A : athena

athena

Eene der voornaamste godinnen uit de Grieksche godenwereld, eene godin des hemels, en wel van den helderen, klaren hemel, van de reine, zuivere bovenlucht (aether). Even rein als die lucht is ook zij zelve. Daarom bleef hare maagdelijkheid steeds ongerept. -
De lucht in Griekenland is merkwaardig door hare buitengewone reinheid, helderheid en doorzichtigheid; nergens heeft zij evenwel die eigenschappen in zulk eene mate als in het landschap Attika, waarin Athene gelegen is. Vandaar, dat dit land en die stad het lievelingsoord waren der godin en dat zij aan die stad door eenen onverbreekbaren band was verbonden, terwijl zij wederkeerig nergens grootscher en inniger vereering genoot. Maar dit sloot niet uit, dat haar eeredienst over geheel Griekenland was verspreid. Bijna ieder landschap kende haar in zijne geliefkoosde legenden eene voorname rol toe, Argos in die van
Perseus en Diomedes, Korinthe in die van Bellerophon. Vooral ook het landschap Boiotië onderscheidde zich door de groote vereering, die daar aan de godin ten deel viel. Aan het meer Kopaïs, met name in de stad Alalkomenai was haar eeredienst van de alleroudste tijden af in hoog aanzien. Ook op de kusten van klein-Azië, in het Trojaansche land en in Lydië werden vele van hare beroemdste tempels aangetroffen. Kortom overal, waar Grieken zich neêrgezet hadden, hetzij in Azië of in Libyë, in Italië of op Sicilië werd Athena vereerd als eene waardige, krijgshaftige en weldoende godin.
Wat haren naam betreft, zoo schijnt men een onderscheid te moeten maken tusschen Athena en
Pallas Athena, zooals zij zeer dikwijls bij de dichters Hesiodos en Homeros wordt genoemd. De naam Pallas schijnt oorspronkelijk als een praedicatief adjectief vóór Athena gevoegd te zijn en haar aangeduid te hebben als de lanszwaaiende godin, eene symbolische voorstelling van hare macht over den bliksem.
Ook de mythen, die betrekking hebben op den oorsprong van Athena duiden haar aan als eene godin, die eene geweldige macht bezit over alle verschijnselen des hemels, maar tevens als eene liefelijke godin, die alom zegen verspreidt door de akkers vruchtbaar te maken, het geslacht der menschen te vermeerderen en optevoeden, en dat alles zonder iets prijs te geven van hare geheel eenige reinheid. -
Omtrent de afkomst der godin waren verschillende mythen in omloop. Een oude bijnaam van Athena was
Tritogeneia. Deze naam duidt haar aan als eene godin, ontstaan uit het water, en dit is vrij natuurlijk, daar volgens Homeros alle dingen en alle goden hunnen oorsprong aan het water hebben te danken. De watermassa, die Triton genoemd werd kwam in de ééne mythe voor als een meer, in de andere als een rivier. Nu eens dacht men zich de plaats daarvan in Boiotië, dan weêr in Thessalië, ja zelfs werd door de meesten naar Afrika, naar Libyë de plaats verlegd, waar Athena uit de baren zou zijn opgerezen. Deze voorstelling had hierin haren grondslag, dat uit en door het uit de diepte opbruisende water de lucht, de hemel en al de schitterende verschijnselen, die zich aan de hemel voordoen, ontstaan zijn, en zij had tengevolge dat Athena het meest of althans zeer dikwijls vereerd werd aan de boorden van meren, of aan de oevers van rivieren. Vooral was dit het geval in Boiotië, b. v. in de reeds genoemde stad Alalkomenai. Ook in het door bergen geheel van het overige Griekenland afgesloten Arkadië en in Lydië was deze Athena Tritogeneia, de uit de wateren ontsprotene, eene godin, die in het hoogste aanzien stond.
