SAPPHO
Schoon gelaat, van droppels nog
overfonkeld,
trotse tranen om het volmaakt geboren
strofisch lied dat, jong aan het licht gesprongen,
opent de ogen.
Dit uw dracht van
brandingomvlaagde dagen,
nachten dat gij slapeloos weer der sterren
straling zag vergaan, als het klare maanlicht
àlschijnend opkomt.
Wie kan leed u doen? - Aan de
strofen ontstijgen
zeedoorwaaide geuren van thijm en bijen,
ook het openkomen der grote rozen
nimmer genaderd.
Ida Gerhardt.
Uit: Verzamelde gedichten.
Amsterdam, Athenaeum-Polak & Van Gennep, 1980.
|