A : artemisia - asklepios
artemisia
De algemeene naam voor de
feesten van Artemis.
arvales fratres
Akkerpriesters, bij wie de naam fratres
d. i. "broeders" den nauwen band aanduidt, die
de priesters onderling verbond. De sage knoopt het
ontstaan van dit priestercollege vast aan Romulus.
Toen namelijk diens pleegmoeder Acca Larentia
(Zie aldaar.) één harer twaalf zonen verloren had, trad
Romulus in diens plaats en alle twaalf offerden zij
éénmaal in het jaar voor het gedijën der veldvruchten.
De instellingen der fratres Arvales hebben zich zeer lang
onveranderd in stand gehouden, daar hun college steeds
uit Patriciërs, die aan het oude vasthielden werd
aangevuld. Zij hebben voortbestaan, tot ze eindelijk door
het Christendom zijn verdrongen. -
Onze kennis van dit priestercollege berust minder op
hetgeen de oude schrijvers van hen mededeelen, dan wel op
hunne acta, wij zouden zeggen hunne notulen, die
in steen werden gehouwen en te Rome zijn opgedolven. -
Zij bekleedden hun ambt levenslang en hun college werd
door coöptatio aangevuld, d. i. bij den dood
van een der leden kozen de overblijvenden een ander in
zijn plaats. Aan hun hoofd stond een voorzitter, magister.
Hunne voornaamste taak was om op drie achtereenvolgende
dagen in de tweede helft der maand Mei een groot offer te
brengen aan Dea Dia, dat vooruit op plechtige
wijze aangekondigd werd. Deze Dea Dia was eene godin der
akkers en velden, wier naam alleen in de acta der fratres
Arvales voorkomt. Zij is geheel van gelijke beteekenis
als Ops. (Zie aldaar.) Niet ver van de stad, op
de oorspronkelijke grens van Rome lag een aan deze godin
gewijd bosch. Daar werd de tweede dag van haar feest
doorgebracht. Bovendien moesten zij, wanneer er iets, hoe
gering ook, in dit bosch gebeurde, b. v. als er een boom
omviel, daar een zoenoffer brengen. Later, onder den
keizertijd, moesten zij bij alle bijzondere
gebeurtenissen, die er in de keizerlijke familie
voorvielen (huwelijk, geboorte, benoeming tot het
consulaat, enz.), gebeden tot de goden richten en hun
geloften doen. De onderscheidingsteekenen der fratres
Arvales waren een krans van korenaren en een witte wollen
hoofdband.
ascalabus
Zie Askalabos.
ascalaphus
Zie Askalaphos.
ascanius (askanios)
De zoon van Aeneas en Kreüsa. -
Volgens anderen was Lavinia zijne moeder. -
Twee uiteenloopende legenden verhalen zijne lotgevallen.
De eerste meldt, dat hij in het rijk, hetwelk hij in
Troje van zijne vaderen geërfd had, zou hebben geregeerd
en daar door zijne nakomelingen zou zijn opgevolgd. De
tweede laat hem zijnen vader op diens vlucht vergezellen.
Volgens deze liet hij bij den dood van Aeneas de
heerschappij over Lanuvium aan zijne moeder
Lavinia na en stichtte hij Alba Longa. Door de
Albaansche koningen werd hij een der voorouders van Romulus. Hij
droeg ook nog eenen tweeden naam, Iulus, en werd
de stamvader van het geslacht der Iulii. (Zie
Aeneas.)
asciburgium
Eene versterkte plaats, door Ulysses op
den linker Rijnoever gesticht, waar men een door hem
gebouwd altaar met zijnen naam en dien zijns vaders
gevonden heeft. Sommigen meenen de plaats, waar deze
sterkte zou gelegen hebben, te moeten zoeken tegenover
het tegenwoordige Duisburg.
asia
De dochter van Okeanos en Tethys, de
gemalin van den Titan Iapetos, de moeder van Prometheus, Atlas, Epimetheus
en Menoitios. Volgens de legenden zou het werelddeel
Azië naar haar zijnen naam hebben gekregen.
askalabos (ascalabus)
Tot wien Demeter,
toen zij op hare zwerftochten in Attika gekomen was, zich
wendde om eenen verfrisschenden dronk. Hij gaf haar dien,
doch toen zij de gansche kruik uitdronk, lachte hij haar
uit. Tot straf daarvoor werd hij in eene hagedis
veranderd. De hagedissen werden door Demeter gehaat,
omdat zij de hitte beminnen, die de velden verschroeit,
en naar men beweerde, aan de zaadvelden schade
toebrachten. Men deed daarom een der godin welgevallig
werk door ze te dooden.
askalaphos (ascalaphus)
(1) Een zoon van Ares, die de
Minyërs uit Orchomenos naar Troje voerde, maar
door Deïphobos gedood werd; hierover ontvlamde Ares in
geweldigen toorn.
