C : cheiron - circe
cheiron (chiron)

cheiron met iason
(1) Een zoon van Kronos en de
Okeanide Philyra, de beroemdste onder de Kentauren,
doch niet woest gelijk deze, maar uitmuntende door
wijsheid en volgens Homeros de rechtvaardigste onder
zijne stamgenooten. Hij bewoonde een hol op het gebergte
Pelion in Thessalië en was gehuwd met Chariklo
of Naïs, eene dochter van Apollo, die
hem eenen zoon Karystos en verscheidene
dochters, Okyrrhoë, Melanippe, Endeïs en
andere baarde. Volgens de oudste mythe bezat hij evenmin
als de overige Kentauren de gestalte, die men hun later
toeschreef, toen men beweerde dat de helft van hun
lichamen op dat van een paard en de helft op dat van een
mensch geleek. Door de hulp van Apollo en Artemis
onderwezen, had hij eenen grooten schat van wijsheid
verworven en was hij ervaren in de gymnastiek, de jacht,
de heelkunde, de kunst der voorspelling en de muziek,
waarin hij zelfs eenen wedstrijd met Apollo wagen kon. De
wijze en edele, dappere en kunstvaardige Cheiron was
daardoor bijzonder geschikt om jonge helden optevoeden en
te vormen; waarom hij op den Pelion ook vele van de
voornaamste helden der oudheid opkweekte. Zoo vertrouwde
hem Apollo zijn eigen zoon Asklepios toe, om dien in de genees- en heelkunde
te onderwijzen; verder werd hij de pleegvader van Iason, die
als kind in zijn hol verborgen werd, om hem voor de
nasporingen van Pelias, die hem dooden wilde, te behoeden, en
eindelijk ook de leermeester van den jongen Achilleus,
dien hij, na hem met sterkende kruiden en het merg van
wilde dieren gevoed te hebben, ook in de artsenijkunde en
het snarenspel onderrichtte. Daarenboven worden als zijne
leerlingen genoemd: Telamon, Peleus, Theseus, Nestor, Meleager, Odysseus, Machaon, Kastor en Polydeukes, zelfs Aeneas en vele anderen. Daar Peleus zijn
kleinzoon was (diens moeder was namelijk de dochter van
Cheiron Endeïs), kan het geene verwondering baren, dat
hij voor hem bijzondere zorg droeg; hij redde hem eenmaal
het leven, toen de andere Kentauren hem wilden dooden,
hielp hem de hand der zeenymph Thetis
winnen, en schonk hem op zijne bruiloft de ontzaglijk
groote esschenhouten speer, die naderhand in het bezit
van Achilleus overging. -
De taak, die deze edele, de goden eerende Kentaur op
aarde vervulde, was dus hoogst belangrijk. Ook zijn dood
was gewichtig, omdat daardoor eene in het rijk der goden
ontstane zwarigheid uit den weg geruimd werd. Zeus had
namelijk gezworen, dat de aan den Kaukasus vastgesmede Prometheus
niet van zijne eindelooze kwalen zou bevrijd worden,
vóór een der onsterfelijken zich bereid verklaarde om
in zijne plaats de onderwereld te gaan bewonen. Zulk een
plaatsvervanger werd eindelijk in den godenzoon Cheiron
gevonden, die wel is waar onsterfelijk was, maar het
ongeluk had eene ongeneeslijke wond te ontvangen. Toen
namelijk Herakles op zijnen tocht tegen het Erymanthische everzwijn met de Kentauren in strijd geraakte en
deze tot Cheiron vluchtten, die zich op het voorgebergte
Malea had nedergezet, nadat de Lapithen hem
van den Pelion verdreven hadden, werd deze bij ongeluk
door een der giftige pijlen van Herakles aan de knie
gewond. De daardoor veroorzaakte wonde was ongeneeslijk.
