VERGETELHEID
Zo mij werd toegestaan een wens
te wagen:
mochten de snoeren in mijn late dagen
mij vallen in het land der Lotophagen.
Alles vergeet die van de lotos eet:
zijn herkomst zelfs en hoe de liefste heet.
Voorgoed te toeven bij de
Lotophagen,
zalig en van mijzelve zonder weet,
- alles vergeet die van de lotos eet -
om lachende mijn lasten af te staan.
Ik liep langs zee en zag de wolken gaan.
Ida Gerhardt.
Uit: De zomen van het licht.
Amsterdam, Athenaeum-Polak & Van Gennep, 1983.
|