Commentaar op de Theogonie van Hesiodus De tekst heeft Kox opgehaald bij https://www.mikrosapoplous.gr/en/texts1en.html. De tekst die je daar vindt is gebaseerd op: - Rzach, Hesiodi Carmina, Leipzig 1913, editio minor (Teubner) - P. Mazon, Hesiode, Collection des Universités de France, 1928 (Budé) - δὲς π.χ. Π. Λεκατσᾶς, Ἡσίοδος , Ἰ. Ζαχαρόπουλος, Ἀθήνα 1941. Kox heeft daarna de volgende boeken geraadpleegd: HESIOD Theogony Works and Days Testimonia Edited and translated by Glenn W. Most Harvard University Press Cambridge, Massachusetts London, England 2006 (Loeb Classical Library) HESIOD Theogony Edited with Prolegomena and Commentary by M.L. West Oxford University Press 1966 De tekst van West en Most, die West grotendeels volgt, wijkt op een aantal plaatsen af van de tekst van Rzach. Wanneer de lezing van West duidelijk beter is dan die van Rzach heeft Kox de Griekse tekst gewijzigd - verbeterd dus. Dat is op vele plaatsen het geval. In de commentaar gaat Kox slechts in op varianten van de tekst, wanneer hij die belangrijk of interessant vindt. Bij West vond Kox een overzichtelijke synopsis van de Theogonie. De synopsis volgt hieronder, vertaald naar het Nederlands:
Commentaar: regel 4: de zoon van Kronos = Zeus. regel 11: de aegis: Kroon's Mythologisch Woordenboek: Oorspronkelijk een mantel uit het vel van de geit Aige, welke Zeus gevoed had, die dezen in den strijd tot bescherming diende, vervaardigd. Later werd uit dien mantel een pantser of zelfs een schild gemaakt. Het is eene symbolische voorstelling van de wollige, geelkleurige wolken, waaruit Zeus zijnen bliksem zendt. Van daar, dat de Aigis, waar zij gezien wordt schrik en vrees aanbrengt. Men vergete hierbij niet, dat hetzelfde Grieksche woord "Aix", zoowel "geit als "stormwind" kan beteekenen. In het midden der Aigis, hetzij men zich die als een mantel, als een pantser of als een schild voorstelde, is het Gorgoneion, het afgeslagen hoofd der Gorgo Medusa, geplaatst, dat de kracht heeft hem die het aanziet te doen versteenen. regel 38: West en Most lezen: εἴρουσαι. regel 48: West zet deze regel tussen haken, omdat de inhoud botst met het 'vervolgens' van de vorige regel, en omdat het vers niet goed te scanderen is. regel 54: Mnemosyne betekent herinnering of geheugen; dat een episch dichter het geheugen de moeder van de Muzen maakt is heel goed te begrijpen. regel 64: zie regel 907 - 911. De Gratiën hebben met de Muzen vergelijkbare eigenschappen en belangstelling. Himeros betekent Verlangen; in regel 201 treffen we hem aan in het gezelschap van Aphrodite. regel 71: West (en Most) lezen νισομένων πατέρ' εἰς ὁν. Het werkwoord kan niet zonder voorzetsel. regel 74: West kiest voor de correctie die van Lennep al had aangebracht: διέταξε νόμους. Dat is ook wat Kox heeft vertaald. regel 77 - 79: Κλειώ τ᾽ Εὐτέρπη τε Θάλειά τε Μελπομένη τε Τερψιχόρη τ᾽ Ἐρατώ τε Πολύμνιά τ᾽ Οὐρανίη τε Καλλιόπη θ᾽· ἣ δὲ προφερεστάτη ἐστὶν ἁπασέων. Κλειώ : verwant met de woorden voor roem (κλέος) en beroemd maken. Εὐτέρπη : τέρπω = plezier doen; τέρπομαι: plezier hebben, genieten. Θάλειά : θάλλω = bloeien; de bloeiende. Μελπομένη : μέλπομαι: zingen. Τερψιχόρη : die plezier heeft in koordansen. Ἐρατώ : de lieflijke, bekoorlijke, charmante. Πολύμνιά : ὑμνέω: zingen. Οὐρανίη : de hemelse. Καλλιόπη : met mooie stem; zie regel 68: ὀπὶ καλῇ. regel 89: de agora is het centrum van de stad, waar wordt