A : athena
athena
Eene der voornaamste godinnen
uit de Grieksche godenwereld, eene godin des hemels, en
wel van den helderen, klaren hemel, van de reine, zuivere
bovenlucht (aether). Even rein als die lucht is ook zij
zelve. Daarom bleef hare maagdelijkheid steeds ongerept.
-
De lucht in Griekenland is merkwaardig door hare
buitengewone reinheid, helderheid en doorzichtigheid;
nergens heeft zij evenwel die eigenschappen in zulk eene
mate als in het landschap Attika, waarin Athene
gelegen is. Vandaar, dat dit land en die stad het
lievelingsoord waren der godin en dat zij aan die stad
door eenen onverbreekbaren band was verbonden, terwijl
zij wederkeerig nergens grootscher en inniger vereering
genoot. Maar dit sloot niet uit, dat haar eeredienst over
geheel Griekenland was verspreid. Bijna ieder landschap
kende haar in zijne geliefkoosde legenden eene voorname
rol toe, Argos in die van Perseus en Diomedes, Korinthe in die van Bellerophon.
Vooral ook het landschap Boiotië onderscheidde zich door
de groote vereering, die daar aan de godin ten deel viel.
Aan het meer Kopaïs, met name in de stad Alalkomenai
was haar eeredienst van de alleroudste tijden af in hoog
aanzien. Ook op de kusten van klein-Azië, in het
Trojaansche land en in Lydië werden vele van hare
beroemdste tempels aangetroffen. Kortom overal, waar
Grieken zich neêrgezet hadden, hetzij in Azië of in
Libyë, in Italië of op Sicilië werd Athena vereerd als
eene waardige, krijgshaftige en weldoende godin.
Wat haren naam betreft, zoo schijnt men een onderscheid
te moeten maken tusschen Athena en Pallas
Athena, zooals zij zeer dikwijls bij de dichters Hesiodos
en Homeros wordt genoemd. De naam Pallas schijnt
oorspronkelijk als een praedicatief adjectief vóór
Athena gevoegd te zijn en haar aangeduid te hebben als de
lanszwaaiende godin, eene symbolische voorstelling van
hare macht over den bliksem.
Ook de mythen, die betrekking hebben op den oorsprong van
Athena duiden haar aan als eene godin, die eene geweldige
macht bezit over alle verschijnselen des hemels, maar
tevens als eene liefelijke godin, die alom zegen
verspreidt door de akkers vruchtbaar te maken, het
geslacht der menschen te vermeerderen en optevoeden, en
dat alles zonder iets prijs te geven van hare geheel
eenige reinheid. -
Omtrent de afkomst der godin waren verschillende mythen
in omloop. Een oude bijnaam van Athena was Tritogeneia.
Deze naam duidt haar aan als eene godin, ontstaan uit het
water, en dit is vrij natuurlijk, daar volgens Homeros
alle dingen en alle goden hunnen oorsprong aan het water
hebben te danken. De watermassa, die Triton
genoemd werd kwam in de ééne mythe voor als een meer,
in de andere als een rivier. Nu eens dacht men zich de
plaats daarvan in Boiotië, dan weêr in Thessalië, ja
zelfs werd door de meesten naar Afrika, naar Libyë de
plaats verlegd, waar Athena uit de baren zou zijn
opgerezen. Deze voorstelling had hierin haren grondslag,
dat uit en door het uit de diepte opbruisende water de
lucht, de hemel en al de schitterende verschijnselen, die
zich aan de hemel voordoen, ontstaan zijn, en zij had
tengevolge dat Athena het meest of althans zeer dikwijls
vereerd werd aan de boorden van meren, of aan de oevers
van rivieren. Vooral was dit het geval in Boiotië, b. v.
in de reeds genoemde stad Alalkomenai. Ook in het door
bergen geheel van het overige Griekenland afgesloten
Arkadië en in Lydië was deze Athena Tritogeneia, de uit
de wateren ontsprotene, eene godin, die in het hoogste
aanzien stond.