(2) De zoon van Acheron. Toen Hades Persephone had ontvoerd en haar weder uit de
benedenwereld wilde laten vertrekken, zoo zij daar nog
niets gebruikt had, verried Askalaphos, dat zij eenige
granaatkorrels had gegeten. Demeter wentelde tot straf daarvoor eenen zwaren
steen op zijn lichaam, of wel zij veranderde hem in eenen
nachtuil.
![](ascalaphus.jpg)
bubo ascalaphus
[ Kox : Nu we
toch aan het determineren zijn : ]
![](ascalaphus_libel.jpg)
ascalaphus
libelluloides
asklepios ![](asclepius.gif)
Door de Romeinen Aesculapius
genoemd, was de god der geneeskunde. Omtrent
zijne geboorte zijn zeer verschillende overleveringen in
omloop; de meest algemeen aangenomene was de volgende:
hij was een zoon van Apollo en Koronis, de dochter van den Thessalischen vorst Phlegyas.
Tijdens hare zwangerschap echter had Koronis in het huis
haars vaders hare liefde geschonken aan diens Arkadischen
gastvriend Ischys, en uit toorn hierover doodde Apollo
haar of liet haar door zijne zuster Artemis
dooden. Toen zij op den brandstapel lag, snelde Apollo
toe en redde zijn kind, waarvoor de vlammen uitéén
weken. Hij vertrouwde hem aan den wijzen Kentaur Cheiron toe,
die hem moest leeren alle ziekten te genezen. -
De schuld van Koronis had Apollo vernomen door een raaf,
een hem gewijden vogel, die hem de kwade tijding van hare
ontrouw bracht en door den god in zijnen wrevel in een
zwarten vogel veranderd werd, terwijl hij tot nu toe wit
was geweest. -
Eenigzins afwijkend is de sage, die Asklepios in de
nabijheid van de Peloponnesische stad Epidauros
laat geboren worden. Phlegyas deed namelijk een
strooptocht in den Peloponnesos en zijne dochter, die hem
begeleidde en hare zwangerschap voor haren vader had
verborgen gehouden, baarde onderweg eenen knaap, dien zij
te vondeling legde. Het kind werd door eene geit van eene
daar weidende kudde gevoed, terwijl de hond der kudde bij
hem de wacht hield. Toen de herder, hond en geit
zoekende, hen zoo aantrof, was het kind door eenen
stralenkrans omgeven en vol eerbied week hij terug.
Spoedig echter verbreidde zich de roem van Asklepios als
van den heilbrengenden god, die zieken genas en dooden
opwekte. -
Nadat hij Cheiron verlaten had, genas hij alle gewonden
en zieken door zijne tooverformulieren of door dranken en
zalven of door te snijden met het mes. Maar de zucht naar
winstbejag bracht hem er eens toe om eenen doode in het
leven terugteroepen; toen wierp Zeus,
volgens eene der op Asklepios betrekking hebbende
legenden, zijnen bliksem naar hen en doodde hen beide. -
Eens zou Asklepios den zoon van Minos, Glaukos
geheeten, uit den dood opwekken. Hij had zich daartoe met
den doode in een vertrek opgesloten en zat te peinzen
over het middel, dat hij zou aanwenden. Toen kroop een
slang tegen zijnen staf op. Hij doodde die en daarop kwam
er eene andere slang met een kruid in den bek, waarmede
zij de gedoode in het leven terugriep. Met dit kruid
wekte nu Asklepios Glaukos op. -
Volgens eene andere overlevering riep hij de menschen tot
het leven terug door het bloed van Gorgo. Hij
had namelijk van Athena, die ook eene genezende godin is, bloed
gekregen, dat uit de aderen van Gorgo was gevloeid. Met
het bloed, dat uit de rechter ader afkomstig was, wekte
hij de dooden op, met dat, hetwelk uit de linkerader was
gestroomd, kon hij menschen dooden. Zoo riep Asklepios
onder anderen in het leven terug: Kapaneus, Lykurgos, Hippolytos, Tyndareos, Hymenaios en
Glaukos. -
Hetzij bij de opwekking van Glaukos, hetzij bij die van
Hippolytos doodde Zeus hem met zijnen bliksem, omdat hij
vreesde, dat door zijne kunst de menschen zich geheel en
al van den dood zouden bevrijden, of wel op verzoek van Pluto (Zie Hades.), die
zich beklaagde dat hij geene onderdanen meer kreeg in
zijn rijk. Op verzoek van Apollo plaatste Zeus den
gedooden Asklepios onder de sterren, onder den naam van den
Slangendrager. -
Oorspronkelijk is Asklepios bij de Thessaliërs als een
heil en genezing aanbrengende god vereerd, doch
langzamerhand daalde hij af tot den rang van heros. Zoo
komt hij bij Homeros voor. Daar is hij een uitnemend
