PHILEMON EN BAUCIS
Op zoek in 't Phrygisch land naar
de gastvrijen, -
Uit hoofde van hun bokkige natuur
Te dun gezaaid helaas in die contreien, -
Stapten de twee goden in 't avonduur,
Als mensch vermomd, naar de
armoed'ge schuur,
Waar Baucis sinds onheugelijke tijden
De ruwe wol spon en hurkend bij 't vuur
Voor haar Philemon 't avondmaal bereidde.
De oudjes schrokken, haalden kaas
en honing
En wildbraad en wijn en menige zaak
Die zij voor het oogstfeest wilden bewaren.
De goden, zeer verzadigd in die
woning,
Besloten 't land te straffen, niet uit wraak,
Maar enkel om die twee te kunnen sparen.
Simon Vestdijk, Verzamelde Gedichten, Amsterdam 1971
|