Eene geheel andere mythe omtrent hare geboorte heeft deze
eerste geheel op den achtergrond geschoven. Reeds de
Ilias van Homeros kent Athena als de liefste dochter van Zeus. Zij is
diegene van zijne kinderen, die zijn grootste vertrouwen
geniet; alle moeilijkheden, die Zeus te overwinnen heeft,
worden door hare daden overwonnen. Zeus spreekt tot haar
als tot zich zelven. Zij beiden zijn één. Obrimopatrê
heet ze daarom, "de dochter van eenen sterken
vader." Die innige verhouding tusschen Athena en
Zeus wordt symbolisch uitgedrukt door het meest bekende
verhaal, dat omtrent hare geboorte onder de Grieken in
omloop was, dat ze namelijk uit haren vader zou
geboren zijn. Zeus had, zoo luidt deze sage, zijne eerste
gemalin Metis (d. i. "de schranderheid")
verslonden, omdat hij vreesde, dat zij hem eenen zoon zou
baren, die hem de wereldheerschappij, welke hij zich met
zooveel moeite verworven had, weêr zou ontrukken. Ten
gevolge van die daad bracht hij na eenigen tijd Athena of
Pallas Athena ter wereld, die volwassen en gewapend uit
zijn hoofd te voorschijn trad. Toen het oogenblik gekomen
was, waarop zij het levenslicht zou aanschouwen, moest Hephaistos,
of volgens eene andere mythe Prometheus, het hoofd van Zeus vanéénsplijten, en
nu sprong zij daaruit met opgeheven lans onder het
aanheffen van een krijgslied te voorschijn. Eene
geweldige omwenteling in de natuur, eene hevige
aardbeving en een even heftig opbruischen der zee gingen
met de geboorte van Pallas Athena, die ook de geweldige
godin des oorlogs zou zijn, gepaard. -
De eerste der hiernevensgaande afbeeldingen stelt deze
geboorte van Athena voor. [N.B. De afbeelding hieronder is een andere dan
die Kroon heeft afgedrukt; Kox.]
De geboorte van
Athena
In volle wapenrusting
trad Athena uit het hoofd van Zeus te voorschijn. Van
nature is zij dus bestemd tot godin des oorlogs; maar zij
is niet gelijk aan den woesten Ares. Zij
beschermt den staat, die in oorlog gewikkeld is, wanneer
die oorlog dienen moet tot rechtmatige afweering van den
aanval van vreemden, of ook, wanneer hij ter wille van
hoogere belangen ondernomen is en eene bekwame en
verstandige leiding van den krijg den staat voordeel kan
aanbrengen. Legt zij hare wapenen af, dan is er vrede op
aarde. Dat duidt de mythe aan door te verhalen, dat,
zoodra zij, uit het hoofd haars vaders getreden, de
opgeheven lans naar de aarde had gebogen, de lucht
opklaarde. Op het eiland Rhodos wist men te spreken van
een' gouden regen, dien Zeus bij hare geboorte over het
eiland had uitgestort, hetgeen natuurlijk eene
zinnebeeldige uitdrukking is voor het neêrdalen van het
zuivere licht van den aether op de aarde.
Dezelfde zinnebeeldige voorstelling, welke ten grondslag
ligt aan deze verhalen omtrent de geboorte van Athena,
treft men ook aan in hare voornaamste attributen en
symbolen, de Aigis en het Gorgoneion; de Aigis,
het schild, of het pantser, of de mantel, die Zeus en
Athena gezamenlijk bezitten, het Gorgoneion, het in het
midden daarvan geplaatste hoofd der Gorgo Medusa,
beide voorstellingen van de dichte wolk, die den donder
en den bliksem in zich bevat, en dus tevens van de
duisternis, waaruit het licht geboren wordt. Hoewel het
hoofd van Gorgo zijne plaats verkreeg op de Aigis, die
aan Zeus toebehoorde, was het toch door Perseus aan
Athena geschonken en het was dan ook een der attributen,
zonder welke de godin nooit werd gedacht of voorgesteld.
Vooral geldt dit van de voorstelling der godin te Athene,
en in de eerste plaats op de Akropolis, de burgt
der stad, die allengs geheel aan den dienst dezer godin
werd gewijd. Aan den zuidelijken muur der Akropolis zag
men een groot, verguld Medusahoofd op eene Aigis, dat
diende om de verschrikking aanteduiden, waarmede Athena
als Promachos, als schutsgodin harer lievelingsstad de
vijanden van hare muren zou verdrijven.
Een bijnaam, die door de dichters zeer dikwijls aan
Athena gegeven werd, glaukopis, d. i. "de
godin met schitterende oogen" en de uil, die deze
eigenschap met haar deelt, en steeds als haar trouwe
begeleider wordt voorgesteld, hebben ook betrekking op de
lichtgevende godin van den reinen, helderen aether.