arts, die zijne pijnstillende middelen van Cheiron heeft
gekregen. Hij is wel te onderscheiden van den arts der
goden Paion, die op den Olympos woont. Zijne zonen
zijn Machaon en Podaleirios, twee voortreffelijke artsen in het
Grieksche leger voor Troje, die uit Thessalië gekomen
waren. -
In de algemeen nationale mythologie der Grieken is Apollo
echter de genezende god. Daarom stelde men Asklepios tot
dezen in betrekking als zijn zoon. Toen later de
geneeskunde zich meer en meer ontwikkelde en de plaatsen
van eeredienst van Asklepios, die tevens plaatsen waren,
werwaarts men zich begaf om van de eene of andere kwaal
genezen te worden, meer en meer werden bezocht, terwijl
de invloed van de hoogere goden op het menschelijk leven
in het bewustzijn der Grieken meer op den achtergrond
trad, toen herkreeg ook Asklepios zijnen rang als god en
genoot des te meer vereering, naar mate men meer de
gezondheid als het hoogste goed begon te beschouwen. -
Deze genezende god Asklepios is dan eene personificatie
van eene der eigenschappen van zijnen vader Apollo, hij
is diens vertegenwoordiger op aarde, even als Apollo
wederom de vertegenwoordiger is van Zeus. De plaatsen
zijner vereering waren meestal schoon en gezond gelegen
oorden, wier zuivere lucht en frissche, genezing
aanbrengende bronnen en warme zonneschijn gewoonlijk een
groot aantal kranken tot zich lokten.
![](asklepios3.jpg)
Het heiligdom
van Asklepios te Pergamum
De twee beroemdste
tempels van Asklepios waren te Pergamos en te Epidauros.
Vooral laatstgenoemde plaats was door de vereering van
dezen god vermaard. De aan den god gewijde plek was een
liefelijk dal op een uur afstands van de stad gelegen met
allerlei gebouwen, ook bestemd tot het opnemen van
zieken. Genas men daar, dan gaf men aan den god rijke
wijgeschenken, waarbij een opschrift gevoegd werd, dat de
ziekte en de wijze van genezing vermeldde. Deze
opschriften dienden tot verdere ontwikkeling der
geneeskunst. -
![](asklepios.jpg)
Het
tempelcomplex te Epidaurus
Het priesterschap
te Epidauros was erfelijk in een geslacht dat den naam
droeg van Asklepiaden en beweerde van den god
zelven af te stammen. Eene eigenaardige wijze om de
kranken te genezen was de incubatio, die ook in
Epidauros in zwang was. De zieke legde zich op eene
heilige plek in of bij den tempel te slapen en kreeg dan
in den droom van den god eenen raad, die tot zijne
genezing moest strekken. -
Bijzonder geheiligd was aan Asklepios de slang, die hem
steeds begeleidde en met welke hij steeds werd afgebeeld.
Ja, in sommige tempels werd hij zelfs onder de gedaante
van eene slang vereerd. In Epidauros was er eene bepaalde
soort van tamme, groote slangen, die elders niet voorkwam
en die in zijne tempel onderhouden werden. Ook de hond en
de geit zijn hem gewijd; eveneens de haan, als de
verkondiger van den aanbrekenden levensdag. Door hen, die
van eene ziekte waren genezen werd hem een haan geofferd.
Behalve zijne beide reeds genoemde zonen had hij
verscheidene andere kinderen, waarvan hier nog genoemd
moet worden zijne dochter Hygieia, d. i. "de gezondheid". (Zie
aldaar.) Alle waren goede daemonen, die hem omringden en
hem bijstonden in zijne taak om den menschen genezing
aantebrengen. -
![](asklepios2.jpg)
Asklepios:
afgietsel van een in Epidauros gevonden origineel, dat nu
in Athene wordt bewaard.
In de oudheid was
er een buitengewoon groot aantal beelden van Asklepios,
daar het aantal zijner tempels bijzonder groot was. Hij
werd voorgesteld als een gebaard man met edele
gelaatstrekken, waaruit welwillendheid te lezen is, en
die eenige overeenkomst hebben met de ideale
voorstelling, welke men zich van Zeus maakte, zonder dat
op zijn gelaat de diepe ernst van den bestuurder der
wereld wordt gevonden. Eene andere voorstelling beeldde
hem jonger af. Steeds wordt Asklepios door de slang
begeleid, hetzij dat zij door hem geliefkoosd en geleid
wordt, hetzij, dat zij zich om den staf, waarop de god
steunt heenkronkelt. -
De slang was hem heilig, omdat zij als het symbool
beschouwd werd der zich steeds verjongende levenskracht.
![](asclepius.gif)
|