Met bezorgdheid droeg Herakles hem zelf op zijne
legerstede en verbond hem de knie met de door Cheiron
aangewezen kruiden, maar alles was te vergeefs. De pijn,
die hij aanhoudend leed, en waaraan, daar hij
onsterfelijk was, de dood geen einde kon maken, was zoo
hevig, dat hij Zeus door Herakles deed smeeken hem zijne
onsterfelijkheid te ontnemen, en hem toetestaan met
Prometheus van lot te verwisselen. Zeus verhoorde zijne
bede, en zoo werd Prometheus onsterfelijk, terwijl
Cheiron door den dood van zijne smarten werd bevrijd. -
Dat Cheiron voor de helft de gedaante had van een paard,
voor de helft die van een mensch, schreef men daaraan
toe, dat Kronos onder de gedaante van een paard de liefde
van Philyra had weten te winnen. -

Peleus brengt
Achilles bij Chiron
(2) Een sterrebeeld. Zie Kentauros.
chelidonis
De ongelukkige zuster van Aëdon, die
in eene zwaluw veranderd werd. Zie Aëdon en Prokne.
chelone
Eene nymph, de eenige onder de
godheden, die bij de bruiloft van Zeus
ontbrak, ja zelfs daarmede spotte. Hermes
stortte daarom haar aan eene rivier gebouwd huis in den
vloed en veranderde haar zelve in eene schildpad, zoodat
ze voortaan haar huis op den rug met zich moest dragen.
chimaira (chimaera)
Een fabelachtig monster,
gesproten uit Typhon en Echidna, opgevoed door den Lykischen koning Amisodoros;
het had volgens Homeros een lichaam, waarvan het voorste
gedeelte geleek op eenen leeuw, het middelste op eene
geit en het achterste op eenen draak, terwijl het
ontzettende vlammen uit zijnen muil losbraakte. Volgens
Hesiodos had het drie koppen, namelijk die der genoemde
drie dieren. Dit afschuwelijk monster hield zich op in
eene rotsspleet van het gebergte Kragos en verwoestte de
velden van Lykië, toen Bellerophon derwaarts kwam en van Iobates den
gevaarlijken last kreeg, om het te dooden. Dit gelukte
hem met hulp van Athena. (Zie Bellerophon.) Volgens den
Romeinschen dichter Vergilius hield het later met andere
monsters zijn verblijf in de onderwereld.

The Chimaera's
Despair (ca. 1892) : schilderij van Alexandre Séon (1855
- 1917)
[afbeelding gevonden bij Artmagick]
chione
(1) Dochter van Boreas en Orithyia, de
moeder van Eumolpos, dien zij Poseidon baarde, maar uit schaamte in zee wierp.
(Zie Eumolpos.)
(2) Eene andere Chione werd door Artemis
gedood, omdat zij zich voor schooner dan deze godin
hield. Wegens hare buitengemeene schoonheid werd zij èn
door Apollo èn door Hermes bemind en baarde hun Philammon en
Autolykos.
chloris
(1) De gemalin van Zephyros, de
godin der bloemen, de Flora der Romeinen. -
(2) Eene der dochters van Niobe, die met haren broeder Amyklas
alleen overbleef, toen alle kinderen van Niobe door Apollo en Artemis
gedood werden; zij werd echter van schrik zoo bleek, dat
men den naam van Meliboia, dien zij vroeger gedragen had in
Chloris d. i. "de bleeke" veranderde. Eene
legende verhaalt, dat zij eens in den wedloop bij de
Olympische spelen den prijs heeft gewonnen.
choën
Zie Dionysos.
chrysaor
(1) De zoon van Poseidon en Medusa. Hij
ontstond te gelijk met Pegasos uit haar bloed, toen Perseus haar
het hoofd had afgeslagen. Bij Kallirrhoë
verwekte hij Geryon. (Zie aldaar.)
