Kouros

Hij was bedoeld uit marmer op te staan
maar ligt, onaf, gedrukt tegen de berg,
zijn been gebroken, en ziet het ruggelings
met stijve armen aan. Een man die graag
van steen zou zijn genezen, die droomt van
scheep te gaan, maar aldoor onbeweeglijk
de regen op zich laat. Geborene die
in de rots bleef steken en langzaam slijt
tot onbehouwen staat.





Uit: T. van Deel: “Gedichten 1969-1986”
Uitg. Querido, Amsterdam, 1988