+ 100

Verkenning van de Zijderoute door de Syriër Maesius Titianus.

De handel van Rome met het verre Oosten ontwikkelde zich sterk vanaf Augustus, eerst naar Indië (- 20), daarna, in de tweede eeuw, naar Toerkestan en via daar naar China. Er ontstonden betrekkingen tussen de staten. Verschillende Indische gezantschappen werden door de Romeinse keizers ontvangen (- 25, + 99). Misschien zond Marcus Aurelius zelfs een afgezant naar China. Deze handel maakte de oosterse provincies, maar vooral karavaansteden zoals Palmyra welvarend. Hij droeg bij aan de neergang van Italië (+ 98) en had ook enig nadeel voor de algemene economie, want de ingevoerde luxegoederen (zijde, kruiden) moesten in baar goud of zilver worden betaald, omdat er geen wisselkoers bestond.