D : danaïdes - deïpyle
danaïdes / danaïden
De vijftig dochters van Danaos,
berucht, doordat zij op bevel van haren vader alle op
ééne na hare echtgenooten de zonen van Aigyptos in
den bruiloftsnacht vermoordden. Om haar weder te laten
huwen, hield Danaos een wedstrijd, waarin de overwinnaars
eene zijner dochters tot kampprijs verwierven. Volgens
eene andere legende evenwel werden al de trouwelooze
vrouwen en ook Danaos zelf door Lynkeus, den
eenige der zonen van Aigyptos, die door zijne gade Hypermnestra
was gespaard, gedood. -
Bekend is de wijze, waarop zij in de onderwereld gestraft
werden, waar zij voortdurend water moesten scheppen in
een vat zonder bodem. Waarschijnlijk heeft deze mythe
haar ontstaan te danken aan eene andere, volgens welke
zij het land van Argos, dat gebrek had aan water, op
bevel van haren vader van water moesten voorzien. Naar
haren grootvader Belos worden zij ook somtijds Belides
genoemd.
danäos (danäus)
De zoon van Belus en
Anchinoë, de tweelingbroeder van Aigyptos,
(Zie aldaar.) afkomstig uit Chemnis in Egypte. Hij kreeg
als zijn aandeel van het rijk zijns vaders Libyë, doch
moest, door zijnen broeder Aigyptos bedreigd, op een door
Athena gebouwd schip met vijftig roeiriemen
naar Griekenland vluchten. Hij landde met zijne vijftig
dochters, de beruchte Danaïden, te Argos en werd in die stad, na het
verdrijven van koning Gelanor, koning. Hij was tot zegen voor het
land, daar hij zorgde èn voor voldoenden toevoer van
water in tijden van droogte èn voor de noodige
waterkeering bij overstroomingen. Na zijnen dood volgde Lynkeus, de
eenige der zonen van Aigyptos, die gespaard was, daar
zijne gade Hypermnestra geweigerd had aan het wreede bevel haars
vaders te voldoen, hem op. (Zie Danaïden.) Naar Danaos
noemden zich de bewoners van Argos Danaërs, een naam,
waarmede Homeros somtijds al de tegen Troje opgetrokken
Grieken aanduidt.
daphnaia (daphnaea)
Een bijnaam van Artemis in
Sparta, waar zij onder dien naam een tempel had. Zij
heette zoo naar de daar geheiligde laurier.
daphnaios (daphnaeus)
Een bijnaam van Apollo.
Evenals zijne zuster Artemis droeg hij dezen naar de hun geheiligde
laurier.
daphne
(1) Eene bergnymph, in de oudste
tijden priesteres bij het orakel te Delphoi,
door Gaia daartoe aangesteld.
(2) Eene nymph, de dochter van den Thessalischen
riviergod Peneios, of van den Arkadischen riviergod Ladon
en Gê of Gaia (de Aarde) werd door Apollo, maar
ook tegelijk door Leukippos, den zoon van den koning
Oinomaos bemind. Ten einde zijne geliefde des te beter te
kunnen volgen verkleedde Leukippos zich als meisje en
mengde zich onder de nymphen, hare gezellinnen, doch werd
door toedoen van Apollo bij het baden herkend, en
terstond door de nymphen gedood. Daarop poogde Apollo
voor zich de liefde van Daphne te winnen maar hij was
niet gelukkiger. Zij, die gezworen had in haren
maagdelijken staat te zullen blijven, ontvluchtte steeds
haren minnaar, die haar met drift vervolgde, haar
smeekende om de zijne te worden. Toen de god op het punt
was om haar te grijpen, riep Daphne tot Zeus om
hulp, die haar in eenen laurierboom veranderde. Sedert
dien tijd bekranste Apollo, tot aandenken aan de
verlorene geliefde, zijne slapen met lauwertakken en men
beschouwde dezen boom als aan hem gewijd en met eene
geestdrift inboezemende kracht toegerust, zoodat ook de Pythia,
vóór zij haren drievoet te Delphoi besteeg, de bladeren daarvan eten moest.
