IKAROS
Het was hun een'ge kans om te
ontsnappen.
Het Labyrinth was kil, en 't heimwee groot.
De vader wist: een wedstrijd met de dood ...
De zoon wist niets, en volgde alle stappen
Met heel 't vertrouwen van de
tochtgenoot
Van een meesterlijk man: hij maakte grappen
Over het vleugelpaar dat dicht kon klappen
En dat met was aan beider schouders sloot.
De vader wist: als ik hem
waarschuw, stort
Hij neer, omdat hij dan onzeker wordt;
Daarom gezwegen van het doodsgevaar!
De zoon wist niets, bewoog het
vleugelpaar
In staat'ge rust, - tot aan zijn val in zee
Was híj de ware meester van de twee.
Simon Vestdijk, Verzamelde Gedichten, Amsterdam 1971
|