D : dido - dionysia
dido / elissa
Eene Phoenicische
koningsdochter, de zuster van Pygmalion,
den koning van Tyrus. Deze liet haren echtgenoot Sichaeus of Acerbas
ombrengen, ten einde zich van diens groote schatten
meester te maken, die echter te goed verborgen waren en
welke hij vruchteloos zocht. Daarop scheepte zich Dido
met die schatten heimelijk in, en door vele Tyriërs
vergezeld ontvluchtte zij haar vaderland. Eerst zeilde
zij naar het eiland Kypros en voerde van daar een aantal
vrouwen mede. Daarop landde zij op de Afrikaansche kust
nabij de aldaar reeds gevestigde Phoenicische
volkplanting Utica. Van den op deze kust
regeerenden numidischen koning Hiarbas of Iarbas
kocht zij zooveel land, als zij met eene ossenhuid
omspannen kon. Zij liet daarop de huid in dunne riemen
snijden, verbond die tot éénen zeer langen riem, en
omspande daarmede een zeer groot stuk lands, waarop zij
de sterkte Byrsa (d. i. "huid") en
later de stad Karthago bouwde. Deze stad verhief zich
binnen korten tijd tot zeer grooten bloei en wekte
daardoor den nijd op van den koning Hiarbas, die Dido tot
gemalin eischte, haar dreigende, dat hij, zoo zij
weigerde, haar den oorlog zou aandoen. Dido zocht
uitvluchten; doch toen zij eindelijk tot eene beslissing
moest komen, eischte zij een uitstel van drie maanden,
voordat het huwelijk zou voltrokken worden; zij bracht
gedurende dezen tijd talrijke offers aan de goden, en
besteeg eindelijk zelve den voor de offerdieren buiten de
stad opgerichten grooten brandstapel met een ontbloot
zwaard in de hand. Aldaar verklaarde zij ten aanhoore der
verbaasde toeschouwers, dat zij, om het vaderland te
redden, besloten had tot haren gemaal Sichaeus te gaan en
stiet zich daarop zelve het zwaard in de borst. Zij werd
door het dankbare volk daarom later als godin vereerd. -
De Romeinsche dichter Vergilius, en wellicht
andere dichters vóór hem, hebben Dido in betrekking
gebracht tot den Trojaanschen vorst Aeneas, van
wien zij verhalen, dat hij na lange omzwervingen door
eenen storm naar de Afrikaansche kust is gedreven. Daar
zou hij door Dido gastvrij zijn opgenomen, maar tevens
zou deze door eene hevige liefde voor den vreemdeling
zijn bevangen. Nadat Aeneas haar zijne wederliefde had
geschonken en zij eenen tijd lang gelukkig te samen
hadden geleefd, kreeg Aeneas van de goden bevel om te
vertrekken, daar het noodlot hem beschoren had in Italië
een rijk te stichten, dat eenmaal de wereld beheerschen
zou. Ongaarne gehoorzaamde hij aan dit bevel.

David Ligare,
1945 - nu
De ongelukkige Dido liet uit
wanhoop over zijn vertrek eenen brandstapel oprichten,
schijnbaar tot een ander doel bestemd, waarop zij zich
zelve aan de vlammen prijs gaf. Het vierde boek van de Aenëis
van den reeds genoemden dichter Vergilius behandelt de
liefde, de smart en de wanhoop van Dido. -