Het nauw verband, waarin zij tot dien aether staat,
blijkt ook uit de symbolische plechtigheden bij
verschillende harer feesten. Nergens werden die
feesten in grooter getale en met meer luister gevierd dan
in Attika, met name te Athene. Op de akropolis had zij
twee tempels, genaamd het Erechtheion, en het Parthenon.
Van beide zijn nog aanzienlijke overblijfselen tot op
onzen tijd bewaard gebleven. In het Erechtheion bewaarde
men het oudste houten beeld van Athena, dat heette uit
den hemel gevallen te zijn, en de gedenkteekenen van
haren strijd met Poseidon om het bezit van het landschap Attika.
Het Parthenon was, zooals zijn naam aanduidde, de tempel
der "maagdelijke godin." Daar was haar
beroemdste beeld, door Pheidias (+ 431 v. Chr.)
vervaardigd, daar waren de heerlijkste beeldhouwwerken,
alle den lof der godin verkondigende, daar werden de
staatsgelden en de staatsarchieven bewaard. -
Reconstructie
van Phidias' standbeeld van Athena
Een van de oudste sagen, die de
Atheners omtrent hunne godin wisten te verhalen, betrof
de liefde, welke Hephaistos voor haar had opgevat.
Ofschoon de godin de aanzoeken van den god afwees,
ontstond toch uit de vurige begeerte van den god om haar
te bezitten een wezen, half slang en half mensch, Erechtheus
of Erichthonios genaamd. De kiem, die eenmaal aan dit
wezen het aanzijn schenken zou, was, zoo luidde het
verhaal, door Athena in eene vlok wol gehuld en op de
aarde nedergeworpen. Het is duidelijk, dat we hier met
eene zinnebeeldige voorstelling van een zeer gewoon
natuurverschijnsel te doen hebben. Uit den heeten bodem
der aarde, hier zinnebeeldig door Hephaistos voorgesteld
stijgen onreine dampen tot den reinen aether op. Deze
wordt daardoor niet bezoedeld, maar zij blijven in een
wollige wolk gehuld daar beneden hangen tot ze als
bevruchtende regen weêr op aarde nederdalen. Zie verder
onder Erechtheus.
Het spreekt van zelf, dat Athena als godin der natuur
eenen grooten invloed uitoefende op den landbouw, op het
gedijën van het zaad, en daarom in den loop des jaars op
verschillende wijzen werd aangeroepen en met
verschillende feesten geëerd. In den zaaitijd werd wel
voornamelijk Demeter gehuldigd, maar van de drie heilige
ploegen, waarmede het teeken gegeven werd, dat de
zaaitijd was aangebroken, waren er twee aan Athena
gewijd. (Zie Buzyges.) Ook bij het ontkiemen der vruchten
wendde men zich tot Athena om verderen zegen. Voorts werd
door eene gansche reeks van plechtigheden en gebruiken,
meest alle van somberen aard, door reinigingen en
verzoeningen de hulp der godheden van den aether
afgesmeekt tegen de verzengende hitte van de zonnestralen
in den zomertijd. Hiertoe behoorden de Plynteriën
en Kallynteriën, welke in de maand Thargelion
(Mei) werden gevierd. Dan werd de peplos, het
schoon bewerkte kleed, van het oude beeld der godin
afgenomen en het beeld zelf gewasschen, eene
plechtigheid, waarmede niet alleen op reiniging gedoeld
werd, maar ook op de in dien tijd voor de zaadvelden zoo
noodige vochtigheid. In Juli vierde men de Skirophoriën.
Dan werd het beeld van Athena met gips, met kalkaarde
bestreken. Nog ten huidigen dagen is het fijne stof
daarvan, als de heete zomertijd is aangebroken eene plaag
voor het landschap Attika. Dan werd een groote optocht
gehouden, waarbij de priesters en priesteressen groote
zonneschermen droegen, om de gloeiende zonnehitte te
keeren. Ook op dit feest zocht men dus bij Athena
bescherming tegen de kwade gevolgen der verschroeiende
stralen van de zon. Eveneens stond het feest der Ersephoriën
of Arrephoriën (Zie aldaar.) met Athena als godin der
natuur in verband, en dit kan ook gezegd worden van het
grootste feest, dat ter eere der godin in Athene gevierd
werd ten tijde van den oogst, van de Panathenaiën.