-
Eene andere legende verhaalde, dat hare moeder haar in
haren schoot opnam en dat toen tot troost voor Apollo, op
de plek, waar zij verdwenen was, de laurierboom opwies. -

Apollo en Daphne : een beeld
van Bernini.
(3) De dochter van den waarzegger Teiresias,
die in den oorlog der Epigonen werd gevangen genomen en aan Apollo
geschonken. Zij had de gave der voorspelling en oefende
hare kunst te Delphoi uit. Haar eigenlijke naam was Manto. Men
verhaalde ook van haar dat zij vele orakels op schrift
had gebracht en dat Homeros zelfs veel daaruit in zijne
gedichten had opgenomen.
daphnis
De uitvinder van het
siciliaansche herderslied (de bukolische
poëzie), een zoon van Hermes en eene nymph, weidde zijne kudden aan
den voet van den berg Aetna onder de liefelijke toonen
der fluit, welke Pan zelf hem had geleerd te bespelen. Hij
won door zijne jeugdige schoonheid de liefde der nymph
Echenaïs, en zwoer haar trouw. Hij verbrak echter weldra
zijne belofte en schonk zijne liefde aan Chimaira, eene
koningsdochter. Uit minnenijd werd hij daarop door zijne
eerste geliefde met blindheid geslagen of wel in eene
steen veranderd. Volgens den siciliaanschen dichter
Theokritos evenwel, stierf hij van liefde. Zijn vader
plaatste hem onder de sterren.
dardanos
De stamvader der Trojanen en dus
ook van de Romeinen, was een zoon van Zeus en de Pleiade Elektra, en
de broeder van Iasion. Uit droefheid over den dood zijns
broeders vertrok hij uit zijn vaderland Samothrake, en
zette zich in de streek van het later door hem gebouwde
Troje neder, alwaar koning Teukros hem vriendelijk opnam, hem landerijen
schonk en hem zelfs zijne dochter Bateia tot gemalin gaf,
bij wie hij twee zonen Ilos en Erichthonios
verwekte. Hij erfde van zijnen schoonvader troon en rijk,
dat nu Dardania genoemd werd, terwijl het later naar
zijnen kleinzoon Tros den naam van Troja kreeg. -
Omtrent zijne afkomst werden evenwel ook geheel van deze
verschillende sagen vermeld. Zoo zou hij uit Kreta, uit
Etrurië, of uit Arkadië herkomstig zijn. In Arkadië
zou hij dan de dochter van Palas met name Chryse gehuwd
hebben, die hem twee zonen baarde Idaios en Dimas. Eene
overstrooming noodzaakte hem het land te verlaten; hij
trok met Idaios (Dimas bleef in Arkadië achter.) naar
Samothrake en van daar naar Phrygië, waar hij over het
latere Trojaansche land koning werd. Van Chryse kreeg hij
het Palladion en de beelden der groote goden, wier dienst
hij naar zijn nieuw vaderland overbracht.
dares
Gewoonlijk Dares Phrygicus
genoemd, een Trojaansch priester van Hephaistos,
die ook de leermeester van Hektor wordt genoemd en van wie men verhaalt,
dat hij reeds vóór Homeros op palmbladen eene Ilias
schreef. Van een klein geschrift over den ondergang van
Troje, dat zijnen naam droeg is eene Latijnsche vertaling
tot op onzen tijd bewaard gebleven. Het is echter een
werk, dat waarschijnlijk van de zesde of zevende eeuw
onzer jaartelling dagteekent en alleen nog merkwaardig
is, omdat de middeneeuwsche dichters hunne kennis omtrent
de gebeurtenissen van den Trojaanschen oorlog
voornamelijk uit dit geschrift hebben geput.
daunos (daunus)
Een Arkadiër, de broeder van Iapyx en
Peuketios, die met hem een deel van Italië bevolkten en
aan verschillende landschappen en volksstammen aldaar,
hunne namen gaven. (Daunia, Iapygia, Peucetia.)