Eene geheel andere mythe omtrent hare geboorte heeft deze eerste geheel op den achtergrond geschoven. Reeds de Ilias van Homeros kent Athena als de liefste dochter van
Zeus. Zij is diegene van zijne kinderen, die zijn grootste vertrouwen geniet; alle moeilijkheden, die Zeus te overwinnen heeft, worden door hare daden overwonnen. Zeus spreekt tot haar als tot zich zelven. Zij beiden zijn één. Obrimopatrê heet ze daarom, "de dochter van eenen sterken vader." Die innige verhouding tusschen Athena en Zeus wordt symbolisch uitgedrukt door het meest bekende verhaal, dat omtrent hare geboorte onder de Grieken in omloop was, dat ze namelijk uit haren vader zou geboren zijn. Zeus had, zoo luidt deze sage, zijne eerste gemalin Metis (d. i. "de schranderheid") verslonden, omdat hij vreesde, dat zij hem eenen zoon zou baren, die hem de wereldheerschappij, welke hij zich met zooveel moeite verworven had, weêr zou ontrukken. Ten gevolge van die daad bracht hij na eenigen tijd Athena of Pallas Athena ter wereld, die volwassen en gewapend uit zijn hoofd te voorschijn trad. Toen het oogenblik gekomen was, waarop zij het levenslicht zou aanschouwen, moest Hephaistos, of volgens eene andere mythe Prometheus, het hoofd van Zeus vanéénsplijten, en nu sprong zij daaruit met opgeheven lans onder het aanheffen van een krijgslied te voorschijn. Eene geweldige omwenteling in de natuur, eene hevige aardbeving en een even heftig opbruischen der zee gingen met de geboorte van Pallas Athena, die ook de geweldige godin des oorlogs zou zijn, gepaard. -
De eerste der hiernevensgaande afbeeldingen stelt deze geboorte van Athena voor. [N.B.
De afbeelding hieronder is een andere dan die Kroon heeft afgedrukt; Kox.]

De geboorte van Athena

In volle wapenrusting trad Athena uit het hoofd van Zeus te voorschijn. Van nature is zij dus bestemd tot godin des oorlogs; maar zij is niet gelijk aan den woesten Ares. Zij beschermt den staat, die in oorlog gewikkeld is, wanneer die oorlog dienen moet tot rechtmatige afweering van den aanval van vreemden, of ook, wanneer hij ter wille van hoogere belangen ondernomen is en eene bekwame en verstandige leiding van den krijg den staat voordeel kan aanbrengen. Legt zij hare wapenen af, dan is er vrede op aarde. Dat duidt de mythe aan door te verhalen, dat, zoodra zij, uit het hoofd haars vaders getreden, de opgeheven lans naar de aarde had gebogen, de lucht opklaarde. Op het eiland Rhodos wist men te spreken van een' gouden regen, dien Zeus bij hare geboorte over het eiland had uitgestort, hetgeen natuurlijk eene zinnebeeldige uitdrukking is voor het neêrdalen van het zuivere licht van den aether op de aarde.
Dezelfde zinnebeeldige voorstelling, welke ten grondslag ligt aan deze verhalen omtrent de geboorte van Athena, treft men ook aan in hare voornaamste attributen en symbolen, de
Aigis en het Gorgoneion; de Aigis, het schild, of het pantser, of de mantel, die Zeus en Athena gezamenlijk bezitten, het Gorgoneion, het in het midden daarvan geplaatste hoofd der Gorgo Medusa, beide voorstellingen van de dichte wolk, die den donder en den bliksem in zich bevat, en dus tevens van de duisternis, waaruit het licht geboren wordt. Hoewel het hoofd van Gorgo zijne plaats verkreeg op de Aigis, die aan Zeus toebehoorde, was het toch door Perseus aan Athena geschonken en het was dan ook een der attributen, zonder welke de godin nooit werd gedacht of voorgesteld. Vooral geldt dit van de voorstelling der godin te Athene, en in de eerste plaats op de Akropolis, de burgt der stad, die allengs geheel aan den dienst dezer godin werd gewijd. Aan den zuidelijken muur der Akropolis zag men een groot, verguld Medusahoofd op eene Aigis, dat diende om de verschrikking aanteduiden, waarmede Athena als Promachos, als schutsgodin harer lievelingsstad de vijanden van hare muren zou verdrijven.
Een bijnaam, die door de dichters zeer dikwijls aan Athena gegeven werd, glaukopis, d. i. "de godin met schitterende oogen" en de uil, die deze eigenschap met haar deelt, en steeds als haar trouwe begeleider wordt voorgesteld, hebben ook betrekking op de lichtgevende godin van den reinen, helderen aether.
