D : demiphon - diasia

demiphon

Koning van Phlagusa, moest om eene pest afteweren jaarlijks volgens eene uitspraak van het orakel eene maagd offeren. Toen hij nu eens bij het loten, wie de ongelukkige zijn zou, die volgens dat bevel gedood zoude worden, zijne eigene dochters uitzonderde, werd hij hiervoor door een zijner onderdanen zwaar gestraft. Deze, Mastusios genaamd, wiens dochter als offer gevallen was, noodigde namelijk des konings dochter ten maaltijd, doodde haar en gaf haar bloed aan haren vader te drinken. Op bevel des konings werd Mastusios met den noodlottigen beker in zee geworpen.

demodocus

Zie het volgend artikel.

demodokos (demodocus)

Een blinde zanger, die volgens Homeros den maaltijd, welke door Alkinoös, den koning der Phaiakiërs ter eere van Odysseus gegeven werd, opluisterde door de liederen, die hij zong over de lotgevallen der Grieken voor Troje. -
Latere schrijvers hebben hem als een dichter, die werkelijk bestaan had, vermeld en zelfs de titels vermeld van gedichten, die door hem zouden vervaardigd zijn.

demophon / demophoön

De zoon van Theseus en Phaidra, bevrijdde voor Troje zijne grootmoeder Aithra uit den slavendienst van Helena. Bij zijne terugkomst van Troje kwam hij in Thrakië, alwaar Phyllis, de dochter van den koning Sithon liefde voor hem opvatte. (Zie Phyllis.) Hij sloeg eenen aanval af van Diomedes, die op zijnen terugtocht van Troje Attika plunderde zonder te weten in welk land hij zich bevond, en ontnam dezen daarbij het Palladion. Hij verdedigde de Herakleiden tegen Eurystheus, die in den strijd omkwam. -
Tot hem was het, dat
Orestes zich wendde, toen hij door de Erinnyën vervolgd, te Athene kwam. -
(2) Omtrent een anderen Demophoön, dien
Demeter onsterfelijk wilde maken, maar daarin door zijne moeder verhinderd werd, zie Keleos en Demeter.

deo

Bijnaam van Demeter. (Zie aldaar.)

desmontes

De vader van Melanippe, die aan den god Poseidon, die haar beminde, twee zonen schonk, Aiolos en Boiotos. (Zie Aiolos.)

despoina

Bijnaam van Persephone. (Zie aldaar.)

deukalion

De zoon van Prometheus en Klymene, kleinzoon van Iapetos, regeerde over Phthia in Thessalië, en werd met zijne gemalin Pyrrha, eene dochter van Epimetheus en Pandora, de stamvader van een nieuw menschengeslacht. Want wegens de algemeene verdorvenheid, waarin de eerste menschen door hunne ondeugden verzonken waren, had Zeus besloten hen van de aarde te verdelgen. Eerst wilde hij daartoe van zijnen bliksem gebruik maken, maar daar hij vreesde, dat door den brand der aarde ook de hemel zou kunnen aangetast worden, koos hij daartoe eenen grooten watervloed. Alle stervelingen moesten door dezen vloed vergaan, behalve Deukalion en zijne vrouw, een vroom echtpaar, dat al de goden wilden sparen, om voortaan niet van alle offeranden, die hun van de aarde toegebracht werden, verstoken te zijn. Prometheus gaf zijnen zoon een reddingsmiddel aan de hand; hij ried hem een schip te bouwen, dit van voorraad te voorzien en zich met Pyrrha daarin te begeven. Door eenen ontzettenden plasregen, die negen dagen lang aanhield en door den bijstand van zijnen broeder Poseidon, die alle stroomen, beken en bronnen uitstortte, zette Zeus daarop het land dermate onder water, dat het met de zee een geheel scheen te vormen. Te vergeefs klommen de stervelingen, om zich te redden, op heuvels en bergen; de altijd wassende wateren overstroomden de hoogste toppen, alle menschen kwamen om, en zelfs de vogels, die nergens eene rustplaats meer vonden, werden verzwolgen door den bruisenden vloed.

Richard Lewis : Flood

Met verbazing zagen de Nereïden de bedding harer wateren verbreed en met sierlijke bosschen, paleizen en tempels bedekt; angstig zwommen tamme en wilde dieren vreedzaam naast elkander, de wolf werd medegevoerd naast het schaap, de ree naast den tijger. Alle schepselen, die niet in het water konden leven, vonden den dood. Negen dagen en negen nachten zweefde het scheepje van Deukalion als een spel der golven op de wateren. Eindelijk begon het water langzamerhand te dalen; het vreeselijke werk der verwoesting was volbracht en de gelukkige zoon van Prometheus landde met zijne gade op den top van den Parnassos, waar zijn vaartuig den grond raakte. Andere overleveringen noemden den Aetna of den Athos als den berg, waar Deukalion het eerst weder den vasten grond bereikte. -
Allereerst brachten daarop de beide geredden aldaar aan de nymphen en aan de voorspellende
Themis dankbare offers. Bedroefd over de eenzaamheid der woestenij, die zij allerwege rondom zich zagen, naderden zij den tempel van Themis dien zij in de nabijheid, geheel met slijk bedekt, aanschouwden, en vroegen haar, of er mogelijkheid bestond om het menschengeslacht te herstellen. Themis gaf hun ten antwoord: "dat zij met overdekte hoofden de beenderen hunner moeder achter zich zouden werpen." Langen tijd dachten zij er over na, wat met deze duistere godspraak gemeend konde zijn; eindelijk vonden zij de ware bedoeling. Aarzelend wierpen zij de steenen der aarde, de moeder aller menschen, achterwaarts over hunne omsluierde hoofden, en de door Deukalion geworpen steenen werden mannen, die van Pyrrha vrouwen. Zoo werd de aarde op nieuw bevolkt. Deukalion en Pyrrha regeerden over de door hen geschapen menschen; uit hun huwelijk sproten verscheidene kinderen, als Hellen, Amphiktyon en Protogeneia, waarvan de eerstgenoemde de stamvader der Hellenen of Grieken werd.