vergaderd en handel wordt gedreven. ἀγορῆφι is ofwel een plaatsbepaling: op de agora, of moet met βλαπτομἐνοις worden verbonden: die benadeeld worden bij het doen van zaken op de agora. regel 134 - 136: Κοῖος: de vader van Leto (zie r. 404); verder een grote onbekende. Κρῖος (of Κρεῖος, waaraan West de voorkeur geeft): een nog onbekender Titaan; zie r. 375 - 377. Ὑπερίων: bij Hesiodus de vader van de zon, elders gelijkgesteld aan de zon. Ἰαπετός: een bekendere naam (zie r. 18), maar meestal toch vooral in verband met zijn zonen. Θεία: moeder van de zon: r. 371 e.v. 'Ρεία: in het Nederlands vaak Rhea, de moeder van de Olympische goden. Θέμις: een personificatie van Wet en Recht. Zij is de tweede vrouw van Zeus, zie r. 901 e.v. Μνημοσύνη: Geheugen of Herinnering: in r. 54 zagen we al, dat zij de moeder van de Muzen is. Zij wordt als vijfde genoemd als vrouw van Zeus. Φοίβη: de moeder van Leto; verder onbekend. Zij is de oma van Phoibos Apollo. Τηθύς: de vrouw van Okeanos. Zie r. 337: dit paar had drieduizend dochters en drieduizend zonen. Minstens. Misschien wel meer. regel 140: Brontes, Steropes en Arges zijn genoemd naar: βροντή: de donder στεροπή: de bliksem die je ziet; de bliksem die je raakt heet κεραυνός. ἀργής: een epitheton van κεραυνός, 'helder licht gevend'. regel 149: Βριάρεως; in r. 617 en r. 734 wordt hij Ὀβριάρεως genoemd. Γύης: de correcte vorm is Γύγης; om onduidelijke redenen kiest Rzach in zijn editie voor Γύης, terwijl de meeste handschriften, passages bij andere schrijvers en scholiën de correcte vorm geven. regel 185: de Erinyen zijn de Wraakgodinnen, die moordenaars achtervolgen en tot waanzin drijven. De Wraakgodinnen zijn vooral actief, wanneer het om een moord op verwanten, dus vader, moeder etc gaat. Het is heel toepasselijk, dat zij uit het bloed van hun vader zijn ontsproten. West citeert van Lennep: 'nefando scelere filii in patrem commisso consequens fuit, ut nascerentur Erinnyes'. regel 200: in de vertaling gaat de woordspeling verloren. Aphrodite's epitheton φιλομμηδής (of φιλομμειδής) wordt uitgelegd door haar geboorte uit μήδεα. De standaardvertaling van het epitheton is 'glimlach-beminnend', Most: 'smile-loving'; het woord heeft niets te maken met de geslachtsdelen, maar het lijkt er natuurlijk wel op. Kox heeft kort de vertaling 'geslachtsdelen-beminnend overwogen. :) regel 201: Verlangen werd al in r. 64 genoemd. Zijn geboorte wordt nergens beschreven. Het is goed te begrijpen dat hij assistent van Aphrodite is. regel 207 - 210: de naam Titanen wordt verklaard door het verband met τιταίνω: rekken, strekken, en τίσις: boete, straf. regel 213 - 215: West vindt de volgorde 214 - 213 - 215 beter; τέκε na ἔτικτε in r. 212 is vreemd, zonder voegwoord of δέ in 213. Het omdraaien van 213 en 214 lost dat probleem op. regel 213: θεά is niet onmogelijk, maar West vindt θεῶν beter, en er is steun voor in de handschriften. Kox heeft de versie van West vertaald. regel 217: de Moiren en Keres bepalen wanneer een mens sterft. regel 218 - 219: waarschijnlijk een interpolatie van de regels 905 - 906, om uit te leggen wat de Moiren/Schikgodinnen doen. De regels 220 - 222 verwijzen duidelijk naar de Keres. Overigens zijn de Moiren in de regels 905 - 906 kinderen van Zeus en Themis; 'not a very serious inconsistency' (West). regel 243: alle handschriften lezen Πρωτώ; maar die naam komen we al tegen in r. 248. Twee keer dezelfde naam is niet onmogelijk, maar wel onwaarschijnlijk. West leest Πρωθώ; anderen kiezen Πλωτώ. Kox weet het niet. regel 243 - 262: de vijftig dochters van Nereus en Doris: 1. Ploto: de naam is verwant met de woorden πλέω of πλὠω: op zee varen, en πλόος: vaart, reis. 2. Eukrante: εὖ = goed, mooi; κραίνω = voor elkaar krijgen; regeren. 