Het nauw verband, waarin zij tot dien aether staat, blijkt ook uit de symbolische plechtigheden bij verschillende harer feesten. Nergens werden die feesten in grooter getale en met meer luister gevierd dan in Attika, met name te Athene. Op de akropolis had zij twee tempels, genaamd het Erechtheion, en het Parthenon. Van beide zijn nog aanzienlijke overblijfselen tot op onzen tijd bewaard gebleven. In het Erechtheion bewaarde men het oudste houten beeld van Athena, dat heette uit den hemel gevallen te zijn, en de gedenkteekenen van haren strijd met
Poseidon om het bezit van het landschap Attika. Het Parthenon was, zooals zijn naam aanduidde, de tempel der "maagdelijke godin." Daar was haar beroemdste beeld, door Pheidias (+ 431 v. Chr.) vervaardigd, daar waren de heerlijkste beeldhouwwerken, alle den lof der godin verkondigende, daar werden de staatsgelden en de staatsarchieven bewaard. -

Reconstructie van Phidias' standbeeld van Athena

Een van de oudste sagen, die de Atheners omtrent hunne godin wisten te verhalen, betrof de liefde, welke Hephaistos voor haar had opgevat. Ofschoon de godin de aanzoeken van den god afwees, ontstond toch uit de vurige begeerte van den god om haar te bezitten een wezen, half slang en half mensch, Erechtheus of Erichthonios genaamd. De kiem, die eenmaal aan dit wezen het aanzijn schenken zou, was, zoo luidde het verhaal, door Athena in eene vlok wol gehuld en op de aarde nedergeworpen. Het is duidelijk, dat we hier met eene zinnebeeldige voorstelling van een zeer gewoon natuurverschijnsel te doen hebben. Uit den heeten bodem der aarde, hier zinnebeeldig door Hephaistos voorgesteld stijgen onreine dampen tot den reinen aether op. Deze wordt daardoor niet bezoedeld, maar zij blijven in een wollige wolk gehuld daar beneden hangen tot ze als bevruchtende regen weêr op aarde nederdalen. Zie verder onder Erechtheus.
Het spreekt van zelf, dat Athena als godin der natuur eenen grooten invloed uitoefende op den landbouw, op het gedijën van het zaad, en daarom in den loop des jaars op verschillende wijzen werd aangeroepen en met verschillende feesten geëerd. In den zaaitijd werd wel voornamelijk
Demeter gehuldigd, maar van de drie heilige ploegen, waarmede het teeken gegeven werd, dat de zaaitijd was aangebroken, waren er twee aan Athena gewijd. (Zie Buzyges.) Ook bij het ontkiemen der vruchten wendde men zich tot Athena om verderen zegen. Voorts werd door eene gansche reeks van plechtigheden en gebruiken, meest alle van somberen aard, door reinigingen en verzoeningen de hulp der godheden van den aether afgesmeekt tegen de verzengende hitte van de zonnestralen in den zomertijd. Hiertoe behoorden de Plynteriën en Kallynteriën, welke in de maand Thargelion (Mei) werden gevierd. Dan werd de peplos, het schoon bewerkte kleed, van het oude beeld der godin afgenomen en het beeld zelf gewasschen, eene plechtigheid, waarmede niet alleen op reiniging gedoeld werd, maar ook op de in dien tijd voor de zaadvelden zoo noodige vochtigheid. In Juli vierde men de Skirophoriën. Dan werd het beeld van Athena met gips, met kalkaarde bestreken. Nog ten huidigen dagen is het fijne stof daarvan, als de heete zomertijd is aangebroken eene plaag voor het landschap Attika. Dan werd een groote optocht gehouden, waarbij de priesters en priesteressen groote zonneschermen droegen, om de gloeiende zonnehitte te keeren. Ook op dit feest zocht men dus bij Athena bescherming tegen de kwade gevolgen der verschroeiende stralen van de zon. Eveneens stond het feest der Ersephoriën of Arrephoriën (Zie aldaar.) met Athena als godin der natuur in verband, en dit kan ook gezegd worden van het grootste feest, dat ter eere der godin in Athene gevierd werd ten tijde van den oogst, van de Panathenaiën. Bij dit feest, dat in pracht door geen der andere ook maar in de verste verte geëvenaard werd, trad langzamerhand de ethische beteekenis van Athena op den voorgrond. Toch bleven ook daarbij de gaven, die zij als godin der natuur geschonken had in gedachtenis, vooral het geschenk van den olijfboom. Oude mannen en vrouwen droegen bij den plechtigen optocht, die ter gelegenheid van de Panathenaiën gehouden werd, olijftakken in de handen en degenen, die in den wedstrijd op dit feest hadden gezegevierd, werden met olijftakken van den heiligen boom bekranst en kregen tot belooning kruiken met olie, van dien boom gewonnen. Zie Panathenaiën. Eindelijk werd ten tijde van den wijnoogst bij de Oschophoriën naast de godheden, wien de wijnbouw meer in het bijzonder ter harte ging, ook Athena dankbaar herdacht als de godin, die aan het gansche landschap zegen en vruchtbaarheid schonk.
