zijn schip naar Syria was gekomen. Zij stierf op reis en haar lijk werd over boord geworpen. Eumaios werd verkocht en kwam in handen van Laërtes, koning van Ithaka. Hij werd met diens dochter Klymene opgevoed en naderhand kreeg hij het bestuur over al de zwijnen, die Laërtes en na hem zijn zoon Odysseus bezat. Toen Odysseus na zijne omzwervingen vermomd op Ithaka terugkwam, werd hij door Eumaios vriendelijk ontvangen. Deze was ook een der eersten, aan wien de held zich bekend maakte en hij verleende zijnen heer krachtige hulp in den strijd tegen de vrijërs, die dongen naar de hand der koningin Penelope.

eumedes

De heraut van koning Priamos van Troje, de vader van Dolon. Zie aldaar.

eumelos (eumelus)

(1) Zie Botres.
(2) Zie Agro.
(3) De zoon van Admetos en Alkeste. Hij was een van de aanvoerders der Grieken voor Troje, vooral beroemd door zijne uitstekende paarden, die Apollo zelf had opgekweekt, en die alleen voor die van Achilleus behoefden ondertedoen. Bij de lijkspelen ter eere van Patroklos gevierd zou hij met wagenrennen den hoogsten prijs gewonnen hebben, zoo niet zijn wagen was omgevallen. Achilleus stelde hem echter door een schoon geschenk schadeloos. Hij was gehuwd met Iphthime, de zuster van Penelope, de gade van Odysseus.
(4) Een koning van Patrai, wiens zoon Antheas van Triptolemos het ploegen leeren zou, doch van den met draken bespannen wagen zijns leermeesters viel en daardoor omkwam.

eumeniden

Eigentlijk de genadigen, liefderijken of welwillenden, een naam, dien men uit heiligen eerbied aan de Erinnyën of wraakgodinnen gaf, wier ware naam men vermeed uittespreken. -
Volgens den dichter Aischylos zouden de Erinnyën door en na de vrijspraak van Orestes hervormd zijn in genadige godinnen en toen den naam van Eumeniden hebben aangenomen. Zij hadden te Athene een heiligdom aan den voet van den Areiopagos. Ook was haar in de nabijheid der stad in het vlek Kolonos een bosch gewijd, waar Oidipus het einde van zijn lijden heeft gevonden.

eumolpos (eumolpus)

D. i. "de schoonzingende", de zoon van Poseidon en Chione, de dochter van Boreas, een thrakische koning, die met den attischen koning Erechtheus oorlog voerde, en ter eere van Demeter de Eleusinische mysteriën hielp stichten. Uit zijne afstammelingen, het geslacht der Eumolpiden, werden de priesters van Demeter in Eleusis gekozen. Chione wierp, toen zij Eumolpos ter wereld gebracht had, haar kind uit schaamte in zee, doch Poseidon nam het op en voerde het naar Aithiopië, waar hij het aan zijne dochter Benthesikyme ter opvoeding toevertrouwde. -
De krijg, dien Eumolpos met Erechtheus voerde, scheen zich eerst ten zijnen gunste te keeren, tot de Atheensche koning op raad van het orakel, om de goden gunstig voor zich te stemmen, een zijner dochters offerde. (Zie Erichthonios.) Wel behaalden nu de Atheners de overwinning, Eumolpos werd zelfs gedood, doch Poseidon wist zich hierover te wreken door te bewerken, dat Zeus weldra Erechtheus met zijne bliksems trof. -
Omtrent de genealogie van Eumolpos heerscht evenals omtrent die van andere oude priesters en zangers, die als het ware de vertegenwoordigers zijn van een tijdperk, waarin de beschaving en verschillende godsdienstige instellingen zich over Griekenland hebben verspreid, de grootste onzekerheid. Gewoonlijk neemt men meer dan éénen Eumolpos aan. Zoo is het onzeker, of degeen, die tegen Erechtheus gestreden heeft, voor denzelfde moet gehouden worden als degeen, die met de dochters van Keleos de Eleusinische mysteriën ingesteld en Herakles onder de ingewijden heeft opgenomen. Zoo wordt er gewag gemaakt van eenen Eumolpos, den zoon van Triptolemos, van wien beweerd wordt, dat hij en niet de thrakische Eumolpos, de zoon van Poseidon, den oorlog tegen Erechtheus zou hebben gevoerd, van een anderen, den zoon van Philammon, die de leermeester van Herakles zou geweest zijn, van eenen jongeren, den zoon van Musaios. -
Aan den thrakischen Eumolpos worden ook verschillende gedichten toegeschreven, liederen gezongen bij de plechtigheid der inwijding en andere gedichten, die betrekking hadden op de Eleusinische mysteriën, te samen ter grootte van 3000 regels. Van dat alles is slechts één enkele regel tot op onzen tijd bewaard gebleven.

euneos (euneus)

De zoon van Iason, dien hij bij Hypsipyle verwekt had, toen de Argonauten een tijd lang op het eiland Lemnos vertoefden. Hij leverde wijn aan de Grieken, die voor Troje gelegerd waren, en kocht van Achilleus den zoon van Priamos Lykaon. Deze wist echter te ontsnappen, doch werd twaalf dagen later op nieuw door Achilleus gevangen genomen en toen gedood.