Bij dit feest, dat in pracht door geen der andere ook
maar in de verste verte geëvenaard werd, trad
langzamerhand de ethische beteekenis van Athena op den
voorgrond. Toch bleven ook daarbij de gaven, die zij als
godin der natuur geschonken had in gedachtenis, vooral
het geschenk van den olijfboom. Oude mannen en vrouwen
droegen bij den plechtigen optocht, die ter gelegenheid
van de Panathenaiën gehouden werd, olijftakken in de
handen en degenen, die in den wedstrijd op dit feest
hadden gezegevierd, werden met olijftakken van den
heiligen boom bekranst en kregen tot belooning kruiken
met olie, van dien boom gewonnen. Zie Panathenaiën.
Eindelijk werd ten tijde van den wijnoogst bij de Oschophoriën
naast de godheden, wien de wijnbouw meer in het bijzonder
ter harte ging, ook Athena dankbaar herdacht als de
godin, die aan het gansche landschap zegen en
vruchtbaarheid schonk.
Letten we nu op de beteekenis van Athena als ethische
godin, gaan we hare betrekkingen na tot het leven en
werken der menschen, dan hebben we haar vooreerst te
beschouwen als eene godin der oorlogs. Het zijn
voornamelijk de oudere hymnen en sagen, die dezen trek
van haar wezen op den voorgrond stellen. Als Athena Promachos,
d. i. als de godin, die ook in den strijd de stad zou
beschermen en verdedigen, werd zij op de burgt van Athene
vereerd. In Boiotië, in Makedonië was het vooral de
godin des oorlogs, aan wie men hulde bracht. Dikwijls
wordt zij dan ook naast Ares genoemd. De
grootste helden der oudheid staan onder hare voortdurende
bescherming. Perseus en Bellerophon, de aitolische Tydeus, de
uit den stam der Minyërs gesproten Iason en de
nationale heros van gansch Griekenland, Herakles,
allen mochten ze zich in haren steun en hare bescherming
verheugen. In den Trojaanschen oorlog stond zij Achilleus, Diomedes
en Odysseus trouw ter zijde. -
Met de helden beklimt zij soms den strijdwagen, met hare
lans velt zij alles, wat haar in den weg treedt, zelfs
doet zij die goden wijken, die voor haar in kracht moeten
onderdoen. Haar moed blijft haar altijd bij, maar niet
minder hare tegenwoordigheid van geest; zelfs in het
uiterste gevaar blijft zij kalm en onverschrokken. En is
de strijd geëindigd en het gevaar geweken, dan verkwikt
en sterkt en beloont zij de helden, die zij liefheeft en
die zich harer waardig hebben gedragen. -
Tusschen haar en Ares, den god van den woesten strijd, is
een groot onderscheid. Haar is het niet te doen om te
strijden; zij stormt niet als eene zinnelooze los op het
wildste slaggewoel; kalmte, overleg, vastberadenheid
schenken haar de overwinning, wanneer zij ten oorlog
trekt ter verdediging van heilige rechten of ter
bereiking van een edel doel. Geheel tegenover staat in
dit opzicht Aphrodite. Athena is de krachtige sterke godin,
Aphrodite de krachtelooze, die de kunst des oorlogs niet
verstaat. Deze Athena brengt steeds de overwinning met
zich mede. Zij is daarom bijna identisch met Nike, de
godin der overwinning. (Zie aldaar.)
Ook naast Poseidon wordt zij vereerd, omdat zij
even als deze eene godheid is, die behagen schept in hen,
die zich aan de zeevaart wijden en in hen, die de
onstuimige kracht van het paard weten te temmen en aan
zich dienstbaar te maken. Als Hippia, de
godin der paarden en ruiters werd zij op eenen heuvel van
het in de onmiddelijke nabijheid van Athene gelegen vlek Kolonos
vereerd; op de zuidpunt van Attika, het voorgebergte Sunion,
bracht men haar hulde als de beschermgodin van hen, die
de zee bevaren. In Athene had zij aan Erichthonios
geleerd de paarden voor den wagen te spannen; te Korinthe
verhaalde men, hoe zij het geweest was, die aan
Bellerophon had getoond, hoe hij het gevleugelde paard Pegasos
temmen moest. Op verschillende plaatsen roemde men haar
en Poseidon als de godheden, die de paardenteelt onder
hunne hoede nemen en den mensch leeren zich het paard
dienstbaar te maken. Als beschermster der zeevarenden
deed zij zich kennen, toen zij voor Danaos het
schip met vijftig roeiriemen bouwde, waarmede hij uit
Egypte naar Griekenland vluchtte. Eveneens, toen zij de Argo bouwde
of hielp bouwen, het schip waarmede Iason en de zijnen
uittrokken om het gulden vlies uit Kolchis te halen. Ook
het houten paard voor Troje, dat door of op raad van
Athena gebouwd werd en het middel werd, waardoor de
Grieken eindelijk de stad binnendrongen, heeft betrekking
op deze zijde van het wezen der godin. Natuurlijk stonden
alle deze voorstellingen onmiddelijk in verband met de
wolken, die zich aan den aether vertoonen en die zoo
dikwijls met snelle paarden of vlugge schepen worden
vergeleken.
