A : alkmene - alope

alkmene (alcmene)

De dochter van Elektryon, koning van Mykenai, uitmuntende door hare schoonheid, had eene gelofte gedaan van slechts aan hem hare hand te schenken, die de van haren vader geroofde kudden terugbrengen en den moord harer negen broeders wreken zou. Dit deed Amphitryo, de koning van Tiryns, en hij ontving daarvoor van zijnen oom Electryon diens dochter en later ook zijn koninkrijk. Na deze onderneming en hare gevolgen verliep er echter geruime tijd, voordat de jonge echtgenooten met elkander konden samenwonen, en terwijl in dien tusschentijd haar gemaal in den strijd met de vijanden van zijne woning werd verwijderd gehouden, maakte Zeus, die eene vurige liefde voor de schoone Alkmene had opgevat, van de eenzaamheid der jonge vrouw gebruik om haar te bezoeken. Om haar vertrouwen des te lichter te winnen, had hij de gedaante van Amphitryon aangenomen. Door Hermes geholpen, sloop hij door het venster Alkmene's vertrek binnen. De bruidsnacht, dien Zeus met de beminde vrouw doorbracht, ging met het wonder gepaard, dat hij door de almacht van den hoogsten god tot drie dagen en drie nachten verlengd werd, gedurende welke onafgebroken duisternis op de aarde heerschte. Uit deze wonderbare vereeniging werd de grootste aller Grieksche helden, Herakles, geboren.
Toen de dag aanbrak, en de god in den hemel teruggekeerd was, kwam Amphitryon in zegepraal te huis, waarop hij met zijne echtgenoot, die reeds de zoon van Zeus, Herakles, in haren schoot droeg, de bruiloft vierde en bij haar in den volgenden nacht
Iphikles verwekte. Deze was dus de tweelingbroeder van Herakles, doch verschilde veel van zijnen broeder in karakter. De bevalling zelve werd door de wraakzuchtige Hera bemoeilijkt, daar zij de ontrouw haars gemaals ontdekt had en Herakles reeds vóór zijne geboorte op wreedaardige wijze vervolgde. Zeven dagen lang wist zij der in barensnood verkeerende Alkmene de hulp der godin der geboorte Eileithyia te onttrekken. (Zie Herakles.) Toen Herakles volwassen was, verloor Alkmene haren gemaal Amphitryon in eenen krijg, waarin hij zijnen pleegzoon vergezeld had; hierop huwde zij met Rhadamanthys, eenen zoon van Zeus. Later moest zij voor de vervolgingen van Eurystheus, den erfvijand van haar geslacht vluchten, nadat haar voortreffelijke zoon van de aarde verdwenen en onder de goden opgenomen was. Zij vluchtte met zijne nakomelingen, de Herakleiden, naar Athene, alwaar zij met gastvrijheid ontvangen werd en bescherming vond. Zij beleefde het nog, dat Eurystheus overwonnen en gedood werd. Toen haar zijn afgehouwen hoofd gebracht werd, was haar wrok nog zoo hevig, dat zij er de oogen uitboorde; zij stierf in hoogen ouderdom te Thebe of te Megara. Terstond na haren dood zond Zeus Hermes af om haar lijk naar het eiland der zaligen te brengen. Hermes deed dit en legde in de plaats van haar lichaam eenen steen in de kist, die zoo zwaar was, dat de dragers de lijkkist niet konden vervoeren. Toen men haar daarop opende om de oorzaak hiervan te onderzoeken, bemerkte men de verwisseling en had daardoor eene aanleiding te meer om de overledene goddelijke eer te bewijzen. Men wijdde haar een bosch, waarin de steen, die haar vervangen had, geplaatst werd, en eenen tempel.

alkyone / halkyone (alcyone)

De dochter van Aiolos en Enarete leefde in eenen gelukkigen echt met Keyx. Daar zij zich echter door hunnen trots lieten verleiden om elkander Hera en Zeus te noemen werden zij door dezen veranderd, zij in een ijsvogel, hij in een zeemeeuw. -

Volgens een ander verhaal stortte zij zich, toen haar echtgenoot bij eene schipbreuk was omgekomen, uit liefde voor hem in zee, en beiden werden in ijsvogels veranderd. -
Nog anders wordt hare geschiedenis medegedeeld door den Romeinschen dichter Ovidius: Keyx ging namelijk op reis om het orakel te Klaros te raadplegen, hoewel zijne gade, die door sombere voorgevoelens gedrukt werd, hem trachtte te weerhouden. Hij werd door een storm overvallen en kwam om. Zijn treurig lot werd door den droomgod, die de gedaante van Keyx aannam, op bevel van Hera aan Alkyone verkondigd, terwijl het lijk volgens den wensch van den stervende door de golven naar zijn vaderland gevoerd werd. Uit wanhoop stortte zich Alkyone in zee en werd even als haar gemaal in een ijsvogel veranderd.

alkyoneus (alcyoneus)

Alcyoneus: detail van het altaar van Zeus te Pergamon (ca. 181-159 v. Chr.)