deverra

Eene der drie godheden, die, vooral door het landvolk, bij de geboorte van een kind werden aangeroepen, om de kraamvrouw en haar jonggeboren spruit tegen den boozen invloed van Silvanus te vrijwaren. Om hare hulp te verwerven, gingen drie mannen des nachts om het huis, eerst met eenen bijl, dan met eenen stamper en eindelijk met eenen bezem. Deze drie voorwerpen dienden als zinnebeelden der beschaving, daar met den bijl de boom wordt gehouwen, met den stamper het koren fijngestampt en met den bezem de veldvruchten worden tesamengeveegd. De namen der beide godheden, die naast Deverra werden aangeroepen, waren Pilumnus en Intercidona.

 

 

diana xxxxxxxxxxxxxx

In lateren tijd werd deze godin geheel en al geïdentificeerd met de Griekse Artemis en daarom even als deze steeds naast Apollo vereerd. Oorspronkelijk evenwel is haar wezen geheel van dien god onafhankelijk. Zij is eene oud-Italische godin, die in nauwe betrekking staat tot den god Ianus. Als godin der natuur beteekent zij de maan en oefent zij op dat hemellichaam haren invloed uit. Even als alle godheden der maan, pleegde zij zich te verheugen in het welige leven der natuur in weide en bosch en had zij eenen grooten invloed op de stemming van het menschelijk, vooral van het vrouwelijk gemoed, terwijl bovendien de jacht en de oorlog haar ter harte gingen en daarom de lichaamskracht der dappere mannen als haar geschenk werd beschouwd. -
Bij verschillende volksstammen van Italië genoot zij vereering. Zoo waren o. a. zeer beroemd het bosch en de tempel van Diana van Aricia, die gelegen waren in de nabijheid van het meer, dat tegenwoordig den naam draagt van meer van Nemi, een van de bekoorlijkste plaatsen van het Albaansche gebergte. Daar werd naast Diana een mannelijk goddelijk wezen,
Virbius genaamd, vereerd, die, na door de paarden van den zeegod Neptunus verscheurd te zijn, door Aesculapius weder in het leven was teruggeroepen en door Diana naar haar heilig bosch gevoerd. Eene eigenaardige instelling bij dezen tempel was, dat het ambt van opperpriester alleen door dengene kon verkregen worden, die zijnen voorganger in een tweegevecht versloeg. Deze gewoonte gaf later een aanknoopingspunt om Diana te identificeeren met de Grieksche Artemis uit Tauris, welke ook bloedige menschenoffers eischte, ja men beweerde zelfs, dat Orestes het heilige beeld dier godin naar Aricia zou hebben gebracht. -
Toch had deze strenge, wreede Artemis weinig punten van overeenkomst met Diana, die eene goede en genadige godin der natuur is en in het bijzonder de vrouwen beschermt, vooral in haren barensnood. In den omtrek van haren tempel zijn dan ook talrijke wijgeschenken opgegraven, haar door vrouwen ten offer gebracht, om hare hulp en haren bijstand interoepen.
Beroemd was vooral ook de tempel van Diana op den Aventijnschen berg, die niet alleen door de Romeinen, maar door het gansche stedenverbond der Latijnen was gesticht. Deze tempel was als het ware het middenpunt van dat stedenverbond. Daar werden gemeenschappelijke offers gebracht, daar werden de twisten, die er tusschen de leden van het verbond gerezen waren, beslecht. Het beeld der godin, dat hier werd aangetroffen, had eenige gelijkenis op dat van de Ephesische Artemis. -
Ook de slaven en slavinnen stonden onder de bijzondere bescherming van Diana, vooral smeekten weggeloopen slaven om hare bescherming. Haar feestdag, die op den 13den Augustus inviel werd echter ook door alle vrouwen met bijzondere plechtigheden, zooals het wasschen van het hoofd en het reinigen der haren gevierd. -
Reeds zeer vroeg evenwel is de dienst van deze Romeinsche Diana geheelenal met die der Grieksche Artemis inééngesmolten, zoodat zij in lateren tijd slechts naast Apollo werd vereerd. Vooral het eeuwfeest, de ludi Seculares, was aan hen beiden geheiligd. Hem vierde men dan als den verzoenenden god des lichts en der zon, haar als de godin der maan en van de geboorten, als
Lucina, die, doordat zij het ter wereld komen der kinderen bevordert, tot de instandhouding en vernieuwing van het menschelijk geslacht bijdraagt. De dichters kenden haar doorgaans al die eigenschappen toe, welke de Grieksche Artemis in zich vereenigde. (Zie Artemis.)

Augustus Saint-Gaudens (1848 - 1907): Diana

diasia

Een feest te Athene gevierd ter eere van Zeus Meilichios, d. i. "den verzoenende", in het laatste gedeelte der maand Anthesterion (Februari - Maart). De plechtigheden bij dit feest in gebruik hadden plaats buiten de stad; de gansche burgerij nam er deel aan. Geene offerdieren werden daarbij geslacht, maar men wijdde den god offerkoeken. In de schatting van het volk waren de Diasia wegens hunne reinigende kracht een zeer gewichtig feest.