|
ENCOMIUM PATRIAE (Ad modos cantilenae "Tanta sunt gaudia.") |
DE LOF DES VADERLANDS, voor Nederlanders. Vertaling van mijn tegenoverstaand Latijn.
|
|
|
Patriam canimus ; Masculae Orbis a termino aantekening : Utraque Laurea :
|
Wij verheffen zingend Ons roemrijk Vaderland ; Wij, aan den Rijn, aan Schelde en IJssel, En aan den breeden Oceaan gezeten ; Tot voorspoed opgeklommen Langs 't pad van tegenspoed ; Door voorouderlijken band tesaam verknocht. Wie zal ons
trotsen, door een naam te prijzen, Van de uiterste aantekening : dubbele Lauwerkrans |
|
A.C.W.Staring Uit : Verzamelde gedichten.
|