3. Sao: σαόω = σωζω: redden, behouden; redt de schepen op zee. 4. Amphitrite: in r. 930 de vrouw van Poseidon, en moeder van Triton. 5. Eudora: δῶρον = geschenk; geeft (vissers) graag cadeautjes. 6. Thetis: de belangrijkste Nereïde; zij is getrouwd met Peleus en is de moeder van Achilleus, 7. Galene: γαλήνη = windstille zee. 8. Glauke: γλαυκός = glanzend; blauw-groen; een epitheton van de zee. 9. Kymothoë: κῦμα = golf; θοός = snel. 10. Speio: ? σπέος = grot; σπεύδω = zich haasten. Kox twijfelt. 11. Thalia: θάλλω = bloeien, weelderig zijn. 12. Pasithea: πᾶς = alle; geheel; θεά = godin. 13. Erato: ἐρατός = lieflijk, bekoorlijk; geliefd. 14. Eunike: εὖ = goed, mooi; νίκη = overwinning. 15. Melite: μέλι = honing. 16. Eulimene: λιμήν, λιμένος = haven; zij zorgt voor een goede haven. 17. Agaue: ἀγαυός = aanzienlijk, edel. 18. Doto: de stam δω- of δο- betekent: geven. 19. Proto: πρῶτος = eerste. 20. Pherusa: φέρω = dragen, brengen; zij die schepen draagt. 21. Dynamene: δύναμαι = kunnen, in staat zijn, machtig zijn. 22. Nesaia: νῆσος = eiland. 23. Aktaia: ἀκτή = kaap; 'tract of land running out into the sea' (LSJ). 24. Protomedeia: μέδω: beschermen, heersen over; zij die als eerste heerst. 25. Doris: heeft dezelfde naam als haar moeder. 26. Panopeia: ? de stam οπ- kan zowel met 'stem' als met 'oog' te maken hebben. 27. Galateia: ? Kroon's Mythologisch Woordenboek: Eene dochter van Nereus en Doris, die door den Kykloop Polyphemos bemind werd, zonder dat zij hem wederliefde wilde schenken, omdat zij aan Acis, den zoon van Faunus, de voorkeur gaf. Uit minnenijd verpletterde de Kykloop zijnen gelukkigen medeminnaar onder een rotsblok, doch Galateia veranderde hem in eene rivier. 28. Hippothoë:ἵππος= paard; θοὀς = snel. 29. Hipponoë: νόος = geest, gedachte. 30. Kymodoke: κῦμα = golf; ? δέχομαι: ontvangen ? 31. Kymatolege: λήγω: stoppen, (doen) ophouden. 32. Kymo: Golfje. 33. Eïone: ἠϊών = kust, strand 34. Halimede: ἅλς, ἁλός: zeewater; zij die heerst over het zeewater. 35. Glaukonome: γλαυκός = glanzend; blauw-groen; een epitheton van de zee; νέμω = uitdelen; laten grazen; νομή = weide. 36. Pontoporeia: πόντος = de zee; πορεία = manier van lopen; reis. 37. Leiagore: λειαίνω = glad maken; ἀγορά = markt. West: 'The Nereids protect ships, and so perhaps by an extension assist succesful trading.' 38. Euagore: zie Leiagore. 39. Laomedeia: λαός = soldaten; mensen, het volk; zij die heerst over het krijgsvolk. 40. Polynoë: πουλύς, veel vaker: πολύς = veel; νόος = geest, gedachte. 41. Autonoë: αὐτός = zelf. 42. Lysianassa: λύω = losmaken; ἄνασσα = koningin, heerseres/ 43. Euarne: εὔαρνος = rijk aan schapen. ? 44. Psamathe: ψάμαθος: zand (van het strand). 45. Menippe: μένω = blijven, wachten; ἵππος = paard. ? 46. Neso: νῆσος = eiland. 47. Eupompe: εὔπομπος = goed de weg wijzend; zij die schepen de goede kant op stuurt. De laatste drie kinderen hebben kenmerken die zij erven van Nereus, zoals hij beschreven wordt in de regels 233 - 236: 48. Themisto: θέμις: wet en recht. 