Groote eer genoot Athena ook als eene godin van de werken
en de kunsten des vredes, waardoor zij hen, die haar
huldigden en vooral haar lievelingsland gelukkig maakte.
Dit deed ze vooreerst door de zorg voor het lichamelijk
welzijn der inwoners. Vooral in de sage van Erichthonios
wordt gedoeld op den dubbelen zegen, dien zij aan Attika
schonk door het gedijën der vruchten en het heerlijk
opgroeien der jongelingschap. Zij is dus de beschermster
der jongelingen. Ja meer dan dat. Een bezoek door hare
priesteres gebracht werd gerekend den echt te bevorderen.
Jonggeborene kinderen hing men slangen om, uit goud
vervaardigd, ter gedachtenis aan de wonderbare
geschiedenis van Erichthonios. Zij had dezen van Gaia (de
Aarde), zijne moeder, tot zich genomen om hem te
verzorgen en te verplegen. Zoo blijft zij ook voor de
kinderen zorg dragen. Op Delos wist men te verhalen, hoe zij Leto had
bijgestaan, toen deze Apollo en Artemis ter wereld bracht. -
Maar als godin van den helderen hemel en van de zuivere,
gezonde lucht werd zij ook vereerd als Athena Hygieia, de
gezondheid aanbrengende godin. Ziekten werden door haar
afgeweerd. Zij zorgde voor de instandhouding en
vermeerdering van het menschelijk geslacht. En terwijl
aldus het huisgezin, de familie, onder hare hoede stond,
werd zij natuurlijk daardoor ook de godin, die de
grootere vereeniging der menschen, den staat, welke het
huisgezin tot grondslag heeft, beschermt en bewaakt. Polias
heette ze in die hoedanigheid, niet alleen in Athene,
maar ook op verscheidene andere plaatsen van Griekenland.
Bij haar zwoeren de leden van den raad in Athene hunnen
eed, als een goede geest was zij in de volksvergaderingen
tegenwoordig. De aloude rechtbank van den Areiopagos was
door haar toedoen gesticht en door die stichting had zij
de Erinnyën, die vroeger godinnen der wraak waren
geweest, weten te verzoenen en haar gemaakt tot Eumeniden,
tot welgezinde godheden, die zegen en voorspoed over het
land wilden verspreiden. Ook daar, waar Grieksche stammen
zich door een verbond nauwer aanéénsloten was het
Athena, die aan het hoofd van zulk een verbond stond en
het overal met raad en daad steunde en beschermde.
Verder schreef men aan Athena toe de invoering van
sommige bepaalde takken van cultuur en van sommige
kunsten. Hier moet in de eerste plaats gewag gemaakt
worden van den teelt van den olijfboom. Aan den
verbouw daarvan knoopt zich de sage vast van den strijd,
dien Athena met Poseidon om het bezit van Attika heeft te
voeren gehad. Toen zij over dat bezit in twist geraakten,
bepaalde Zeus, dat het landschap aan dengene van hen zou
worden toegewezen, die het met het nuttigste geschenk
begiftigen zou. Poseidon schiep daarop òf het paard, òf
door met zijnen drietand tegen de aarde te slaan eene
bron van zout water, Athena daarentegen den olijfboom. De
goden wezen den prijs aan Athena toe en sinds dien tijd
was de olijfboom haar boven alle andere boomen geheiligd.
De boom, welken zij had doen ontstaan, stond in de
onmiddelijke nabijheid van het Erechtheion en had eene
levenskracht, die niet vernietigd kon worden.