De dood van Dido
Claude Augustin Cayot
(standbeeld 1667)
Musée du Louvre, Paris
Dat Aeneas en Dido met elkander
in verband worden gebracht is eene uitvinding van latere
dichters. Zelfs de mythische chronologie, hoe onzeker zij
ook is, geeft een verschil van ongeveer driehonderd jaren
tusschen den tijd, waarop Aeneas en dien, waarop Dido zou
geleefd hebben.
didymaiisch orakel (didymaeisch
orakel)
Na het delphische, het
beroemdste orakel van Apollo, gesticht door Branchos,
wiens afstammelingen, de Branchiden, in het erfelijk bezit daarvan bleven.
Ook daar was even als te Delphoi bij het geven der orakels eene vrouw de
tusschenpersoon en ook daar werd door opstijgende dampen
de toestand van zinsverrukking teweeggebracht, waarin
deze bij het verkondigen der godspraken verkeerde.
dii magni
D. i. "groote goden".
Zie Dioskuren.
dike
De personificatie en de godin
der gerechtigheid, eene dochter van Zeus en Themis. Zij
waakt er voor, dat de heilige rechtsinstellingen van Zeus
en Themis niet worden geschonden en zij treedt als
aanklaagster voor den troon haars vaders, wanneer een
rechter onrechtvaardige vonnissen velt. Zij zelve
doorboort ook het hart van den booswicht met het zwaard,
dat de Schikgodin Aisa voor haar smeedde; zij beloont
daarentegen de rechtvaardigen. Hare zusters zijn Eunomia (de
wettelijke orde), en Eirene (de godin des vredes); hare dochter is Hesychia (de
rust). Bij latere dichters heet zij ook Astraia
"de godin der sterren", eene maagd die de
gerechtigheid bemint en die in de koperen eeuw het laatst
van alle hemellingen de aarde, welke van bloed droop,
verliet en sedert onder de sterren prijkt als het
sterrebeeld "de Maagd."
diktynna (dictynna)
Een bijnaam van Artemis. (Zie Artemis.)
diktys (dictys)
(1) De broeder van koning Polydektes van Seriphos,
die de kist aan land trok, welke Perseus en zijne moeder Danaë bevatte. (Zie Perseus.)
(2) De trouwe makker van koning Idomeneus van Kreta in den
Trojaanschen oorlog. Van hem wordt verhaald, dat hij voor Troje een
dagboek hield, waarin alle merkwaardige gebeurtenissen, welke gedurende
den tienjarigen krijg voorvielen, waren opgeteekend. Het verhaal omtrent
den Trojaanschen oorlog, dat eene Latijnsche vertaling van het werk
van Diktys heet te zijn, is stellig niet vóór den tijd van keizer
Nero geschreven.
dindymene
Bijnaam van Rheia-Kybele, die
aldus genoemd werd naar den tempel, dien zij bezat op den
top van den berg Dindymon, aan de noordkust van
klein-Azië. Deze tempel was volgens de overlevering door
de Argonauten gesticht.
diokles
(1) Een dapper Griek, geboortig
uit de stad Megara. Eenen jongeling, dien hij
liefhad, beschermde hij in een gevecht met zijn schild en
redde hem, doch ten koste van zijn eigen leven. Daarom
eerden de inwoners van Megara hem als eenen heros en
vierden ter zijner eere telken jare bij het begin der
lente een feest, de Diokleia genoemd. -
(2) Een der Eleusinische vorsten door Demeter in
de geheimen van haren eeredienst ingewijd. Zie Demeter.
diomedes
(1) De zoon van Tydeus en Deïpyle,
eene dochter van den koning Adrastos van Argos en na diens dood zijn
opvolger. Hij was een der dapperste helden voor Troje.
Reeds vóór den Trojaanschen oorlog had hij deelgenomen
aan den krijg der Epigonen. (Zie aldaar.) Voor Troje was hij een
der dapperste helden, zoodat zelfs een geheel boek der
Ilias (het vijfde) aan zijne groote wapenfeiten is
gewijd. Hij stond onder de bijzondere bescherming der
godin Pallas Athena, die hem kracht en moed inboezemde, waar
hij die noodig had. Met hare hulp gelukte het hem zelfs
goden, Ares en Aphrodite, te overwinnen en te wonden. Hij streed
tegen de dapperste Trojanen, tegen Aeneas, die
alleen door de hulp van zijne moeder Aphrodite aan eenen
wissen dood ontrukt werd, en tegen Hektor, dien
hij van de schepen binnen de muren van Troje terugdreef.