49. Pronoë: πρό = voor; νόος = geest, gedachte: zij die denkt van tevoren, zij die voorziet. 50. Nemertes: νημερτής = waar, onfeilbaar. regel 266: Iris wordt geassocieerd met de regenboog, en dat verklaart dat Thaumas (Wonderbaarlijk) en Elektra (Glanzend) haar ouders zijn. Iris is zeer snel, en haar zussen de Harpijen zijn dat ook. regel 271: Hesiodus noemt twee Graiai, later, bijvoorbeeld bij Aeschylus, zijn er drie. Hesiodus kent kennelijk niet de versie, dat deze dames samen één oog en één tand hebben. Wanneer Perseus op zoek is naar Medusa maakt hij slim gebruik van deze handicap. regel 278: de Donkerharige is Poseidon. Een andere versie van het verhaal vertelt, dat Medusa werd verkracht door Poseidon in de tempel van Athena, en dat Athena voor straf heur haren veranderde in slangen. regel 317: Kroon's Mythologisch Woordenboek: 'Gedurende de afwezigheid van Amphitryon van Thebe verwekte Zeus, zijne gedaante aangenomen hebbende, bij zijne gemalin den grootsten held der oudheid Herakles, terwijl als zijn tweelingbroeder Iphikles uit de verbindtenis van Alkmene met Amphitryon, geboren werd.' Herakles is dus zowel de zoon van Zeus als de zoon van Amphitryon. regel 319: Ἥ δὲ: Kox volgt West en denkt, dat verwezen wordt naar het laatstgenoemde monster, de Hydra. Maar er zijn ook geleerden, onder wie Most, die denken dat verwezen wordt naar Echidna. Dit is overigens volgens de communis opinio (Wilamowitz en West) de slechtste hexameter van Hesiodus. De regel voldoet niet aan de Brug van Herman, is de enige regel in de vroege epiek die deze schending combineert met een eenlettergrepig woord aan het eind van de regel, schendt ook de Eerste Wet van Meyer, en heeft een onhomerische correptie voor πν- (stemloos + nasaal). Kox vond dit in de commentaar van West; zelf had hij het niet gemerkt, en hij weet ook niet zeker of hij het allemaal heel erg vindt. regel 323 - 324: deze regels zijn identiek aan Ilias VI. 181 - 182 en zijn waarschijnlijk geïnterpoleerd door een slimmerik die wilde laten zien dat hij zijn Homerus kende. regel 326: Thebe is gesticht door Cadmus. De sfinx was een plaag voor de Thebanen, tot Oedipus het raadsel dat zij opgaf oploste. regels 337 - 345: de rivieren zijn mannelijk, de dochters zijn water- en bosnimfen. Eridanos is de Po, of de Rhône, of legendarisch. De Ister is de Donau. Onze mooie rivieren, die traag door oneindig laagland gaan kent Hesiodus niet. regels 346 - 366: Doris: de moeder van de Nereïden; zie r. 241; betekent 'zij die geeft'. Klymene: de vrouw van Iapetos; zie r. 508; betekent 'de beroemde'. Kallirhoë: de moeder van Geryonues; zie r. 288 en 981; betekent 'zij die mooi stroomt'. Idyia: de vrouw van Aietes; zie r. 960; betekent 'zij die weet'. Plouto: Rijkdom. Perseïs: de moeder van Kirke en Aietes; zie r. 957. Metis: Wijsheid, Verstand; zij is Zeus' eerste vrouw; zie r. 886 en volgende. Eurynome: Zeus' derde vrouw; zie r. 907; moeder van de Gratiën. Kalypso: (misschien) de nimf bij wie Odysseus verbleef. Tyche betekent Lot, Succes, Toeval; als je van jongen een man moet worden een goede godin om aan jouw kant te hebben. Styx: de belangrijkste wordt het laatst genoemd, net als in r. 79 Kalliope en in r. 137 Kronos. Meer over Styx in r. 383 - 403 en 775 - 806. regel 372: Eos is de Dageraad. regel 381: de Vroeggeborene is de Dageraad; zij is de moeder van de Morgenster (Venus). regel 384: ζῆλος: rivaliteit; νίκη: overwinning. regel 398: πατρός: haar vader is Okeanos, zelf een Titaan, maar kennelijk koos hij de kant van Zeus. regel 400: als de goden een eed zweren, doen ze dat bij het water van de Styx. In de r. 793 - 806 wordt beschreven, hoe het goden vergaat, die een valse eed zweren. regel 407 - 408: het begin van regel 408 (μείλιχον ἐξ ἀρχῆς) pakt het eind van regel 406 op (μείλιχον αἰεί) (epanalepsis). Daarom lijkt het beter de volgorde van 407 en 408 om te draaien. regel 429 - 440: Kox volgt de ordening van de regels die door West wordt gepropageerd. regel 441: Ἐννοσιγαίῳ: de Aardschokker is Poseidon, verantwoordelijk voor aardbevingen, maar natuurlijk ook god van de zee. regel 472: iemand die misdadig is behandeld heeft zijn eigen Erinyen, die wraak willen nemen op de misdadiger. In de regels 207 - 210 kondigt Ouranos zijn wraak op de Titanen al aan. regel 501: πατροκασιγνήτους: de Cyclopen. regel 535: ooit leefden en aten mensen en goden samen. Toen daar een eind aan kwam, werd er een regeling met betrekking tot offers getroffen. regel 563: Zeus ontnam de mensen de mogelijkheid om door middel van wrijving vuur uit hout (esbomen) te halen. Kennelijk ziet de dichter vuur als iets dat in het hout al aanwezig is. regel 571: Ἀμφιγυήεις = Hephaistos. regel 576 - 577: damnaverunt Wolf en vele anderen. regel 582: een papyrusfragment leest δεινὰ: geducht, vreselijk, angstaanjagend; zou ook kunnen in plaats van πολλὰ. regel 591:damnavit Schoemann. regel 605: γηροκόμοιο: degene die voor je moet zorgen als je oud bent is je zoon; niet de vrouw. regel 614: ἀκάκητα: elders een epitheton van Hermes; de betekenis is onbekend, maar 'sluw' past zowel Hermes als Prometheus. regel 617: Obriareos en Briareos worden allebei gebruikt. Vader is Ouranos. regel 660: ἀνάελπτα : Kox kiest voor de positieve interpretatie; dan gaat het over hun bevrijding. Een andere interpretatie: nadat wij dingen zonder hoop / hopeloze ellende hadden meegemaakt; dan gaat het over hun gevangenschap. regel 710: West en Most lezen κάρτευς δ' ἀνεφαίνετο ἔργον en verwijzen naar regel 677: χειρῶν τε βίης θ᾽ ἅμα ἔργον ἔφαινον. Kox acht het niet onmogelijk dat de dichter nu eens andersom wilde formuleren en laat de lezing van de handschriften staan. regel 727: met de nek wordt waarschijnlijk de bovenkant van de omheining die er om heen is aangebracht bedoeld. regels 734 - 743 zet West tussen haken; seclusit West. regels 744 - 745: seclusit West. regel 746: de zoon van Iapetos is Atlas, die de hemel draagt; niet de aarde natuurlijk, want waar moet hij dan op staan? regel 768: volgens West een interpolatie; een aantal papyri heeft de regel niet. Wolf vond hem ook al verdacht: θεοῦ χθονίου is enkelvoud, geen meervoud, wat dus niet goed past; en van de enge hond wordt de naam ook niet genoemd. Als je zijn naam niet noemt is de god nog enger. Kox wordt een beetje moe van West, die overal interpolaties ziet en van alles tussen haken zet. Of de tekst nu van Hesiodus alleen is, of dat er zich later allerlei fans mee bezig hebben gehouden maakt hem niet zo veel uit. Zekerheid is ver te zoeken, de bestaande tekst is interessant genoeg. Als het om een prulregel van een pruloverschrijver gaat, druk hem dan niet af. Kox is niet consequent, want hij zet de overbodige prulregel 774 tussen haken, in plaats van hem te deleten. regel 787: Kox' vertaling verbindt πολλὸν met ὑπὸ. Het is niet onmogelijk het