A : alekto - alkmaionalekto (alecto)D. i. "de nooit ophoudende", eene der drie Erinnyën. (Zie aldaar.) alektryon (alectryo)Een dienaar van Ares, dien deze als wachter op den uitkijk liet staan, wanneer hij Aphrodite bezocht. Eens sliep hij in, en toen ontdekte Helios (de zonnegod) de minnenden en berichtte aan Hephaistos, den gemaal van Aphrodite, wat hij gezien had. Deze ving zijne trouwelooze gade en haren minnaar in een kunstig vervaardigd net en gaf hen aan de bespotting der overige goden prijs. In woede ontstoken veranderde Ares Alektryon in een haan, die uit vrees om zich weer te verslapen kraait, zoodra de morgen daagt. aletesDe zoon van Aigisthos, die op het valsche bericht, dat Orestes in den tempel van Artemis op Tauris was geofferd zich van de regeering over Mykenai meester maakte, daar er dan geen afstammeling van de Atriden meer over ware geweest. Toen Orestes echter terugkeerde, werd Aletes door hem gedood. alexanderZie Alexandros. alexandraLatere naam van Kassandra, de dochter van Priamos en Hekabe. alexandros (alexander)D. i. "de beschermer der mannen", een naam van Paris, dien hij kreeg, omdat hij de roovers verdreef en de kudden beschermde. alexikakosD. i. "afwender van onheil", bijnaam van Apollo, hem door de Atheners gegeven, omdat hij in den Peloponnesischen oorlog de pest had gestuit. alkaios (alcaeus)Een zoon van Perseus en Andromeda, de vader van Amphitryo, den pleegvader van Herakles. De laatstgenoemde krijgt zelf dikwijls den naam van Alkaios of Alkeides, als afstammeling van Alkaios, daar Alkmene, de moeder van Herakles, eene dochter was van Anaxo, de dochter van Alkaios. alkathoë (alcathoë)De dochter van Minyas, die heerschte in het Boiotische Orchomenos. Toen tijdens haar leven de dienst van Dionysos zich in Boiotië verspreidde en alle vrouwen en jonkvrouwen ter zijner eer rondtrokken over de bergen, bleef zij alleen met hare zusters, wier namen verschillend worden opgegeven, te huis aan haren arbeid en zij ontwijdde aldus het heilige feest van den god. Daarom veranderde deze haar en hare zusters in vledermuizen en haar weefsel in druiven en wijnranken. Eene andere mythe verhaalt, dat Dionysos zelf in de gedaante eener jonkvrouw haar tot deelneming aan het feest zou hebben opgewekt, en dat hij, toen zij weigerden, zich plotseling in een leeuw, een stier en een panther had veranderd, dat haar daarop eene waanzinnige begeerte naar menschenvleesch had overvallen, en dat zij het lot lieten beslissen, wie de eer zou hebben den god een offer te brengen. Dit wees Leukippe aan, die daarop haar eigen zoon verscheurde. Vervolgens zwierven zij in wilden waanzin over de bergen rond, tot ze door Hermes in vledermuizen werden veranderd. alkathoös (alcathous)Een zoon van Pelops. Toen Euippos, de zoon van koning Megareus van Megara door den leeuw van den Kithairon verscheurd was, beloofde deze zijne dochter Euaichme en zijn rijk aan dengene, die den leeuw dooden zou. Alkathoös behaalde den dubbelen prijs, en richtte aan Apollo en Artemis, de godheden, die voornamelijk de jacht beschermden, eenen tempel op, en herbouwde vervolgens de door koning Minos van Kreta verwoeste muren der stad Megara. Bij dezen arbeid bood Apollo zelf de behulpzame hand, en daar de god in dien tusschentijd zijne lier moest afleggen, nam de steen, waarop zij rustte, den klank van het goddelijke speeltuig aan, zoodat hij bij elke aanraking een geluid als van een cither deed hooren. Alkathoös had twee zonen Ischepolis en Kallipolis, en toen de eerste bij gelegenheid der Kalydonische jacht omkwam, en Kallipolis, die dit het eerst vernam, naar zijnen vader snelde, die op het punt stond om aan Apollo te offeren, en diens offervuur uit elkander wierp, nam Alkathoös een stuk van het brandende offerhout en doodde daarmede zijnen zoon, meenende, dat deze de goden had willen beleedigen. alkestis / alkeste (alceste)De dochter van Pelias en Anaxibia, verwierf