In welke woorden ik ook over
Paris,
de lafaard, trouweloze,
grote wellusteling,
in welke termen ik,
eer- en gewetensvol,
over die lummel spreek,
geen treft de man die minnaar is
van Helena.
J.A.Emmens
Uit: Een hond van Pavlov.
Amsterdam, z.j.
(Gevonden in: G. Komrij: De
Nederlandse Poëzie etc.
Uitg. Bert Bakker. Amsterdam, 1979.)