woord te interpreteren als 'in grote hoeveelheid'. regel 823: corrupt vers; de regel is onherstelbaar gecorrumpeerd. regel 828: West zet de regel tussen haken en zegt: damnavit Ruhnken. OK. Slap regeltje, voegt niets toe aan 827. regel 860: de handschriften geven ἀιδνῆς; het is niet duidelijk wat dat betekent. Tzetzes dacht, dat de Aetna wordt bedoeld, maar dat is onwaarschijnlijk. Typhoeus ligt niet onder de Etna, maar wordt in de Tartaros gegooid (r. 868). Waarschijnlijk is het de naam van een andere berg die we niet kennen. regel 901 - 1020: West gelooft niet dat deze regels van Hesiodus zijn. Volgens hem zijn ze van later datum en toegevoegd. Zou best kunnen, hij heeft goede argumenten. Kox is niet eenkennig en vertaalt de regels net zo ijverig als de eerdere. regel 901: de Horai zijn meestal personificaties van de seizoenen, maar de dichter maakt hen hier tot beschermgodinnen van de landbouw (de 'werken' in r. 903; in diezelfde regel de etymologische verklaring van hun naam: ὠρεύουσι.) Regel 902: Voor boeren zijn Eunomia, het zich goed houden aan de wetten, Dike, rechtvaardigheid, en ook rechtspraak, en Eirene, vrede heel belangrijke voorwaarden voor een gelukkig bestaan. regel 905: κλώθω = spinnen; Klotho spint de levensdraad. λαγχάνω, aor.stam: -λαχ- = verkrijgen; Lachesis deelt aan iedereen zijn of haar lot uit. ἄτροπος = onbuigzaam, onvermurwbaar; Atropos knipt op het door het lot bepaalde moment de levensdraad door. regel 909: Ἀγλαΐη = schoonheid; Εὐφροσύνη = vrolijkheid; Θαλίη betekent de Bloeiende. regel 915: over de Muzen heeft de dichter al uitgebreid gezongen, in de regels 53 en volgende. regel 924: Tritogeneia is Athena. In de regels 886 - 900 wordt Zeus' huwelijk met Metis beschreven, en vinden we de verklaring voor het feit dat Athena uit Zeus' hoofd wordt geboren. regel 945: In Homerus' Ilias XVIII.382 heet de vrouw van Hephaistos eenvoudig Charis. In de Odyssee, 8.266 en volgende is hij getrouwd met Aphrodite. regel 954: 'die een grote daad bij de onsterfelijken verrichtte': waarschijnlijk een toespeling op de belangrijke rol die Herakles vervulde bij de strijd met de Giganten, de Gigantomachie. regel 963: de dichter sluit zijn onderwerp, de Olympische goden, af en roept opnieuw de Muzen aan om een nieuw onderwerp te beginnen. regel 969: Ploutos betekent rijkdom. Rijkdom is afhankelijk van goede oogsten. regel 992 en volgende: de dochter van Aietes, Medea, hielp Jason, de zoon van Aison, om het gulden vlies, de gouden vacht, te bemachtigen. Dat was hem opgedragen door Pelias, de schurk die Jason's vader van de troon had verjaagd. Om dat doel te bereiken had Jason de tocht van de Argonauten georganiseerd. Medea werd verliefd op Jason en hielp hem dus bij de poging het gulden vlies te verkrijgen. Jason nam haar mee terug naar Iolkos. Hun zoon Medeios is de stamvader van de Meden. Chiron, een wijze centaur, was ook de opvoeder van Achilles, Asklepios, Aristaios, Aktaion en Herakles. regel 1010: ὑληέσσης: de lezing ἠνεμοέσσης: winderig, is ook mogelijk en volgens West waarschijnlijker. regel 1013: Agrios is misschien Faunus. Latinus is de vroege koning van Latium. regel 1014: waarschijnlijk is deze regel later aan r. 1011 - 1013 toegevoegd: Telegonos, hij die ver weg geboren is, wordt later in verband gebracht met de Tyrrheniërs, d.w.z. de Etrusken, meer speciaal met de stichting van Praeneste en Tusculum. |