HET LEGENDARISCH TROJE

Bloedwarme coca cola. Adamo
gilt uit een tent. Een grammofoon speelt paren.
De stenen kunnen barsten: grijze haren
van zoveel zon, en altijd nog die vlo.

Desondanks Schliemann en het stomme paard.
Twee heren klimmen witbestoven uit
hun eend. Nemen de stad van noord naar zuid.
(Kodak). De slome wachters spelen kaart.

De muren dus. De vlakte, de rivieren
en ginds de Griekse schepen, ga maar na.
De grote brand ... ik denk aan ijskoud bier en
de louche Helena van ARH.

 



F.L. Bastet.

Gevonden in: Spiegel van de moderne Nederlandse poëzie,
samengesteld door Hans Warren.
Amsterdam / Leuven, 1992 (Zesde editie, tweede druk)