Toen de Perzen na de inneming
der stad onder Xerxes den tempel en ook den boom
verbrandden, ontsproten terstond weêr nieuwe loten uit
den bodem. Ook op andere plaatsen in Attika trof men
bepaalde aan de godin gewijde olijfboomen aan, zoo
stonden er b. v. in de Akademie, een op korten
afstand van Athena gelegen tuin, twaalf olijfboomen, die
òf ook rechtstreeks aan Athena haar bestaan te danken
hadden, òf voor loten van den olijfboom op de Akropolis
werden gehouden. Ook buiten Attika was overal deze boom
aan Athena geheiligd. -
Wegens de verschillende kunsten, wier invoering aan haar
werd toegeschreven, gaf men haar den bijnaam van Erganê,
d. i. "in alle kunsten" - men had hier
voornamelijk het weven en spinnen op
het oog - "wel ervaren." Bij Homeros wordt
menigmaal van de kunstige werken van Athena gewag
gemaakt, van sierlijke kleederen, die zij òf voor zich
zelve, òf voor de helden, die zij beschermde,
vervaardigd had. In Klein-Azië ontstond daaruit de sage
van haren wedstrijd met Arachne, (Zie aldaar.) die zich met de godin in
kunstvaardigheid had willen meten en tot straf daarvoor
in eene spin veranderd was. -
Van hier ook, dat het grootste geschenk, hetwelk haar
jaarlijks door de Atheners gebracht werd, in een prachtig
bewerkt kleed (peplos) bestond. (Zie Panathenaiën.)
Ook de Trojaansche vrouwen - de dienst van de Trojaansche
Athena had trouwens zeer veel overeenkomst met die der
Grieksche - brachten om de godin te verzoenen haar het
schoonste van hare kleederen ten offer. -
Doch niet alleen spinnen en weven leerde zij aan de
menschen, zij schonk hun ook de hark en den ploeg en
leerde hen den stier te gebruiken bij den akkerbouw; alle
kunstige arbeid, vooral die, welke besteed werd aan het
vervaardigen van vrouwelijke sieraden vond haren
oorsprong in Athena; ja ook de timmerman, de goudsmid, de
wagenmaker, de pottenbakker en de scheepstimmerman konden
hare hulp niet ontberen. De Romeinsche dichter Ovidius
voegt hier nog bij den volder, den verwer, den
schoenmaker om aanteduiden, dat alle kunstenaars en alle
handwerkslieden van haar hulp en steun moesten ontvangen.
Voorts werden haar uitvindingen toegeschreven op het
gebied van de muzyk en den dans. Zij had het eerst de
fluit bespeeld en Lydië en Boiotië wedijverden om de
eer van het eerst de toonen daarvan gehoord te hebben.
Eene legende, die wellicht aan dien wedijver haar
ontstaan te danken had, verhaalde dat Athena het
fluitspel had laten varen, toen ze in het water eener
beek gezien had, dat het opblazen harer wangen haar
gelaat mismaakte. De door haar weggeworpen fluit werd
gevonden en meêgenomen door den Sileen Marsyas.
Toen hij haar begon te bespelen, werd hij echter door
Athena bestraft. -
Ook de krijgstrompet was door haar uitgevonden. Eveneens
een krijgsdans, de pyrrhiche, dien zij zelve het
eerst gedanst had ter viering van de overwinning op de Giganten
behaald en die daarom ter harer eere bij de Panathenaiën
telken jare werd opgevoerd.
Eindelijk is zij, de godin van den reinen, helderen
aether, ook de godin van de helderheid van geest, van het
bedaard en kalm overleg. Daarom is zij juist de
beschermgodin van den bedachtzamen en vindingrijken
Odysseus, daarom komt zij in den strijd tusschen
Achilleus en Agamemnon den eerste tot kalmte en bedaardheid
vermanen, daarom is zij de godin geworden der wijsgeeren
en van alle beoefenaars der wetenschap. Die trek in haar
wezen trad vooral in Athene op den voorgrond. Dit laat
zich verklaren door de groote zuiverheid en helderheid
van de lucht van Attika, die ook op de vermogens van den
geest gunstig terugwerkte. Het was deze eigenschap ook,
die Athena door de innigste banden aan haren vader Zeus
verbond. Zij is als het ware de personificatie van de
schranderheid van Zeus. Dit belet evenwel niet, dat zij
somtijds aan listige plannen, die tegen haren vader
gesmeed worden, deelneemt. (Zie Zeus.)
