A : aea - aequitasaeaZie Aia. aeacidenZie Aiakiden. aeacusZie Aiakos. aeaeaZie Aiaia. aêdonD. i. "de nachtegaal",
was de dochter van den kunstenaar Pandareos, en, volgens
de oudste mythe de gemalin van Zethos, den
koning van Thebe en de moeder van Itylos. De
gemalin van haren zwager Amphion, met name Niobe, mocht zich in een veel talrijker kroost
verheugen. Aedon werd door afgunst hierover bevangen en
vatte het plan op om den oudsten van Niobe's zonen te
vermoorden, maar doodde bij vergissing haar eigen zoon.
Op haar smeeken door Zeus in eenen nachtegaal veranderd, klaagt
zij over dit ongeluk nog steeds in de takken der boomen.
- aeetesZie Aietes. aege / aexZie Aige. aegaeZie Aigai. aegaeonZie Aigaion. aegeusZie Aigeus. aegialeZie Aigiale. aeginaZie Aigina. aegipan (aigipan)Zie Pan. aegisZie Aigis. aegisthusZie Aigisthos. aegleZie Aigle. aegletesZie Aigletes. aegobolusZie Aigobolos. aegoliusZie Aigolios. aegophagaZie Aigophaga. aegypiusZie Aigypios. aegyptusZie Aigyptos. aegyptiusZie Aigyptios. aeneadesAfstammeling van Aeneas; door de Romeinsche dichters somtijds als naam voor de Romeinen gebruikt. aeneas(De Grieksche naam is Aineias) De zoon van den Trojaanschen vorst Anchises en de godin Aphrodite, werd tot zijn vijfde jaar door de nymphen van het nabij Troje gelegen Idagebergte opgevoed en toen eerst aan zijnen vader overgegeven. Toen hij volwassen was, zag hij zich genoodzaakt om aan den Trojaanschen oorlog deel te nemen, want Achilleus overviel hem en dreef zijne kudden runderen weg. Hij streed dapper tegen de Grieken, zoodat hij voor den eersten strijder na Hektor gehouden werd. Uit dreigende gevaren werd hij door zijne moeder en door andere goden, wier gunsteling hij was, gered. Niettegenstaande de vermaning van koning Priamos om in den nacht, toen de stad ingenomen werd, met de beelden der goden te ontvluchten, stortte hij zich op nieuw in den strijd tegen de Grieken, en week niet, dan nadat de grijze Priamos gevallen was, en zijne moeder hem riep, om naar zijnen ouden vader terug te keeren. Hij vluchtte nu in de burgt; maar toen de stad overal in brand stond, het leger deels geslagen, deels gevlucht, en alle hoop vervlogen was, nam de held zijnen ouden zwakken vader op den rug, zijnen zoon Iulus of Ascanius aan de hand en verliet, de beelden der goden met zich voerende, en gevolgd door zijne gemalin Kreüsa, die hij evenwel in het gewoel verloor, de brandende stad. De verdere lotgevallen van
Aeneas worden ons door den Romeinschen dichter Vergilius
in zijne Aeneis geschilderd. Met twintig schepen zeilde
hij naar Thracië, alwaar hij begon de stad Ainos
te bouwen, doch door een wonder afgeschrikt, liet hij
deze onderneming varen. Om aan het orakel raad te vragen
begaf hij zich naar Delphoi; de verkeerde uitlegging der godspraak
voerde hem naar Kreta, van waar eene pest hem verdreef.
Toen trok hij naar het voorgebergte Aktion (Actium) op de
Westkust van Griekenland. Hier vierde hij luisterrijke
spelen ter eere van Apollo en trok vervolgens naar Epeiros, waar
hij den zoon van Priamos Helenos en Andromache, de weduwe van Hektor aantrof. Vandaar
voer hij naar Italië, doch landde eerst op Sicilië aan
de westzijde bij kaap Drepanum, alwaar Anchises stierf.