door hare kinderlijke liefde, zoowel als door hare voorbeeldelooze huwelijkstrouw de hooge onderscheiding van als het voorbeeld voor alle vrouwen der oudheid geroemd te worden. Uit liefde tot haren vader weigerde zij aan diens gevaarvolle verjonging deel te nemen, waartoe de arglistige Medeia, de gemalin van Iason, de andere dochters van dien koning had overgehaald. Naderhand toonde zich Alkestis evenzeer de trouwste gade. Zij was de gemalin van Admetos, koning van Pherai in Thessalië, en toen deze eens gevaarlijk ziek was, wijdde zij zich, om hem te redden, aan eenen vrijwilligen offerdood. (Zie Admetos.) Euripides heeft in het treurspel "Alkestis" hare opoffering en hare bevrijding uit de onderwereld behandeld. Hercules worstelt met de Dood om het lichaam van Alcestis (schilderij van Frederick Leighton)alkeides (alcides)D. i. "de zoon der kracht", zooals Herakles heette, eer hij op bevel der Pythia zijnen anderen naam aannam. Volgens anderen werd hij aldus genoemd als afstammeling van Alkaios. (Zie aldaar.) alkinoë (alcinoë)Zie Xanthos (2). alkinoös (alcinöus)De zoon van Nausithoös en kleinzoon van Poseidon, was koning der Phaiakiërs, die het eiland Scheria, misschien het tegenwoordige Corfu (Kerkyra, Corcyra) bewoonden. Onder hem stonden nog twaalf andere vorsten. Bij zijne vrouw Arete, de dochter zijns broeders Rhexenor, had hij vijf zonen en ééne dochter, de beminde Nausikaä. Hij wordt zeer geroemd wegens de goede ontvangst der Argonauten op hunnen terugtocht van Kolchis. Toen de Kolchiërs, die de Argonauten vervolgden, ook op Scheria landden en Medeia terugeischten, verklaarde Alkinoös aan zijne gemalin Arete, dat hij Medeia alleen dan aan haren vader zou teruggeven, indien zij nog maagd was. De koningin gaf aan Iason dadelijk kennis van dit besluit van haren echtgenoot en voor de morgen aanbrak werd een schitterend bruiloftsfeest aangericht, zoodat toen de Kolchiërs den volgenden dag de uitspraak des konings vroegen, waaraan zij beloofd hadden zich te zullen onderwerpen, Medeia reeds de wettige vrouw van Iason was. De Kolchiërs durfden daarop niet naar Aietes terugkeeren en bleven bij de Phaiakiërs wonen. Odysseus knielt aan de voeten van Alcinous en Arete (detail van een plafondschildering door William Kent voor koning George I, in Kensington Palace) [1725]Nog meer is Alkinoös bekend door de gastvrijheid, waarmede hij Odysseus (Ulysses) opnam, toen diens schip, nadat hij van het eiland van Kalypso vertrokken was, door den storm verbrijzeld was en hem, met rijke geschenken beladen, eindelijk naar zijn vaderland Ithaka liet terugbrengen. Homeros roemt bij het verhalen der ontvangst van Odysseus de schatten van Alkinoös, den luister zijner hofstad, de pracht van zijn paleis en de schoonheid zijner tuinen. De "Alcinous" (kunstenaar: Robert Lloyd)alkmaion (alcmaeon)De zoon van den waarzegger Amphiaraos en Eriphyle, de zuster van koning Adrastos; zijn broeder was Amphilochos. Hij kreeg als knaap van zijnen vader het bevel om, wanneer hij volwassen zou zijn, het verraad door zijne moeder aan haren gemaal gepleegd te bestraffen. Eriphyle had namelijk den dood van haren echtgenoot veroorzaakt; verleid door den gouden halsband van Harmonia, waarmede Polyneikes haar had omgekocht, had zij hem, krachtens de haar bij hun huwelijk gegeven macht (Zie Adrastos.) genoodzaakt, om tegen zijnen wil aan den tocht naar Thebe met Adrastos deel te nemen. (Zie de bijzonderheden van dit verraad op Amphiaraos.) Toen de tocht mislukt en Amphiaraos, gelijk hij voorzien had, daarbij omgekomen was, rustten de zonen der gevallen aanvoerders, de zoogenaamde Epigonen, toen zij opgegroeid waren, zich tot eenen tweeden krijgstocht tegen Thebe uit. Eriphyle liet zich ten tweeden male, en nu door het opperkleed van Harmonia, omkoopen; de zoon van Polyneikes, Thersandros bracht haar dit geschenk, om te bewerken, dat zij haren zoon Alkmaion, evenals vroeger haren