(2) Chrysaor is ook de bijnaam van verscheidene goden,
zooals van Zeus, Apollo, Artemis en Demeter en beduidt: "met een gouden
zwaard".
chryseïs
De dochter van Chryses,
eenen priester van Apollo Smintheus in de stad Chryse nabij Troje. Zij
heette eigenlijk Astynome. Op eenen strooptocht
werd zij door Achilleus buitgemaakt en bij de verdeeling van den
buit aan Agamemnon toegekend. Spoedig echter moest deze
haar aan haren vader teruggeven, toen Apollo het
Grieksche leger door eene pestziekte teisterde en als
voorwaarde van verzoening onder anderen de teruggave van
het meisje eischte. Zij werd de aanleiding tot den twist
tusschen Achilleus en Agamemnon, daar de laatste, toen
hij haar moest teruggeven, als vergoeding de aan
Achilleus toegewezen Briseïs (Zie aldaar.) uit diens tent liet
weghalen.
chryses
(1) De vader van Chryseïs.
Toen zijne dochter buit gemaakt was door Achilleus
kwam hij in de legerplaats der Grieken en smeekte allen,
doch het meest de beide zonen van Atreus, Agamemnon en
Menelaos om hem zijn kind voor eenen onmetelijken
losprijs terugtegeven. Agamemnon zond hem echter
smadelijk met harde woorden uit de legerplaats weg. Toen
bad hij tot Apollo, opdat deze hem zou wreken, en de god
verhoorde zijn gebed. -
(2) Denzelfden naam droeg ook de zoon van Agamemnon en
Chryseïs, dien zij voor eenen zoon van Apollo
uitgaf, daar zij zeide dat Agamemnon haar nooit als zijne
vrouw behandeld had. Deze Chryses hielp later zijnen
broeder Orestes, diens vriend Pylades en
zijne zuster Iphigeneia bij den moord van den koning Thoas.
chrysippos (chrysippus)
De zoon van Pelops en de
nymph Axioche of Danaïs, werd wegens
zijne schoonheid door Laios bij gelegenheid der Nemeïsche spelen
geroofd, doch door Pelops bevrijd. Op aanstoken zijner
stiefmoeder Hippodameia werd hij door Atreus en Thyestes
gedood. (Zie Pelops.)
chrysomallos (chrysomallus)
De door Poseidon
verwekte ram wiens gouden vacht de Argonauten
uit Kolchis haalden. (Zie Phrixos.)
chrysothemis
De dochter van Agamemnon en
de zuster van Elektra en Orestes.
chthonia
(1) De gemalin van Butes. (Zie
aldaar.)
(2) Eene dochter van Kolontas uit Argos, die Demeter toen
zij op hare zwerftochten tot hem kwam niet wilde opnemen.
Chthonia trachtte haren vader te vergeefs tot andere
gedachten te bewegen. Zij werd hierom, toen Kolontas met
zijn gansche huis tot straf in de vlammen omkwam,
gespaard en door de godin naar Hermione gebracht. Daar
stichtte zij ter eere van Demeter eenen tempel. De godin
zelve kreeg ook den naam van Chthonia, en zoo heette ook
het feest dat haar ter eere in den zomer werd gevierd.
chthonios (chthonius)
(1) Een bijnaam van
verschillende godheden, die met de aarde of de
onderwereld in nauwe betrekking stonden. Zoo werd Hades
dikwijls Zeus Chthonios genoemd. -
(2) Een van de Sparten, d. i. van de gewapende mannen, die uit
de door Kadmos gezaaide drakentanden te voorschijn
kwamen. Chthonios was een der vijf, die overbleef uit den
slag, dien zij tegen elkander leverden.
cilix
Zie Kilix.
cimmerii
Zie Kimmerioi.
cinxia
Een bijnaam van Iuno, omdat
onder hare bescherming - zij toch was de godin van den
echt - de bruidegom den knoop, waarmede de gordel zijner
jonge vrouw was toegebonden, losmaakte.
cinyras
Zie Kinyras.
circe
Zie Kirke.
|