Een storm dreef hem daarop naar Afrika. Daar trof hij,
volgens Vergilius, die hierbij niet schroomt een grof
anachronisme (fout in de tijdrekening) te begaan, de
Phoenicische Dido aan, die juist bezig was met eenige
harer landgenooten op de Afrikaansche kust eene
volkplanting te stichten, en eene stad, het later zoo
beroemde Karthago, te bouwen; zij ontving hem met de
meeste gastvrijheid en ontbrandde zoozeer van liefde voor
hem, dat zij wenschte zijne gade te worden. Gedurende
eenigen tijd genoten beiden in volle mate het geluk der
innige liefde, die hen aan elkander verbond; maar weldra
zond Jupiter aan Aeneas door Mercurius
het bevel, om te vertrekken, daar het noodlot niet wilde,
dat hij in Karthago zou blijven, maar het hem beschoren
was in Italië een groot rijk te stichten, dat eenmaal de
wereld beheerschen zou. Terwijl nu de verlatene Dido haar
leven, uit wanhoop over het verlies van haren geliefde op
eenen brandstapel eindigde, na zich vooraf met het zwaard
van Aeneas de borst doorboord te hebben, zeilde deze met
zijne lotgenooten weg en werd door eenen storm wederom
naar Sicilië gevoerd, waar hij Akestes, een Trojaan, met
wien hij bevriend was, aantrof en met dezen lijkspelen
ter eere van zijnen vader vierde. De vrouwen zijner
reisgezellen, de lange scheepvaart moede en door Juno
aangezet, staken de schepen in brand, waarop hij besloot
de vrouwen en zwakken achter te alten. In dit besluit
versterkte hem de schim van Anchises, die hem verscheen
en hem vermaande om naar Italië te trekken. Hij betrad
het eerst de italiaansche kust bij Cumae, alwaar de
beroemde Sibylle woonde, die hem de toekomst voorspelde,
en hem den weg naar de onderwereld wees door het meer
Avernus. Daarop zeilde hij naar den mond van den Tiber,
alwaar hij door verschillende voorteekenen zag, dat hij
aan het einde zijner reizen gekomen was, en aan den
oostelijken oever, in het rijk van den koning Latinus, aan
land stapte, door wien hij hartelijk ontvangen werd. Lavinia, de
dochter diens konings, moest volgens een oud orakel eenen
vreemdeling huwen, maar was door hare moeder aan Turnus, den
koning der aan het rijk van Latinus grenzende Rutuliërs
tot vrouw beloofd. Turnus wilde zijne bruid, die Latinus
volgens het orakel aan Aeneas wilde schenken, met geweld
van wapenen heroveren, doch in den oorlog, dien hij met
Aeneas en Latinus voerde werd hij overwonnen en gedood en
Aeneas huwde Lavinia. Na den dood van Latinus volgde
Aeneas hem in de regeering op. Hij stichtte eene stad,
die hij ter eere zijner vrouw Lavinium noemde. Niet lang,
nadat hij alzoo de teugels van het bewind in handen
genomen had, werd hij wederom aangevallen door de
Rutuliërs, die nu hulp verkregen hadden van Mezentius,
den koning der Tyrrheniërs. In dien krijg verdween
Aeneas. Zijn lijk werd nergens gevonden. Sommigen zeiden,
dat hij in de rivier de Numicius verdwenen was, anderen,
dat hij door de smeekingen zijner moeder onder de goden
was opgenomen. Na zijne verdwijning werd hij vereerd als Iupiter
Indiges (inheemsche Iupiter). Zijn zoon Ascanius,
dien hij bij Kreüsa verwekt had volgde hem op in de
regeering over het rijk en zijne hoofdstad Alba longa. Na
diens dood werd Silvius, de zoon van Aeneas en Lavinia
koning. Zijne nazaten regeerden gedurende vele
menschengeslachten over Alba longa en tot zijne
afstammelingen behoorden Romulus en Remus, de stichters van Rome. Volgens sommigen
was Iulus niet een tweede naam van Ascanius, maar de naam
van een broeder van Silvius, die, toen deze de regeering
aanvaardde, het bestuur kreeg over alle zaken, die op den
godsdienst betrekking hadden. Van Iulus leidde het
Iulische geslacht (de gens Iulia), waartoe ook de
beroemde C. Iulius Caesar behoorde zijnen oorsprong af en
kende zich dus Venus (Aphrodite) als stammoeder toe. aeolusZie Aiolos. aequitasEene personificatie van het begrip billijkheid, die zich volgens de volksovertuiging der Romeinen bij de rechtsspraak naast het strenge recht moest doen gelden. In den lateren tijd der Romeinsche mythologie, toen vele personificatiën van abstracte begrippen in de godenwereld werden opgenomen, werd ook Aequitas tot eene godin gemaakt.
|