Letten we nu op de beteekenis van Athena als ethische godin, gaan we hare betrekkingen na tot het leven en werken der menschen, dan hebben we haar vooreerst te beschouwen als eene godin der oorlogs. Het zijn voornamelijk de oudere hymnen en sagen, die dezen trek van haar wezen op den voorgrond stellen. Als Athena Promachos, d. i. als de godin, die ook in den strijd de stad zou beschermen en verdedigen, werd zij op de burgt van Athene vereerd. In Boiotië, in Makedonië was het vooral de godin des oorlogs, aan wie men hulde bracht. Dikwijls wordt zij dan ook naast Ares genoemd. De grootste helden der oudheid staan onder hare voortdurende bescherming. Perseus en Bellerophon, de aitolische
Tydeus, de uit den stam der Minyërs gesproten Iason en de nationale heros van gansch Griekenland, Herakles, allen mochten ze zich in haren steun en hare bescherming verheugen. In den Trojaanschen oorlog stond zij Achilleus, Diomedes en Odysseus trouw ter zijde. -
Met de helden beklimt zij soms den strijdwagen, met hare lans velt zij alles, wat haar in den weg treedt, zelfs doet zij die goden wijken, die voor haar in kracht moeten onderdoen. Haar moed blijft haar altijd bij, maar niet minder hare tegenwoordigheid van geest; zelfs in het uiterste gevaar blijft zij kalm en onverschrokken. En is de strijd geëindigd en het gevaar geweken, dan verkwikt en sterkt en beloont zij de helden, die zij liefheeft en die zich harer waardig hebben gedragen. -
Tusschen haar en Ares, den god van den woesten strijd, is een groot onderscheid. Haar is het niet te doen om te strijden; zij stormt niet als eene zinnelooze los op het wildste slaggewoel; kalmte, overleg, vastberadenheid schenken haar de overwinning, wanneer zij ten oorlog trekt ter verdediging van heilige rechten of ter bereiking van een edel doel. Geheel tegenover staat in dit opzicht
Aphrodite. Athena is de krachtige sterke godin, Aphrodite de krachtelooze, die de kunst des oorlogs niet verstaat. Deze Athena brengt steeds de overwinning met zich mede. Zij is daarom bijna identisch met Nike, de godin der overwinning. (Zie aldaar.)
Ook naast Poseidon wordt zij vereerd, omdat zij even als deze eene godheid is, die behagen schept in hen, die zich aan de zeevaart wijden en in hen, die de onstuimige kracht van het paard weten te temmen en aan zich dienstbaar te maken. Als
Hippia, de godin der paarden en ruiters werd zij op eenen heuvel van het in de onmiddelijke nabijheid van Athene gelegen vlek Kolonos vereerd; op de zuidpunt van Attika, het voorgebergte Sunion, bracht men haar hulde als de beschermgodin van hen, die de zee bevaren. In Athene had zij aan Erichthonios geleerd de paarden voor den wagen te spannen; te Korinthe verhaalde men, hoe zij het geweest was, die aan Bellerophon had getoond, hoe hij het gevleugelde paard Pegasos temmen moest. Op verschillende plaatsen roemde men haar en Poseidon als de godheden, die de paardenteelt onder hunne hoede nemen en den mensch leeren zich het paard dienstbaar te maken. Als beschermster der zeevarenden deed zij zich kennen, toen zij voor Danaos het schip met vijftig roeiriemen bouwde, waarmede hij uit Egypte naar Griekenland vluchtte. Eveneens, toen zij de Argo bouwde of hielp bouwen, het schip waarmede Iason en de zijnen uittrokken om het gulden vlies uit Kolchis te halen. Ook het houten paard voor Troje, dat door of op raad van Athena gebouwd werd en het middel werd, waardoor de Grieken eindelijk de stad binnendrongen, heeft betrekking op deze zijde van het wezen der godin. Natuurlijk stonden alle deze voorstellingen onmiddelijk in verband met de wolken, die zich aan den aether vertoonen en die zoo dikwijls met snelle paarden of vlugge schepen worden vergeleken.