(1) De oudste en geweldigste der Giganten, die door Herakles verslagen werd. De plaats, waar Alkyoneus zich ophield en waar de strijd, dien hij tegen Herakles voerde, gestreden werd, wordt niet door alle oude schrijvers gelijk opgegeven. Sommigen noemen daarbij het schiereiland Pallene in Makedonië, anderen den isthmus van Korinthe. Ook de tijd, waarop Herakles die overwinning behaalde wordt verschillend opgegeven. Nu eens zou het geweest zijn, nadat hij met Telamon Troje veroverd had, dan weêr nadat hij de kudden van den zonnegod van het eiland Erytheia had weggevoerd. Als een der Giganten was hij de zoon van Gaia (de Aarde) en Uranos ( de Hemel), en daaraan ontleende hij zijne groote kracht. Hij nam den held namelijk de vermelde kudde, die uit Erytheia weggedreven was, weder af, en in den daarop volgenden strijd was de reus nauwelijks op den grond geworpen, of hij werd door zijne moeder Gaia telkens van nieuwe krachten tot tegenstand voorzien, althans zoolang de strijd op het schiereiland Pallene, den geboortegrond van Alkyoneus geleverd werd, totdat Herakles eindelijk op raad van Athena hem vandaar wegsleepte, waarop hij stierf. Voordat het Herakles echter gelukte Alkyoneus te dooden, verbrijzelde deze 12 vierspannige wagens, die Herakles toebehoorden en doodde 24 zijner makkers. Deze reus had zeven dochters, de Alkyoniden genaamd. Toen zij den dood haars vaders vernamen, stortten zij zich gezamentlijk uit wanhoop in zee, waarop de godin Amphitrite haar uit medelijden in ijsvogels veranderde.
(2) Zoon van Diomos en Meganeira. Toen een geweldig monster, dat in de nabijheid der stad Krissa huisde den omtrek van den Parnassos verwoestte en de inwoners van
Delphoi hunne stad reeds wilden verlaten, verkondigde het orakel, dat zij om van het monster bevrijd te worden eenen jongeling als offer voor zijn hol moesten plaatsen. Het lot wees daartoe Alkyoneus aan, een schoon jongeling en een eenigen zoon. Reeds werd hij, als een offer bekranst, naar het hol gevoerd, toen hem zekere Eurybatos, de zoon van Euphemos, ontmoette en door zijne schoonheid getroffen, toen hij het lot, dat over Alkyoneus beschoren was, vernam, besloot zich voor hem op te offeren en den krans op zijn eigen hoofd plaatste. Hij ging in het hol van het monster, greep het en wierp het van de rots in de diepte.

alkyonides / alkyoniden (alcyonides / alcyoniden)

De zeven dochters van Alkyoneus, die in ijsvogels veranderd werden. (Zie het vorig artikel onder no.1.)

aloeus

Een zoon van Poseidon en Kanake, gehuwd met Iphimedeia, die echter niet haren gemaal, maar diens vader beminde. Zij ging uit liefde voor Poseidon dikwijls naar het strand en besproeide daar haren boezem met zeewater, totdat de zeegod twee zonen bij haar verwekte, die wel van Aloeus den gemeenschappelijken naam van Aloäden of Aloïden ontvingen, maar Poseidon tot vader hadden. Zij heetten Otos en Ephialtes, en groeiden tot reuzen op, die jaarlijks één el in de breedte en één vadem in de lengte groeiden, zoodat zij in het negende jaar, na het eindigen van hunnen wasdom, ontzettende reuzen waren, en niet alleen Ares overweldigden en dertien maanden lang gevangen hielden, maar ook, op hunne sterkte vertrouwende, den goden den oorlog wilden aandoen, terwijl zij dreigden den Pelion op den Ossa te stapelen en beide bergen op den Olympus te plaatsen, ten einde alzoo den hemel te bestormen. Toen evenwel Ephialtes naar de hand van Hera en Otos naar die van Artemis durfde dingen, vonden beiden hunnen vroegtijdigen dood. Apollo doorschoot hen met zijne nimmer missende pijlen, of volgens eene andere mythe deed dit de door hen vervolgde Artemis; de godin veranderde zich namelijk in eene hinde, die midden tusschen hen heensprong, en toen beiden gelijktijdig hunne speren op het dier wierpen, hadden zij het ongeluk het wild te missen en elkander te doorboren. Tot straf werden zij in den Tartaros ruggelings met slangen aan eene zuil gebonden, en kwelde een daarop zittende uil hen dag en nacht door haar gekrijsch. -
In eene andere mythe worden zij genoemd als de stichters van verschillende steden.

Blake: Ephialtes and two other Titans (1824-1827)
illustratie bij Dante's Inferno
pen, ink and watercolour over black chalk and pencil
Felton Bequest, 1920
National Gallery of Victoria

aloädai / aloeidai (aloadae / aloïdae / aloäden / aloïden)

De beide zonen van Aloeus: Otos en Ephialtes. (Zie het vorig artikel.)

alope

De dochter van Kerkyon, eene schoone jonkvrouw, die de liefde genoot van Poseidon. Toen zij hem een kind gebaard had, legde zij het te vondeling, maar eene merrie kwam om het te voeden. Zoo vond het een herder. Deze wilde wel het kind zelf, doch niet het kleed, waarin hij het gevonden had, aan eenen anderen herder overgeven. Daarover ontstond een strijd, waarin de beslissing van Kerkyon werd ingeroepen. Hij herkende het kleed zijner dochter en zoo kwam de gansche zaak aan het licht. Alope werd door den vertoornden Kerkyon levend begraven en het kind wederom te vondeling gelegd. Doch wederom kwam eene merrie om het te zoogen, wederom werd het door een herder gevonden en medegenomen. Deze noemde den knaap Hippothoön. Toen Theseus op zijnen tocht van Troizen naar Athene Kerkyon in het worstelen overwon en doodde, vroeg Hippothoön hem om de heerschappij zijns grootvaders. Theseus stond dit verzoek toe.