eunomia

Eene der Horen. Zie aldaar.

eunomos (eunomus)

(1) Zie Kyathos.
(2) Een beroemd zanger en citherspeler uit Locri (Lokroi) in beneden-Italië. Toen hij eens bij de Pythische spelen te Delphoi zong en zich met de cither begeleidde, overkwam hem het ongeluk, dat eene der snaren zijner cither sprong. Een krekel zette zich dadelijk op de plaats der gesprongene snaar neder en zoodra Eunomos hem aanraakte liet hij zóó juist den toon hooren, dat de zanger den eersten prijs behaalde.

eunostos (eunostus)

De zoon van Elieus, koning van Tanagra in Boiotië. Hij was door de nymph Eunoste, die hem haren naam had gegeven, opgevoed, een zeer schoon man, doch van een woest en ruw karakter, zoodat hij de liefde, hem door Ochne, de dochter van Kolonos uit Tanagra toegedragen, niet beantwoordde. Daarop belasterde deze hem bij hare broeders, voorgevende, dat hij haar had willen onteeren. De broeders van Ochne doodden hierop Eunostos. Zijn vader liet hen in boeien slaan, en Ochne, nu inziende, welke gevolgen haar leugen gehad had, bekende wat zij gedaan had en stortte zich van eene rots. Hare broeders werden verbannen en Eunostos voortaan als heros vereerd. Hem was een heilig bosch gewijd, dat geene vrouw mocht betreden.

euopis

De dochter van Troizen (Troezen), den beheerscher der evenzoo geheeten stad in den Peloponnesos. De broeder van Troizen wenschte haar te huwen, en daar zij zijn aanzoek afsloeg, trachtte hij de reden dezer weigering optesporen. Hij meende die te vinden in de liefde van het meisje voor haar eigen broeder Euphemos en deelde deze ontdekking aan den vader van Euopis mede. Zij doodde zich uit schaamte, maar bad, dat Aphrodite den verrader, die haar geheim had geopenbaard zou straffen met eene hopelooze liefde en de godin verhoorde haar gebed.

eupeithes (eupithes)

De vader van Antinoös, den onbeschaamdsten der vrijers van Penelope, de gade van Odysseus. Hij had met zeeroovers uit Taphos eenen aanval gedaan op de Thesprotiërs, de bondgenooten van Ithaka, en werd daarom vervolgd, tot Odysseus zich zijner aantrok. -
Desniettegenstaande stond hij aan het hoofd van de schare, die tegen Odysseus optrok, nadat deze de vrijers hunne rechtmatige straf had doen ondergaan, doch reeds bij den aanvang van den strijd werd Eupeithes door Odysseus gedood.

euphemos (euphemus)

(1) De onderstuurman der Argonauten, de zoon van Poseidon en Europa. Toen de Argonauten hun schip uit den Okeanos naar het meer Triton hadden gedragen, kwam de zeegod Triton in de gedaante van den koning van Libyë, Eurypylos, tot hen. Hij wees hun den weg en noodigde hen uit om bij hem te blijven, maar toen zij dit weigerden, schonk hij aan Euphemos eene schol aarde, waarbij Zeus door zijnen donder een gunstig voorteeken hooren liet. Medeia, die met Iason op de Argo was medegetrokken voorspelde hem, dat van het bezit dezer schol aarde het bezit van een koninkrijk zou afhangen. Zeventien menschenleeftijden later is die voorspelling vervuld. Toen kwam Battos, een afstammeling van Euphemos, naar Afrika en werd koning der door hem zelven gestichte stad Kyrene.
(2) Zie Euopis.

euphorbos (euphorbus)

Een der dapperste strijders onder de Trojanen. Hij muntte vooral uit door wagenrennen, speerwerpen en snelheid in het loopen. Hij was de eerste, die Patroklos eene wonde toebracht, toen deze in de wapenrusting van Achilleus tegen de Trojanen streed, doch werd later door Menelaos gedood.

Lang daarna beweerde de Grieksche wijsgeer Pythagoras, die in de zesde eeuw vóór Chr. in het Zuiden van Italië leefde, dat hij vroeger onder de gedaante van dezen Euphorbos op aarde had geleefd.

euphorion

Een zoon, gesproten uit de verbintenis, welke Achilleus met Helena had aangegaan, toen beiden woonden op de eilanden der zaligen. Zeus had hem lief om zijne schoonheid, doch hij beantwoordde die liefde niet en daarom versloeg de god hem met zijne bliksems.

euphrosyne

Eene der Chariten. (Zie aldaar.)

Joy Elaine Praznik Sweeney:
"The Graces Aglaia, Euphrosyne and Thalia - Suite IV"
Oil on Paper
framed 31½" x 40", image 19" x 27"

The painting of the Graces is one of a suite of pieces by the artist using this subject matter. In greek mythology the Graces, goddesses of joy, charm and beauty, were believed to endow the artists with the ability to create beautiful works of art. The theme of the three female figures, always together has been used as a triple embodiment of grace and beauty.

eupithes

Zie Eupeithes.

euploia

D. i. "die eene gelukkige vaart schenkt." Een bijnaam van Aphrodite.