Groote eer genoot Athena ook als eene godin van de werken en de kunsten des vredes, waardoor zij hen, die haar huldigden en vooral haar lievelingsland gelukkig maakte. Dit deed ze vooreerst door de zorg voor het lichamelijk welzijn der inwoners. Vooral in de sage van Erichthonios wordt gedoeld op den dubbelen zegen, dien zij aan Attika schonk door het gedijën der vruchten en het heerlijk opgroeien der jongelingschap. Zij is dus de beschermster der jongelingen. Ja meer dan dat. Een bezoek door hare priesteres gebracht werd gerekend den echt te bevorderen. Jonggeborene kinderen hing men slangen om, uit goud vervaardigd, ter gedachtenis aan de wonderbare geschiedenis van Erichthonios. Zij had dezen van
Gaia (de Aarde), zijne moeder, tot zich genomen om hem te verzorgen en te verplegen. Zoo blijft zij ook voor de kinderen zorg dragen. Op Delos wist men te verhalen, hoe zij Leto had bijgestaan, toen deze Apollo en Artemis ter wereld bracht. -
Maar als godin van den helderen hemel en van de zuivere, gezonde lucht werd zij ook vereerd als Athena
Hygieia, de gezondheid aanbrengende godin. Ziekten werden door haar afgeweerd. Zij zorgde voor de instandhouding en vermeerdering van het menschelijk geslacht. En terwijl aldus het huisgezin, de familie, onder hare hoede stond, werd zij natuurlijk daardoor ook de godin, die de grootere vereeniging der menschen, den staat, welke het huisgezin tot grondslag heeft, beschermt en bewaakt. Polias heette ze in die hoedanigheid, niet alleen in Athene, maar ook op verscheidene andere plaatsen van Griekenland. Bij haar zwoeren de leden van den raad in Athene hunnen eed, als een goede geest was zij in de volksvergaderingen tegenwoordig. De aloude rechtbank van den Areiopagos was door haar toedoen gesticht en door die stichting had zij de Erinnyën, die vroeger godinnen der wraak waren geweest, weten te verzoenen en haar gemaakt tot Eumeniden, tot welgezinde godheden, die zegen en voorspoed over het land wilden verspreiden. Ook daar, waar Grieksche stammen zich door een verbond nauwer aanéénsloten was het Athena, die aan het hoofd van zulk een verbond stond en het overal met raad en daad steunde en beschermde.
Verder schreef men aan Athena toe de invoering van sommige bepaalde takken van cultuur en van sommige kunsten. Hier moet in de eerste plaats gewag gemaakt worden van den teelt van den olijfboom. Aan den verbouw daarvan knoopt zich de sage vast van den strijd, dien Athena met Poseidon om het bezit van Attika heeft te voeren gehad. Toen zij over dat bezit in twist geraakten, bepaalde Zeus, dat het landschap aan dengene van hen zou worden toegewezen, die het met het nuttigste geschenk begiftigen zou. Poseidon schiep daarop òf het paard, òf door met zijnen drietand tegen de aarde te slaan eene bron van zout water, Athena daarentegen den olijfboom. De goden wezen den prijs aan Athena toe en sinds dien tijd was de olijfboom haar boven alle andere boomen geheiligd. De boom, welken zij had doen ontstaan, stond in de onmiddelijke nabijheid van het Erechtheion en had eene levenskracht, die niet vernietigd kon worden.