echtgenoot, zou overhalen, om aan deze onderneming deel te nemen. Toen Eriphyle haren zoon nu aanspoorde, om medetetrekken vroeg deze aan het orakel te Delphoi, wat hij doen moest; de god antwoordde hem, dat hij thans het wraakbevel zijns vaders zoo veel te meer behoorde na te komen, daar zijne moeder zich niet ontzien had haren zoon aan een gelijk gevaar, als waardoor haar gemaal was omgekomen, bloottestellen, alleen om aan hare hebzucht te voldoen. Vooraf echter mocht hij zonder aarzeling aan den tocht tegen Thebe deel nemen. De strijd liep ditmaal gelukkig af; de zegevierende Epigonen verwoestten de stad en Alkmaion, die aan hun hoofd gestaan had en wonderen van dapperheid had verricht, keerde ongedeerd terug. Thans stelde hij zijne wraak niet langer uit en doodde zijne moeder; maar nauwelijks was de afschuwelijke daad volbracht, of de Erinnyën (wraakgodinnen) maakten zich van hem meester en vervolgden hem waar hij ging, hem tot somberen waanzin drijvende. Hij nam de kostbare geschenken, die zooveel onheil gesticht hadden, den halsband en den sluier van Harmonia, mede en vluchtte naar Psophis in Arkadië, alwaar koning Phegeus regeerde, die den ongelukkige niet alleen van de bloedschuld poogde te reinigen, maar hem ook zijne dochter Arsinoë (door anderen Alphesiboia genoemd) tot vrouw gaf. Alkmaion schonk daarop den halsband en den sluier van Harmonia aan zijne gemalin. Doch de Erinnyën keerden met vernieuwde kracht terug; het zoenoffer van Phegeus had de dreigende schim van Eriphyle niet voor altijd kunnen verbannen, en daar de goden zelfs het gebied van Psophis, omdat het tot verblijfplaats strekte aan eenen moedermoorder, met onvruchtbaarheid straften, zag hij zich andermaal genoodzaakt te vluchten. Gade en schoonouders verlatende, zwierf de ongelukkige door wroeging voortgedreven rond; eindelijk wendde hij zich in zijne wanhoop weder tot het orakel, en dit gaf hem ten antwoord, dat hij eerst dan rust zoude vinden, wanneer hij zich in eene landstreek nederzette, die tijdens den moord, door hem aan zijne moeder gepleegd, nog niet aanwezig was, daar zijne stervende moeder alle bestaande landen, die hem opnemen zouden, vervloekt had. Wanhopende om een dergelijk toevluchtsoord op de aarde te vinden, zwierf Alkmaion verder. Geruimen tijd later, toen hij aan de oevers van den Acheloös ronddwaalde viel zijn oog op een eiland, dat door aanslibbing eerst sedert kort in deze rivier ontstaan was. De Erinnyën weken terstond terug, zoodra Alkmaion dezen maagdelijken bodem betrad; hij vestigde zich aldaar en huwde Kallirrhoë, de dochter van den stroomgod Acheloös. Hier had hij nu zijne dagen in vrede kunnen eindigen, maar toen Kallirrhoë van haren gemaal vernomen had, aan welke onheilen hij vroeger ten prooi geweest was, ontwaakte in haar het verlangen om den sluier en den halsband van Harmonia te bezitten. Toegevende aan hare dringende beden, trok Alkmaion naar Psophis, om die van zijne eerste gemalin terug te vragen; hij wendde voor, dat hij van plan was, om ze tot voortdurende afwending van zijnen waanzin in den tempel van Apollo te Delphoi te wijden. Hij kreeg sluier en halsband zonder moeite en bracht ze aan zijne echtgenoot. Nauwelijks echter vernam koning Phegeus het tegen zijne dochter gepleegde bedrog, of hij zond zijne beide zonen om Alkmaion te vervolgen en hem te straffen. Alkmaion werd door hen gedood, maar bleef niet ongewroken. De zonen van Kallirrhoë roeiden het geheele geslacht van Phegeus uit. (Zie Akarnan.) Als zonen van Alkmaion en Kallirrhoë worden gewoonlijk genoemd Akarnan en Amphoteros. De door hen gedoode zonen van Phegeus heetten Temenos en Axion. Alkmaion genoot later goddelijke eer; men bouwde hem te Thebe een heiligdom, niet verre van het huis van Pindaros. Zijne lotgevallen waren eene rijke stof voor de dichters; vooral zijn ze dikwijls door Sophokles en Euripides in thans echter verlorene tragoediën behandeld.
|