dea dia
De godin, wier dienst verricht
werd door de fratres
Arvales. Omtrent haar
wezen is weinig of niets bekend. Kennelijk is zij eene
godin der aarde en der akkers, waarschijnlijk identisch
met Tellus, Ceres en Ops, maar toch ook nauw verwant aan Fauna en Flora. Zij
was meer in het bijzonder de godin van de velden in den
onmiddelijken omtrek der stad Rome. De wenschen en
verwachtingen van de inwoners der stad werden haar door
de fratres Arvales voorgedragen. Een haar gewijd bosch
lag bij Rome, niet ver buiten de porta Capena. Daar
werden haar ter eere jaarlijks in Mei, als de eerste
veldvruchten rijp waren en de oogst weldra kon beginnen,
allerlei plechtigheden gevierd en verschillende offers
gebracht.
deïaneira (deianira)

De Centaur Nessus probeert
Deianira te ontvoeren :
een schilderij van Guido Reni (ca. 1620)
De dochter van den koning Oineus van
Kalydon, (of volgens anderen van den god Dionysos) en
van Althaia, en dus de zuster van Meleagros,
om wier bezit Herakles en de riviergod Acheloös
streden. Zij viel aan Herakles ten deel, werd zijne
gemalin en later de onschuldige oorzaak van zijnen dood
door hem een kleed ten geschenke te geven, hetwelk met
het door de pijlen van haren gemaal vergiftigde bloed van
den Kentaur Nessos geverwd was (Zie Nessos.); toen zij
bemerkte, welk een groot kwaad zij onwetend had verricht,
hing zij zich op. Zie Herakles.
deïdameia (deidamia)
De dochter van koning Lykomedes op
het eiland Skyros, bij wie Achilleus, toen hij als jongeling daar in
meisjeskleederen verborgen gehouden werd, eenen zoon met
name Pyrrhos of Neoptolemos verwekte.
deïoneus
De vader van Dia, de gemalin van
Ixion en door dezen, toen hij de
bruidsgeschenken van hem vorderde, op verraderlijke wijze
gedood.
deïphobe
De dochter van Glaukos en
priesteres van Apollo in een hol bij Cumae. Zij leefde zeven
honderd jaren. Zij had namelijk van Apollo, toen zij hem
hare liefde schonk, verlangd zoovele jaren te leven, als
zij juist zandkorrels in de hand hield, maar daarbij
tevens vergeten om eene eeuwige jeugd te bidden. Daarom
leed zij in haren ouderdom aan verval van krachten en
teerde als het ware weg tot eene schim. Zie Sibylla.
deïphobos (deiphobus)
De zoon van Priamos en Hekabe, na Hektor een
der dapperste Trojanen. Hij verzette zich tegen de
uitlevering van Helena, en na den dood van Paris huwde
hij met haar. Gedurende den oorlog doodde hij
verscheidene voorname Grieken, waaronder Askalaphos,
den zoon van Ares. Hij zelf werd gewond door Meriones,
doch door zijnen broeder Polites nog tijdig aan het strijdgewoel ontrukt.
Bij de verovering van Troje werd zijn huis het eerst door
de Grieken bestormd, omdat hij toen de echtgenoot van
Helena was. Odysseus en Menelaos richtten hunnen voornaamsten aanval
daartegen en Deïphobos zelf, door Helena aan de Grieken
verraden, werd door Menelaos vreeselijk verminkt, zooals Aeneas hem
later in de onderwereld ontmoette. -
Te Olympia werd een standbeeld van Deïphobos gevonden.
deïphontes
De zoon van Antimachos en de
gemaal van Hyrnetho, de dochter van den Heraklide Temenos,
werd, nadat deze door zijne eigene zonen vermoord was,
omdat hij hunne zuster en dier echtgenoot boven hen
voortrok, koning van Argolis; volgens anderen besteeg na
den moord aan Temenos gepleegd diens oudsten zoon Kisos
den troon en week Deïphontes daarom naar Epidauros,
alwaar zijne zwagers hem zijne vrouw ontroofden. Hij
haalde hen echter op hunne vlucht in, maar Hyrnetho
verloor in den daarop volgenden strijd het leven en
Deïphontes richtte haar ter eere een heiligdom op.
deïpyle
De dochter van den koning Adrastos en
Amphithea, de gemalin van Tydeus en de moeder van Diomedes.
|