Toen de Perzen na de inneming der stad onder Xerxes den tempel en ook den boom verbrandden, ontsproten terstond weêr nieuwe loten uit den bodem. Ook op andere plaatsen in Attika trof men bepaalde aan de godin gewijde olijfboomen aan, zoo stonden er b. v. in de Akademie, een op korten afstand van Athena gelegen tuin, twaalf olijfboomen, die òf ook rechtstreeks aan Athena haar bestaan te danken hadden, òf voor loten van den olijfboom op de Akropolis werden gehouden. Ook buiten Attika was overal deze boom aan Athena geheiligd. -
Wegens de verschillende kunsten, wier invoering aan haar werd toegeschreven, gaf men haar den bijnaam van Erganê, d. i. "in alle kunsten" - men had hier voornamelijk het weven en spinnen op het oog - "wel ervaren." Bij Homeros wordt menigmaal van de kunstige werken van Athena gewag gemaakt, van sierlijke kleederen, die zij òf voor zich zelve, òf voor de helden, die zij beschermde, vervaardigd had. In Klein-Azië ontstond daaruit de sage van haren wedstrijd met
Arachne, (Zie aldaar.) die zich met de godin in kunstvaardigheid had willen meten en tot straf daarvoor in eene spin veranderd was. -
Van hier ook, dat het grootste geschenk, hetwelk haar jaarlijks door de Atheners gebracht werd, in een prachtig bewerkt kleed (peplos) bestond. (Zie Panathenaiën.) Ook de Trojaansche vrouwen - de dienst van de Trojaansche Athena had trouwens zeer veel overeenkomst met die der Grieksche - brachten om de godin te verzoenen haar het schoonste van hare kleederen ten offer. -
Doch niet alleen spinnen en weven leerde zij aan de menschen, zij schonk hun ook de hark en den ploeg en leerde hen den stier te gebruiken bij den akkerbouw; alle kunstige arbeid, vooral die, welke besteed werd aan het vervaardigen van vrouwelijke sieraden vond haren oorsprong in Athena; ja ook de timmerman, de goudsmid, de wagenmaker, de pottenbakker en de scheepstimmerman konden hare hulp niet ontberen. De Romeinsche dichter Ovidius voegt hier nog bij den volder, den verwer, den schoenmaker om aanteduiden, dat alle kunstenaars en alle handwerkslieden van haar hulp en steun moesten ontvangen.
Voorts werden haar uitvindingen toegeschreven op het gebied van de muzyk en den dans. Zij had het eerst de fluit bespeeld en Lydië en Boiotië wedijverden om de eer van het eerst de toonen daarvan gehoord te hebben. Eene legende, die wellicht aan dien wedijver haar ontstaan te danken had, verhaalde dat Athena het fluitspel had laten varen, toen ze in het water eener beek gezien had, dat het opblazen harer wangen haar gelaat mismaakte. De door haar weggeworpen fluit werd gevonden en meêgenomen door den Sileen
Marsyas. Toen hij haar begon te bespelen, werd hij echter door Athena bestraft. -
Ook de krijgstrompet was door haar uitgevonden. Eveneens een krijgsdans, de pyrrhiche, dien zij zelve het eerst gedanst had ter viering van de overwinning op de
Giganten behaald en die daarom ter harer eere bij de Panathenaiën telken jare werd opgevoerd.
Eindelijk is zij, de godin van den reinen, helderen aether, ook de godin van de helderheid van geest, van het bedaard en kalm overleg. Daarom is zij juist de beschermgodin van den bedachtzamen en vindingrijken Odysseus, daarom komt zij in den strijd tusschen Achilleus en
Agamemnon den eerste tot kalmte en bedaardheid vermanen, daarom is zij de godin geworden der wijsgeeren en van alle beoefenaars der wetenschap. Die trek in haar wezen trad vooral in Athene op den voorgrond. Dit laat zich verklaren door de groote zuiverheid en helderheid van de lucht van Attika, die ook op de vermogens van den geest gunstig terugwerkte. Het was deze eigenschap ook, die Athena door de innigste banden aan haren vader Zeus verbond. Zij is als het ware de personificatie van de schranderheid van Zeus. Dit belet evenwel niet, dat zij somtijds aan listige plannen, die tegen haren vader gesmeed worden, deelneemt. (Zie Zeus.)