Diomedes,
gesteund door Athena (links) verwondt Aeneas, die door
zijn moeder Aphrodite wordt gered (rechts). Krater,
Tyszkiewicz schilder, circa 480 voor Chr., nu in Boston.
Evenzeer was hij wijs en
schrander in den raad. Met Odysseus (Ulysses) ging hij des nachts op verspieding uit.
Zij ontmoetten den Trojaan Dolon, die met hetzelfde doel het Grieksche
leger wilde binnensluipen. (Zie Dolon.) Hun tocht werd
met den meest gewenschten uitslag bekroond. Met Odysseus
roofde hij ook het heilige Pallasbeeld, het Palladion (Palladium),
uit Troje, van welks bezit het behoud der stad afhing.
Hij verloor dit Palladion later bij eenen inval, dien hij
deed in Attika. (Zie Demophon.) Bij de lijkspelen, ter eere van Patroklos
gevierd, was hij het, die den hoogsten prijs won. Zijne
trouwe makkers in den krijg waren Sthenelos en
Euryalos. -
Op zijnen terugkeer had hij evenals vele Grieksche
helden, die van Troje huiswaarts gingen, vele rampen te
verduren. Homeros meldt, dat hij behouden en gelukkig in
Argos terugkwam, doch de latere sage weet andere dingen
te verhalen. Toen hij namelijk bij zijne vrouw Aigiale of Aigialeia
terugkeerde, vond hij deze in eene ongeoorloofde
verstandhouding levende met Kometes. Hij vluchtte uit Argos, òf vrijwillig,
òf om zijn leven voor de lagen zijner overspelige vrouw
te redden en trok naar Aitolië, het vaderland van zijnen
vader Tydeus, waar zijn grootvader Oineus nog
leefde. Deze was inmiddels door zijnen broeder Agrios en
diens zonen van de regeering beroofd. Diomedes doodde bij
zijn aankomst één hunner Epopeus en herstelde
zijnen grootvader op den troon. (Volgens sommige
schrijvers ondernam Diomedes dezen tocht naar Aitolië
reeds tusschen den oorlog der Epigonen en het beleg van
Troje.) Uit Argos of uit Aitolië weggevaren zijnde, kwam
Diomedes in het Zuiden van Italië, in het landschap Daunië.
Daar ondersteunde hij den koning van het land Daunos
in eenen strijd tegen zijne naburen en kreeg tot loon de
hand van diens dochter en later het bestuur over het
land. -
Omtrent zijnen dood bestaan verschillende overleveringen.
Of in Daunië, òf in Argos, werwaarts hij dan
teruggekeerd zou zijn, is hij gestorven, of wel hij is
verdwenen op een der in de Adriatische zee gelegen
eilandjes, die naar hem de Diomedische genoemd
werden (tegenw. Is. Tremiti.) Daar wist men ook
zijn graf te wijzen. Verscheidene steden op de Oostkust
van Italië heetten door hem gesticht te zijn. In vele
steden van die streken werd hij als heros vereerd.
Evenzoo in Griekenland; in Argos b. v. werd op het feest
van Athena zijn schild met het Palladion in feestelijken
optocht rondgedragen en zijn beeld in de rivier de Inachos
gereinigd. -
(2) De zoon van Ares en Kyrene, koning der Bistones in
Thrakië, die zijne paarden voedde met het vleesch der
vreemdelingen, die in zijn land kwamen. Op bevel van Eurystheus
werd hij door Herakles gedood. (Zie Herakles.)

Paul Hermans :
De paarden van Diomedes.
(Deze kunstenaar heeft alle 12 werken van Hercules
verbeeld: zie http://home.concepts.nl/~phermans/ )
dione
(1) De dochter van Okeanos en Tethys, de
gemalin van Zeus. Uit hunne verbintenis sproot Aphrodite.
Vooral te Dodona werd zij als de gade van den
koning des hemels vereerd. Zij was, wat hare beteekenis
betreft, het vrouwelijk evenbeeld van haren gemaal.
Beider namen zijn van hetzelfde stamwoord afgeleid. (Zie
Zeus.) Het orakel van Dodona werd echter reeds vroeg door
andere Grieksche orakels in de schaduw gesteld, en zoo
kwam het, dat Dione plaats moest maken voor Hera, die in
het algemeene volksgeloof der Grieken gold voor de gade,
welke naast Zeus op zijnen verheven troon op den Olympos
zetelde. -
(2) Eene dochter van Atlas, die bij Tantalos de moeder werd van Pelops en Niobe.
dionysia
Feesten gevierd ter eere van Dionysos.
Zij werden ook wel Bakcheia genoemd, naar den tweeden naam van
Dionysos, Bakchos. (Zie het volgend artikel, Dionysos.) -
De feesten ter eere van Bacchus, zooals de Romeinen Dionysos noemden,
heetten Bacchanalia.

Rubens :
Bacchanalia
|