Onder Aphrodite is reeds de reden vermeld, waarom Athena
in den Trojaanschen oorlog partij koos tegen de Trojanen.
Zij kon het aan Paris niet vergeven, dat hij den appel, die
voor "de schoonste" bestemd was, niet aan haar
had toegewezen. Niet alleen Paris, maar ook al zijne
landgenooten, hadden dientengevolge voortdurend van haren
haat en hare vervolgingen te lijden. -
In hoeverre de dienst der Egyptische godin Neith
of Phoenicische invloeden op de oorspronkelijke vorming
en ontwikkeling van de voorstellingen der Grieken omtrent
Pallas Athena invloed hebben uitgeoefend, valt moeilijk
te bepalen. Zeker is het, dat de figuur van Athena,
zooals zij ons in de gedichten van Homeros geschilderd
wordt, een echt, eigenaardig Grieksch karakter bezit en
dat daarin geene sporen van vreemden invloed te herkennen
zijn. -
Wat nu de afbeeldingen der godin betreft, deze waren
natuurlijk in alle streken, die door Grieken werden
bewoond, zeer talrijk. Van de oudere beelden, wier
houding nog niet de losheid en natuurlijkheid der latere
Grieksche kunstwerken bezat, stelden sommige de godin
zittende voor, als de godin des vredes, meestal met een
spinnewiel aan hare zijde. Andere beelden toonden haar
met opgeheven lans en uitgestrekt schild als godin des
oorlogs. Zulke beelden noemde men gewoonlijk Palladiën.
Van het voortdurend bezit daarvan hing het heil en het
behoud van den staat af. Zulk een Palladion
werd aan de Trojanen door Odysseus met behulp van
Diomedes ontvreemd.
Diomedes gaat er
van door met het Palladion
Athene, Argos, de meeste steden
van beneden-Italië, ja zelfs Rome roemden op het bezit
van zulk een Palladion. Die beelden waren, naar men
zeide, uit den hemel gevallen en omtrent het vinden
daarvan en de zonderlinge lotgevallen en omzwervingen van
sommige hunner was een groot aantal sagen in omloop. -
Tot die oudere beelden kan men ook het Athenabeeld
rekenen, dat bij den tempel der godin op het eiland
Aigina in het jaar 1811 gevonden werd en thans in de
glyptotheek te München wordt bewaard. -
Hoe goed het beeld van Athena aan alle Grieken, althans
aan alle Atheners, bekend was, blijkt uit het verhaal,
dat Peisistratos, uit Athene verdreven, zich in de stad
liet terugvoeren op eenen wagen, gezeten naast eene
vrouw, die met al de attributen der godin Athena was
getooid en dat de Atheners hem opnamen, meenende, dat
hunne godin zelve hem had teruggebracht.
De latere, schoonere beelden van Athena droegen alle het
type, dat aangenomen werd door den grooten beeldhouwer Pheidias.
Drie beelden van Athena door dezen beeldhouwer
vervaardigd trokken in de oudheid vooral de aandacht,
vooreerst het beeld in het Parthenon uit goud en ivoor
samengesteld, ten tweede het reusachtige en toch schoone
bronzen beeld van Athena Promachos op de akropolis, dat
vervaardigd was uit den buit bij Marathon behaald en
eindelijk een bronzen beeld, dat door Atheensche
kolonisten op het eiland Lemnos was opgericht en daarom
de Lemnische Athena genoemd werd. De bevalligheid van dit
beeld was zoo groot, dat men daar de godin "de
schoone" pleegde te noemen. Het stelde Athena voor
als de kunstvaardige godin des vredes. Geen helm dekte
haar het hoofd, doch de maagdelijke schroom op haar
gelaat uitgedrukt was het schoonste sieraad, dat de
beeldhouwer aan haar hoofd geven kon.
Ook de bustes, beelden en
afbeeldingen van de latere Grieksche kunst laten zich in
twee hoofdgroepen verdeelen, waarvan de ééne de godin
als eene godin des oorlogs voorstelt, de andere haar de
attributen geeft, die aan Athena Erganê passen.
De laatste der in den tekst van dit artikel gevoegde
afbeeldingen stelt het oordeel van Paris voor. [niet afgebeeld; Kox]
|