Onder Aphrodite is reeds de reden vermeld, waarom Athena in den Trojaanschen oorlog partij koos tegen de Trojanen. Zij kon het aan
Paris niet vergeven, dat hij den appel, die voor "de schoonste" bestemd was, niet aan haar had toegewezen. Niet alleen Paris, maar ook al zijne landgenooten, hadden dientengevolge voortdurend van haren haat en hare vervolgingen te lijden. -
In hoeverre de dienst der Egyptische godin Neith of Phoenicische invloeden op de oorspronkelijke vorming en ontwikkeling van de voorstellingen der Grieken omtrent Pallas Athena invloed hebben uitgeoefend, valt moeilijk te bepalen. Zeker is het, dat de figuur van Athena, zooals zij ons in de gedichten van Homeros geschilderd wordt, een echt, eigenaardig Grieksch karakter bezit en dat daarin geene sporen van vreemden invloed te herkennen zijn. -
Wat nu de afbeeldingen der godin betreft, deze waren natuurlijk in alle streken, die door Grieken werden bewoond, zeer talrijk. Van de oudere beelden, wier houding nog niet de losheid en natuurlijkheid der latere Grieksche kunstwerken bezat, stelden sommige de godin zittende voor, als de godin des vredes, meestal met een spinnewiel aan hare zijde. Andere beelden toonden haar met opgeheven lans en uitgestrekt schild als godin des oorlogs. Zulke beelden noemde men gewoonlijk Palladiën. Van het voortdurend bezit daarvan hing het heil en het behoud van den staat af. Zulk een
Palladion werd aan de Trojanen door Odysseus met behulp van Diomedes ontvreemd.

Diomedes gaat er van door met het Palladion

Athene, Argos, de meeste steden van beneden-Italië, ja zelfs Rome roemden op het bezit van zulk een Palladion. Die beelden waren, naar men zeide, uit den hemel gevallen en omtrent het vinden daarvan en de zonderlinge lotgevallen en omzwervingen van sommige hunner was een groot aantal sagen in omloop. -
Tot die oudere beelden kan men ook het Athenabeeld rekenen, dat bij den tempel der godin op het eiland Aigina in het jaar 1811 gevonden werd en thans in de glyptotheek te München wordt bewaard. -
Hoe goed het beeld van Athena aan alle Grieken, althans aan alle Atheners, bekend was, blijkt uit het verhaal, dat Peisistratos, uit Athene verdreven, zich in de stad liet terugvoeren op eenen wagen, gezeten naast eene vrouw, die met al de attributen der godin Athena was getooid en dat de Atheners hem opnamen, meenende, dat hunne godin zelve hem had teruggebracht.
De latere, schoonere beelden van Athena droegen alle het type, dat aangenomen werd door den grooten beeldhouwer Pheidias. Drie beelden van Athena door dezen beeldhouwer vervaardigd trokken in de oudheid vooral de aandacht, vooreerst het beeld in het Parthenon uit goud en ivoor samengesteld, ten tweede het reusachtige en toch schoone bronzen beeld van Athena Promachos op de akropolis, dat vervaardigd was uit den buit bij Marathon behaald en eindelijk een bronzen beeld, dat door Atheensche kolonisten op het eiland Lemnos was opgericht en daarom de Lemnische Athena genoemd werd. De bevalligheid van dit beeld was zoo groot, dat men daar de godin "de schoone" pleegde te noemen. Het stelde Athena voor als de kunstvaardige godin des vredes. Geen helm dekte haar het hoofd, doch de maagdelijke schroom op haar gelaat uitgedrukt was het schoonste sieraad, dat de beeldhouwer aan haar hoofd geven kon.

Ook de bustes, beelden en afbeeldingen van de latere Grieksche kunst laten zich in twee hoofdgroepen verdeelen, waarvan de ééne de godin als eene godin des oorlogs voorstelt, de andere haar de attributen geeft, die aan Athena Erganê passen.
De laatste der in den tekst van dit artikel gevoegde afbeeldingen stelt het oordeel van Paris voor. [
niet afgebeeld; Kox]